Fiscale attesten: FOD Financiën beslist eigenhandig over invulling 'cultuur'
woensdag 3 oktober 2018
Een oud zeer speelt weer op: de erkenning ‘fiscale vrijstelling voor donateurs aan sociaal-culturele organisaties’. De minister van Financiën beslist op basis van eigen inzichten welke organisaties al dan niet ‘culturele instellingen’ zijn, helaas met verkeerde conclusies tot gevolg. Federaal parlementslid Roel Deseyn (CD&V) kaartte dit aan bij verantwoordelijk minister Van Overtveldt.
FOD Financiën beslist op eigen houtje
Dat de weg naar een erkenning om donateurs een fiscaal attest te bezorgen voor sociaal-culturele organisaties een moeilijk traject te wachten staat, is niet nieuw. Enkele jaren geleden pakte de zogenaamde Contactgroep Giften, een overleg tussen de FOD Financiën en de sector, al enkele problemen aan. Vandaag worden we echter weer geconfronteerd met sociaal-culturele organisaties die een negatieve beslissing krijgen op hun erkenningsaanvraag. Probleem: de minister van Financiën geeft geen erkenning als ‘culturele instelling’. Een recent voorbeeld is dat van vzw Samenhuizen, een door het Vlaamse Ministerie van Cultuur erkende en gesubsidieerde sociaal-culturele beweging, die door de minister van Financiën als dusdanig niet wordt erkend. Nochtans voldoet Samenhuizen aan de formele criteria om fiscale attesten te mogen uitreiken. Bovendien gaf de minister van Cultuur over dit dossier een positief advies aan de FOD Financiën. Die blijkt nu zelfstandig te interpreteren en te beslissen welke organisaties al dan niet ‘culturele instellingen’ zijn. Sociaal-culturele organisaties die niet actief zijn op vlak van cultuur met de grote C, krijgen het hierdoor moeilijk. Sterker nog: het oordeel van de minister van Cultuur wordt hier gewoonweg genegeerd. Nochtans gaat het wel degelijk om door Cultuur, erkende en gesubsidieerde sociaal-culturele organisaties. Een dergelijke erkenning gaat gepaard met een grondige screening vooraf en een regelmatige evaluatie van de werking.Parlementaire vraag Roel Deseyn (CD&V)
Op 19 september schetste Roel Deseyn (CD&V) het probleem in de Commissie Financiën en Begroting. Hij stelde daarbij o.a. de bevoegdheid van de federale minister in vraag bij de beoordeling of een organisatie al dan niet het label ‘cultuur’ verdient.Roel Deseyn (CD&V): “… Het is tevens zo dat u, als minister van Financiën, kunt beslissen of de aanvragende organisatie al dan niet een culturele instelling is, terwijl diezelfde organisatie in Vlaanderen bijvoorbeeld door de minister van Cultuur is erkend en voldoet aan de voorwaarden gesteld in de artikelen 145/33 en 63/18/1-3 van het KB. Ik begrijp dat wij hier met een bevoegdheidsoverschrijdend spanningsveld zitten."
Het antwoord van minister Van Overtveldt was eerder vaag en beperkte zich tot een aantal algemene principes.
Minister Johan Van Overtveldt: “… Het is dan aan de federale minister van Financiën om erkenning te verlenen. Het advies van de Gemeenschap is daarbij inderdaad niet bindend. …”.Roel Deseyn legde de vinger nog eens op de wonde:
“Hier rijst de vraag wat cultuur is. Kan men vanuit de overheid twee antwoorden aanbieden? Ik zal een concrete case geven. De vzw Samenhuizen was een door Cultuur erkende sociaal-culturele beweging, maar wordt door de minister van Financiën niet erkend als culturele instelling. Nochtans zijn de formele criteria vervuld met betrekking tot fiscale attesten en heeft de minister van Cultuur een positief advies uitgebracht. Het advies van de minister vermeldt onder andere dat de vzw Samenhuizen erkend is en gesubsidieerd wordt als sociaal-culturele beweging op basis van het decreet, en dat de vzw aan alle voorwaarden voldoet van de door mij reeds geciteerde artikelen.
Ondanks de hoedanigheid als Vlaamse culturele organisatie, komt ze niet in aanmerking volgens het federale niveau. De mensen begrijpen niet volgens welke criteria Financiën bepaalt wanneer een organisatie al dan niet een culturele instelling is …”Vanzelfsprekend oordeelt de minister van Financiën over het al dan niet voldoen aan de formele criteria om erkend te worden om belastingvrije giften te ontvangen. Maar de beslissing of de aanvragende organisatie al dan niet een ‘culturele instelling’ is lijkt ons een brug te ver. Bij deze dus een stevig pleidooi voor een andere procedure. Alleen zo vermijden we dergelijke problemen in de toekomst! BRON CITATEN:BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS, COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN EN DE BEGROTING, INTEGRAAL VERSLAG, CRIV 54 COM 962, 19-09-2018, pagina 15 e.v.