header handjes

Als de nood het hoogst is, is een fonds nabij

In april was de Vlaamse regering het er alvast over eens dat er een Noodfonds moest komen voor een aantal sectoren die getroffen werden door de verplichte sluiting. De ministers gingen toen uit van 200 miljoen euro. Deze week bereikten ze een akkoord over de concrete invulling ervan. Én maakten ze er 296 miljoen van. 65 miljoen daarvoor is bestemd voor de cultuursector. 87,3 miljoen euro wordt verdeeld over de lokale besturen om het eigen verenigingsleven (cultuur, jeugd, sport) te ondersteunen. In de commissie Cultuur gaf minister Jambon hierover op 4 juni meer tekst en uitleg.

Over de middelen voor de gemeentebesturen schreven we een afzonderlijk artikel: dat kan je hier lezen. In dit artikel beperken we ons tot de Vlaamse invulling van het fonds.

Gezond, voor en na

Uitgangspunt van de minister-president is en blijft dat organisaties die voor Corona gezond waren, ook na Corona gezond moeten zijn. Het Noodfonds moet hen door die crisisperiode (tussen midden maart en 31 augustus, dus) kunnen loodsen. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling om de geleden schade te compenseren, maar wel om ervoor te zorgen dat organisaties niet in de financiële problemen komen. Én, met stip: dat cultuurwerkers (individuele kunstenaars, freelancers,…) een steun in de rug krijgen.
20200605Hinkelspel

Bovenop andere steun

Dit Noodfonds komt bovenop de steunmechanismen die al eerder in gang werden gestoken: het versneld uitbetalen van subsidievoorschotten, het niet terugvorderen van subsidies bij verminderde activiteit, de hinder- en compensatiepremie, de tijdelijke werkloosheid,… Wat dit laatste betreft, kon de minister ook aangeven dat de discussie (federaal) op tafel ligt om deze regeling te verlengen tot eind dit jaar. Voor Jambon is het Noodfonds de eerste belangrijke stap, de tweede stap is de gefaseerde opstart waarover de Nationale Veiligheidsraad deze week ook communiceerde (lees er hier meer over). Stap drie is bedoeld voor als er opnieuw enige stabiliteit is: een “efficiënt en duurzaam relanceplan, waar de cultuursector integraal deel van moet uitmaken”, aldus de minister. 

Denk- en rekenwerk vooraf

Vlaio vroeg aan het financieel dienstverleningsbedrijf Graydon om een economische impactstudie uit te voeren. Dit bureau nam een foto van de financiële staat van de cultuursector voor en tijdens de lockdown. Wat bleek? De cultuursector was voor 13 maart financieel gezonder dan de traditionele economie, maar stond door Corona meteen ook veel meer in het oog van de storm: 50% van de organisaties verkeren in een precaire tot labiele financiële situatie, terwijl dit in de traditionele economie over 35% ging. Het zal niet verbazen dat ook de freelancers veel zwaarder getroffen zijn. Ook de administratie zette zich achter excel: deze interne impactanalyse ging na, op basis van vorig jaar, wat de geraamde financieringsbehoeften zouden kunnen zijn tot eind augustus. Hierbij werd geen rekening gehouden met eventuele reserves uit vorige boekjaren, om “beter bestuur in de voorbije jaren niet af te straffen”, zo motiveerde de minister dit. Daarnaast ging men ook op zoek naar hoe groot de “restgroep” is die uit de boot valt, bijvoorbeeld zij die geen beroep konden doen op andere steunmaatregelen of die gebruikelijk inkomsten uit auteursrechten ontvangen.

Van decreet naar betaling op een drafje

Er is een decreet nodig om het Noodfonds te laten werken, dat komt er snel aan. Bedoeling is dat de laatste uitbetaling dan in oktober is gebeurd. De aanvragen zullen eenvoudig te behappen zijn, zowel voor de aanvrager als de administratie. Intussen zal, zo sprak de minister, “mijn administratie, in nauwe samenwerking met de sector, bekijken hoe we effectief steun kunnen bieden aan zij die dat het hardst nodig hebben”. 

Een waterval

Het Noodfonds Cultuur wil vooral op drie prioriteiten compensatie organiseren:
  • Ondersteuning van structureel gesubsidieerde organisaties die zich in een precair begrotingsjaar bevinden
  • Ondersteuning van “cultuurwerkers” (toeleveranciers, dagcontracters, zelfstandigen,…) die elders uit de boot vallen: bedoeling is in de eerste plaats dat structureel gesubsidieerde organisaties hier hun verantwoordelijkheid voor opnemen. Dat is wat de minister het watervalsysteem noemt.
  • Ondersteuning van “kwetsbare kernspelers” die niet geholpen zijn met de twee prioriteiten hierboven.
Vidar Nordli Mathisen Gziisb L6K S Unsplash
Daarnaast kunnen ook niet-gesubsidieerde spelers die vooral lokaal actief ook een beroep doen op de extra middelen voor de lokale besturen. Ook het VAF (Vlaams Audiovisueel Fonds) en Literatuur Vlaanderen krijgen uit het Noodfonds extra middelen om een soortgelijke operatie in hun middens op te zetten.

Van zodra er meer concrete informatie is, zal het Departement CJM het mee op deze website plaatsen.