header handjes

Sociaal-Cultureel Werk

Sociaal-Cultureel Werk? Nooit van gehoord? Dat kan haast niet. We zien allemaal wel mensen om ons heen die zich samen zetten om geregeld samen iets te doen. Samen tuinieren, samen nadenken over hoe er in de buurt meer aandacht kan zijn voor fietsers, of voor kwetsbare mensen, samen een campagne opzetten, voor of tegen iets. In de vrije tijd en rond alle mogelijke maatschappelijke domeinen. We zijn dus vaker deel van een 'sociaal-culturele praktijk' dan we zelf misschien denken. Centraal in deze praktijken staan ontmoeting, niet-formeel leren (= buiten schoolverband), gemeenschap vormen én maatschappelijk engagement. Soms in de directe omgeving, maar er zijn evenzeer veel groepen actief op Vlaams, Belgisch, Europees en internationaal niveau.

In de vrije tijd dus. En ook altijd vrijwillig, los van een school- of werkcontext. Sociaal-culturele praktijken komen en gaan. Ze ontstaan heel spontaan en overal waar mensen een bewogenheid voelen voor een bepaald thema of een maatschappelijke problematiek. Dan zoeken ze anderen op om er samen iets aan te doen. Solidariteit is tegelijk oorzaak en gevolg.
Wanneer deze sociaal-culturele praktijken een zekere regelmaat gaan vertonen, er sprake is van een 'organisatie' en er zich een (beleids)kader gaat vormen, spreken we van sociaal-cultureel werk.

Een stevige sector

In Vlaanderen en Brussel zijn er tal van sociaal-culturele organisaties. Hoeveel precies? Helaas, dat valt nauwelijks te becijferen, want hoe baken je een sociaal-culturele organisatie precies af, hoe 'stabiel' moet ze zijn en hoe tel je dan gelijkaardige organisaties en initiatieven op verschillende plaatsen in Vlaanderen en Brussel? Samen met de ontwikkeling van allerlei organisaties, ontstond er de laatste decennia in Vlaanderen geleidelijk een beleidskader rond het sociaal-cultureel werk. Een kader dat ook antwoorden gaf op deze vragen. Dat criteria vooropstelde waaraan een organisatie moest voldoen om zich 'sociaal-cultureel werk' te kunnen noemen.

Anno 2021 zijn er 131 sociaal-culturele organisaties erkend door de Vlaamse overheid binnen het decreet 'sociaal-cultureel volwassenenwerk'. Ze worden gedragen door ongeveer 180000 vrijwilligers en omvatten samen een slordige 14000 lokale groepen. Goed voor 10 miljoen unieke deelnames aan hun activiteiten. Jaarlijks. Ze stellen ruim 2000 mensen te werk en meer dan 5000 freelancers leven van opdrachten voor deze organisaties. Een sector dus. En nogmaals voor de duidelijkheid: we spreken hier enkel over de 131 door de Vlaamse overheid erkende en gesubsidieerde organisaties binnen het decreet.
2019102 Av Groepsfoto Web Low 11

Waar zijn die zoal mee bezig?

Deze erkende organisaties werken rond een zeer breed scala van thema's. En ze doen dat vanuit uiteenlopende insteken én organiseren daar zeer verschillende activiteiten rond. Uit een analyse van de beleidsplannen die leidden tot hun erkenning blijkt dat ruim 60% van de sociaal-culturele organisaties expliciet inzet op participatie, actief burgerschap en - in iets mindere mate - op samenleven. Niet onlogisch, gezien het hierboven geschetste DNA van sociaal-cultureel werk. Ruim 40% zet zich in voor mensenrechten en vrede en evenveel werken rond welzijn, opvoeding en -iets minder, onderwijs. 37% focust op kunst en cultuur in de brede zin en ruim 30% heeft ecologie en verduurzaming als speerpunt. Tot slot heeft ruim een vierde van de organisaties een werking rond persoonlijke groei en zingeving en ontrolt een vijfde activiteiten rond werk, economie en internationalisering. Van alle markten thuis dus, dat sociaal-cultureel werk. En omdat verbinding, gemeenschap vormen en solidariteit wezenlijke kenmerken zijn van deze organisaties, zoeken ze vanuit hun thematieken steevast naar samenwerking met andere organisaties. Binnen, maar zeker ook buiten het sociaal-cultureel werk. Zo zijn bijvoorbeeld jeugd en milieuorganisaties, amateurkunstenorganisaties en bredere sociale organisaties vaak natuurlijke partners bij hun talloze projecten en activiteiten.

Hoe gaan die organisaties te werk?

Sociaal-culturele organisaties zijn erop gericht om het individu te versterken om van daaruit de samenleving te versterken. Dat klinkt mogelijks wat wollig, maar denk aan een organisatie die vormingen organiseert om het zelfvertrouwen van kwetsbare mensen op te krikken. Wie meer zelfvertrouwen heeft, staat meer zelfzeker in de samenleving en zal ook sneller een positieve/actieve rol spelen in die samenleving. Of een organisatie die mensen bewuster leert omgaan met de ecologisch-economische grenzen van onze planeet zal zowel individuen inspireren om het over een andere boeg te gooien als geduldig sleutelen aan onze politiek-maatschappelijke spelregels. In het jargon van het recentste decreet (°2017) spelen erkende sociaal-culturele organisaties dan ook drie rollen tegelijk. Voor mens en samenleving dus. Ze verbinden mensen en groepen waardoor die elkaar beter leren kennen en meer vertrouwen. Op die manier groeien mensen als burgers in onze samenleving. Ze zetten mensen ook kritisch aan het denken over bepaalde kwesties en werken zo aan kritisch burgerschap. Tot slot ondernemen sociaal-culturele organisaties allerlei experimenten om maatschappelijke verandering te realiseren. Ze vormen als het ware een laboratorium voor antwoorden op moeilijke samenlevingskwesties, waarin mensen hun ondernemend burgerschap kunnen ontwikkelen. En alsof dat nog niet genoeg is, worden de acties en interventies die ze organiseren om hun maatschappelijke missie en deze drie rollen te realiseren, nog eens ingedeeld in vier functies: de gemeenschapsvormende functie, de lerende functie, de maatschappelijke bewegingsfunctie en de cultuurfunctie. Organisaties moeten minstens 2 functies kiezen waar ze expliciet mee aan de slag gaan. Ruim 88% van de 131 erkende sociaal-culturele organisaties zetten in op de leerfunctie, 85% op de maatschappelijke bewegingsfunctie, 71% op de gemeenschapsvormende en 40% op de cultuurfunctie. Meer over de invulling van deze rollen en functies lees je op de website van Socius.
FMDO Muntpunt Web lowres 3

Met en voor wie werken deze organisaties?

Voor jij en ik. Voor ons allemaal. 3 op 4 van de sociaal-culturele organisaties richten zich expliciet tot het brede publiek. De rest ontwikkelt een werking voor een specifieke kansengroep, zoals mensen met een migratieachtergrond, mensen met een beperking, mensen in armoede en (ex)-gedetineerden. Het gros dat zich tot een breed publiek richt, besteedt in hun werking veelal wel specifieke aandacht voor verschillende doelgroepen. Zo heeft 86% ervan een specifieke werking voor mensen met een migratieachtergrond en 68% zoomt in op de socio-economische drempels die mensen ervaren. 45% besteedt gericht aandacht aan zorgdrempels voor mensen met een beperking terwijl 24% zich expliciet richt op middenveldorganisaties in andere beleidsdomeinen.

Waar halen deze organisaties hun centen?

De sociaal-culturele sector haalt gemiddeld 50% van haar inkomsten uit overheidstoelagen en gemiddeld 50% uit eigen inkomsten. In "overheidstoelagen" zit de Vlaamse subsidie in het kader van het sociaal-cultureel decreet vervat, maar evengoed eventuele andere Vlaamse, lokale, federale of Europese subsidies. "Eigen inkomsten" halen sociaal-culturele organisaties hoofdzakelijk uit lidgelden, maar ook uit giften, verkoop e.d. Voor 2021 bedraagt de totale subsidie vanuit het sociaal-cultureel decreet voor de hele sector een goede 70 miljoen euro. (pssst, de totale Vlaamse begroting bedraagt ongeveer 45 miljard euro)

Meer weten?


Op zoek naar een overzichtelijk weergave van alle 131 erkende en gesubsidieerde sociaal-culturele organisaties (2021 - 2025)? Hopla, hier kan je de sectorposter downloaden.

Fan van historiek en evoluties? Wil je alles weten over hoe het nagelnieuwe decreet (°2024) tot stand kwam, wat de verschillen zijn met het vorige, waaraan erkende organisaties moeten voldoen en wat de geldende procedures en timing zijn? Klik dan op de tegel onderaan deze pagina ("Alles over het decreet Sociaal-Cultureel Volwassenwerk").
Voor vormingen over het omgaan met decretale rollen, functies en dergelijke, over het schrijven van een beleidsplan, over kwalitatieve rapportering enzovoort, kan je bij de collega's van Socius terecht. Zij maken je ook wegwijs in het nieuwe decreet.

Meer fan van nieuws heet van de naald? Je leest hier de laatste evoluties in het lopende decreet en onze artikels daarover.