header handjes

Dringend nood aan zuurstof: indexeer onze werkingssubsidies

Veel organisaties kunnen nog niet gedetailleerd becijferen wat de inflatie en exploderende energieprijzen hen gaan kosten. Maar het is wel al duidelijk dat deze energiecrisis en bijhorende inflatiedruk niet in een vacuüm gebeuren. Organisaties zijn nog lang niet bekomen van de coronaperiode. Daarin moesten ze hun werkingen drastisch bijsturen, met zware menselijke en financiële gevolgen. Na 10 jaar status quo is het dringend tijd om de totale subsidie-enveloppes van sociaal-culturele en amateurkunstenorganisaties te indexeren.

2022 actie werkingssubsidies vierkant
Meer dan een kwart van de organisaties in het sociaal-cultureel werk en amateurkunsten moest in 2020 en 2021 werknemers op tijdelijke werkloosheid zetten. Eigen inkomsten daalden fors en daardoor zakte ook het eigen verworven spaarpotje. De steunfondsen vanuit de Vlaamse regering hebben de organisaties geholpen die in acute problemen zaten. De gevreesde golf van organisatiefaillissementen kon beperkt blijven.

Deze oproep mee ondersteunen? Download hier het campagnebeeld

Op lokaal vlak zijn heel wat afdelingen en groepen niet meer opgestart na corona omdat vrijwilligers afhaakten. Die vrijwilligers staan nu opnieuw onder hevige druk door de energiecrisis. De financiële impact van deze crisis, zo snel na de vorige, duwt sociaal-culturele en amateurkunstenorganisaties opnieuw in het defensief. Onze organisaties investeren telkens opnieuw in mensen, in de maatschappij. Organisaties rekenen hun gestegen kosten zo weinig mogelijk door aan de mensen waarvoor ze dit doen. Ze weigeren hun soms kwetsbare doelgroepen nog kwetsbaarder te maken. Hier dreigt een gat te ontstaan dat zelfs onze inventieve sectoren niet kunnen dichten.

"We willen de drempel om deel te nemen aan activiteiten niet verhogen. Zeker niet voor mensen die al geïsoleerd dreigen te raken, zoals mensen met een beperking, mensen met armoede-ervaring, …"

Stijgende personeelskosten

Het kostenplaatje van sociaal-culturele en amateurkunstenorganisaties bestaat voor het grootste deel uit personeelskosten. Een correcte indexering van de loonkosten wordt niet volledig gedekt door subsidies en daarenboven worden stijgende werkingskosten helemaal niet gecompenseerd. Gevolg: stevige tekorten en liquiditeitsproblemen.

Gemiddeld kostte een werknemer in de socio-culturele sector in 2012 59.000 euro op jaarbasis. In 2021 was dat al meer dan 67.000 euro. De loonkost voor een kleine organisatie met 10 voltijdse werknemers is in dat jaar met 80.000 euro gestegen ten opzichte van 10 jaar daarvoor. Door de hoge inflatie en de stijgende prijzen, is de spilindex in de afgelopen maanden meermaals overschreden. Op basis van de voorspellingen van het Planbureau, zal een werknemer in de socioculturele sector tegen september 2023 jaarlijks 78.000 euro kosten. Dat is 11.000 euro meer dan twee jaar daarvoor. In vergelijking met 2012 zal het dus om een stijging van maar liefst 190.000 euro gaan voor een organisatie met 10 VTE.

Bron: Sociare, werkgeversfederatie voor de socio-culturele sector, waaronder ook de sociaal-culturele en amateurkunstensector.


Stijgende werkingskosten

"In zowat elke factuur die we krijgen, wordt de inflatie doorgerekend. Denk aan ons boekhoudkantoor, verzekeringen voor personeel en vrijwilligers, ICT-ondersteuners, huurprijzen, energieprijzen … maar even goed op papierprijzen en drukwerk (+50%)"

De werkingscomponent van de subsidie-enveloppes binnen sociaal-cultureel werk en de amateurkunsten wordt al sinds 2012 niet geïndexeerd. Dat is het gevolg van een toen regeringsbrede beslissing in Vlaanderen die werd toegepast op alle subsidiestromen aan social profitorganisaties. Ondertussen lijkt die niet-indexering haast een verworven feit. Dit wordt precair, vooral omdat de werkingskosten het laatste jaar exponentieel stegen. En blijven stijgen.
In de praktijk betekent dit dat 100 euro werkingsmiddelen in 2012 in 2022 eigenlijk 122 euro had moeten zijn. Door de niet-indexering en de inflatie is die in de feiten nog 90euro waard. Een verschil van 30 euro voor elke 100. Dat tikt aan en is voor veel organisaties op middellange termijn niet vol te houden, noch op te lossen.
Het niet indexeren van werkingsmiddelen is niet langer houdbaar gezien huurkosten, energiekosten enz. wél geïndexeerd worden.

Stijgende energieprijzen

Specifiek met betrekking tot de energiefacturen kregen we de afgelopen dagen en weken verhalen van zowel (boven)lokale als Vlaams erkende organisaties over energiefacturen die hun financiële mogelijkheden overstijgen.
Alleen al voor de Vlaamse erkende organisaties samen berekenden we dat de exploderende energiefacturen intussen al een meerkost van 3,9 miljoen betekenen. Uiteraard staat de sector achter energiebesparende maatregelen. We moeten met z’n allen het tij keren. Maar de meeste organisaties hebben geen eigen infrastructuur en zijn dus afhankelijk van verhuurders. Bovendien is besparen door bijkomend te investeren in energiebesparing en renovatie momenteel ook heel erg duur. Lokale organisaties die over eigen infrastructuur beschikken kunnen dikwijls geen beroep doen op Vlaamse ondersteuning of botsen op de financiële beperkingen van lokale overheden. Het zijn nochtans net deze lokalen, kleine theaters en gemeenschapscentra die bij uitstek nood hebben aan energie-efficiënte renovaties en investeringen. De verwarming uitzetten? Activiteiten buiten organiseren? Met de herfst en de winter voor de deur is op deze manier besparen op energieprijzen allesbehalve evident. Voor organisaties waarvan de activiteiten enkel binnen kunnen plaatsvinden (bv. organisaties die werken rond podiumkunsten, theater en muziek) is dat al helemaal geen oplossing.

Stijgende menselijke kost …

"Onze vormingen rond veerkracht en psychologische weerbaarheid trekken, als enige, wel veel deelnemers aan. Dat is wat we als sector moeten doen. Mensen krachtiger maken, netwerken vormen en die ondersteunen."

Waar vele organisaties in het sociaal-cultureel werk en de amateurkunsten van wakker liggen, is wat deze crisis opnieuw met veel mensen doet. Net zoals tijdens de coronacrisissen moeten en willen we er vooral zijn voor hen. Werken aan weerbaarheid, elkaar ondersteunen in moeilijke tijden, mensen niet alleen laten zitten met hun problemen en vragen over de toekomst,… het is de essentie van ons bestaan.

Lokale tendensen en mogelijkheden

De inflatie speelt vooral ook de vele lokale verenigingen en vrijwilligers van het sociaal-cultureel werk en amateurkunsten parten. Ook zij worstelen met hogere energiefacturen, huurprijzen, drukwerk, …Tegelijk zien ze het aantal leden en inkomsten dalen.
Veel subsidies op lokaal niveau worden helemaal niet geïndexeerd. Lokale organisaties hebben vaak minder opties. De klassieke benefietacties, evenementen en fondsenwerving hebben ook hun grenzen, zeker nu de koopkracht van gezinnen zakt. In het volle besef dat veel lokale besturen ook in hetzelfde schuitje zitten, lijkt het ons noodzakelijk om samen te werken. Het is beter om te investeren in oplossingen waar alle inwoners baat bij hebben dan om elkaar te beconcurreren.
Heel concreet is het duidelijk dat het niet het moment is om huurprijzen van verenigingslokalen te verhogen. Maak samen met verenigingen en instellingen wel werk van onderlinge solidariteit. Zet bijvoorbeeld maximaal in op het delen van schoolinfrastructuur met organisaties. Herbekijk – al dan niet tijdelijk – lokale subsidiereglementen. Reken daarin bijvoorbeeld organisaties niet (langer) af op het aantal leden of aantal activiteiten. Tijdens corona stonden deze aantallen om evidente redenen onder druk. In een ander artikel zetten we op een rijtje hoe je als lokaal bestuur jouw verenigingen door de energiecrisis kan loodsen.

Onze vragen aan Vlaams beleid

Vanuit deze vaststellingen en argumentatie, geven we enkele dringende aanbevelingen aan de Vlaamse beleidsmakers.
  • Ga vanaf nu voor een volledige indexering van onze subsidies: personeels- én werkingsmiddelen. Denk daarbij breed: niet alleen de subsidies binnen onze decreten (Vlaams, bovenlokaal), maar ook laagdrempelige subsidies rond infrastructuur en verbouwingen.
  • Ook de VIA-middelen moeten omhoog, minstens rekening houdend met de gemiddelde personeelskost van 2022.
  • Hou waar nodig de flexibiliteit aan die er was tijdens de coronapandemie ten aanzien van de gewenste resultaten en criteria uit de decreten.
  • Als er rechtstreekse steun komt voor bedrijven in moeilijkheden, zorg er dan voor dat die ook toegankelijk is voor sociaal-culturele en amateurkunstenorganisaties.
  • Blijf investeren (in versneld tempo) in de energietransitie en in de energiebesparende maatregelen in de sociaal-culturele en amateurkunstensector.
  • Sociaal-cultureel werk en amateurkunsten spelen een essentiële rol in de samenleving, zeker in crisistijden. Zeker op lokaal niveau zitten besturen en organisaties in essentie in hetzelfde schuitje. Het is dan ook beter om lokaal samen te werken en te blijven investeren zodat alle inwoners er baat bij hebben, dan om elkaar te beconcurreren. Het is tegelijk aan de Vlaamse overheid om lokale besturen op het hart te drukken te blijven investeren in dat sociale weefsel.
Sociare, de werkgeversorganisatie van onder meer het sociaal-cultureel volwassenenwerk en amateurkunsten, stuurde op 13 september deze brief naar de volledige Vlaamse Regering waarin ze met aandrang vraagt om de werkingsmiddelen en personeelsmiddelen te indexeren naar analogie met de inflatie.
We onderzoeken momenteel wat de maatregelen in de Septemberverklaring van de Vlaamse regering betekenen voor onze organisaties.

Wat doet jouw organisatie om energie te besparen? Wat doet jouw lokale overheid ten aanzien van verenigingen? Wat verwacht je van de Vlaamse en federale overheid? Vernieuwende ideeën om de stijgende kosten aan te pakken?

Laat het ons weten! Bedankt alvast.

Bart Verhaeghe Neem contact op met Bart