header handjes

Internationale projecten en reiskosten: nieuwe spelregels voor de amateurkunsten

Per 1 februari 2019 gelden enkele nieuwe regels voor wie een internationaal amateurkunstenproject in Vlaanderen wil opzetten of aanspraak wil maken op een reistoelage. Na een traject van twee jaar vertaalde cultuurminister Sven Gatz dit in een uitvoeringsbesluit.

Adviescommissie bepleit vereenvoudiging en actualisatie

‘Vlaanderen heeft een voorbeeldfunctie inzake amateurkunstenbeleid.’ ‘Deze troef moet sterker uitgespeeld worden door in te zetten op internationale netwerking en uitwisseling.’ Vanuit die overtuiging (cfr. de beleidsnota Cultuur 2014-2019 en de beleidsbrief 2016-2017) gaf minister Sven Gatz de adviescommissie die de dossiers behandelt in november 2016 opdracht om de regelgeving grondig te herbekijken. Hun bevindingen:
  • Sommige disciplines vinden vlot de weg naar deze subsidielijn. Dat is het geval voor harmonieën, fanfares en brassbands, (volks)dans, folk en vocale muziek. Beeldende kunst, popmuziek, theater, foto, film en schrijven daarentegen blijven achter.
  • Internationaal gelijkstellen aan deelnemers uit minstens 3 landen is niet meer relevant.
  • Sterke internationale amateurkunstenprojecten vinden moeilijk de weg naar Europese of andere internationale subsidieprogramma’s.
Hun voorstel: Inzetten op 2 basisprincipes: verbreding en verdieping.
  • Verbreding betekent alle amateurkunstenaars, ongeacht discipline, kansen geven om internationale ervaring op te doen.
  • Verdieping beoogt uitwisseling en expertiseontwikkeling.
En, de mogelijkheid voorzien om in te zetten op cofinanciering voor internationale projecten.
Reis

Ga naar de projectregelingtussenkomst internationale reiskosten amateurkunsten.

Wat blijft? Wat wijzigt er finaal?

Na de principiële goedkeuringen, het advies van de SARC en de toetsing bij de Raad van State, ligt het besluit nu klaar voor definitieve goedkeuring door de Vlaamse Regering.
Het besluit treedt in werking vanaf 1 februari 2019. Meer info vind je op de site van de Vlaamse overheid. Ongewijzigd zijn volgende elementen:
  • Je kan een aanvraag indienen voor een internationale reistoelage (individu of als groep); of voor een internationaal cultureel project in Vlaanderen (enkel als amateurkunstenorganisatie of -groep).
  • Een PROJECT moet plaatsvinden in het Nederlands taalgebied of tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. De aanvraag moet voor 1 oktober ingediend, de commissie adviseert en uiteindelijk beslist de minister voor 31 december.
  • De REISTOELAGE is er voor deelname aan internationale projecten met internationale uitstraling (geen concertreizen) en enkel voor vervoerskosten naar het buitenland en terug.
Nieuw:
  • Het soort PROJECT (voorheen: evenement of congres) wordt niet langer door de overheid gedefinieerd, de deelname van minstens drie landen wordt losgelaten en de criteria om te voldoen zijn sterk gewijzigd. Ze spelen nu meer in op de maatschappelijke en inhoudelijke meerwaarde en beogen diversiteit, kwaliteit en duurzaamheid.  
  • Ook voor reiskosten geldt geen strikte afbakening meer (voorheen wel: wedstrijd, festival/tentoonstelling, activiteit of cursus), de beperking van max. 75% toelage of plafondbedragen worden losgelaten, er komen andere toetsingscriteria, er zijn nu drie indiendata (uiterlijk 15 oktober, 15 februari en 15 juni) i.p.v. twee en de administratie adviseert altijd i.p.v. soms (vroeger naargelang het aangevraagde bedrag).
  • De alinea COFINANCIERING is toegevoegd. Dit voor organisaties die een internationaal project willen uitvoeren waarvoor cofinanciering vereist is. Het toegekende bedrag kan max. 10.000 euro per jaar bedragen en is bedoeld als extra duwtje in de rug.
Voor alle aanvragen samen is jaarlijks om en bij de 400.000 euro voorzien.

Door ons gewikt en gewogen

Een gemiste kans is dat feitelijke verenigingen nog steeds geen aanvragen meer kunnen indienen, terwijl de overheid net verbreding voor ogen heeft. Na een overgangsjaar zal elke aanvrager vanaf 2020 moeten aantonen over rechtspersoonlijkheid te beschikken, ook voor beperktere tussenkomsten zoals voor reiskosten. Analogie met overige wetgeving ligt hiervan aan de basis, net als de wens om zich te richten tot groepen met enige kwaliteit en ambitie, ook op zakelijk vlak. De nieuwe regeling vertrekt niet vanuit bestaande categorieën maar laat openheid en kansen om projecten zelf invulling te geven. Meer indiendata en vlottere procedures zullen de aanvrager ten goede komen en de geactualiseerde kwaliteitscriteria spelen in op de maatschappelijke realiteit. We hopen dat de basisprincipes verbreding en verdieping hiermee effectief bewaarheid worden.