Geen subsidies meer voor juridische kosten?
vrijdag 17 oktober 2025
In het ontwerp van het Programmadecreet 2026 dat de Vlaamse Regering op 3 oktober goedkeurde duikt een opvallende bepaling op: organisaties zouden hun Vlaamse subsidies niet langer mogen gebruiken voor juridische kosten wanneer ze een procedure aanspannen tegen de Vlaamse overheid. Een bedenkelijke maatregel waarvoor de Vlaamse regering zich op de borst klopt, maar tegelijk heel wat vragen oproept.
De motivering voor de uitleg is verrassend summier: “Met het oog op het bereiken van een begrotingsevenwicht zullen er in 2026 budgettaire inspanningen nodig zijn.” Een uitleg die volgens verschillende adviesraden alvast te mager is voor een bepaling met zo’n ingrijpende gevolgen. Het verbod is ook niet min. Het geldt niet enkel voor advocatenhonoraria, maar ook voor rolrechten, bemiddelingskosten, deurwaarderskosten en juridisch advies, verduidelijkt de memorie van toelichting.
Vage formuleringen, duidelijke impact
Het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) noemt de bepaling te ruim en te vaag. Termen als "rechtstreeks of onrechtstreeks" en "onder meer" creëren volgens de raad een risico op willekeur. Wie een beslissing van de Vlaamse overheid juridisch aanvecht, zou zijn subsidies kunnen verliezen of teruggevorderd zien. De SERV vraagt dan ook dat de bepaling veel duidelijker wordt afgebakend, om te vermijden dat kritische organisaties financieel worden gestraft voor het verdedigen van hun rechten.De Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) sluit zich daarbij aan. In haar advies waarschuwt de raad dat de maatregel rechtsonzekerheid creëert, vooral voor kleinere organisaties die minder juridische slagkracht hebben. “Het recht van verdediging moet te allen tijde gevrijwaard blijven,” stelt de SARC, die eraan toevoegt dat de bepaling bovendien haaks staat op de recente belofte van planlastvermindering voor gesubsidieerde sectoren. Net nu organisaties kampen met besparingen en complexe regelgeving, dreigt dit nieuwe verbod nog meer juridische en administratieve onzekerheid te creëren.
Vertrouwen onder druk
Voor sociaal-culturele organisaties, die werken met subsidies en een maatschappelijke rol opnemen in het publieke debat, is deze bepaling zeer zorgwekkend. Voor hen is het overigens meer dan een technische aanpassing. Het raakt aan de kern van het vertrouwen tussen overheid en gesubsidieerde sectoren en ondermijnt rechtsgelijkheid. Een overheid die via restricties op de aanwending van subsidies juridische stappen ontmoedigt, stelt een gevaarlijk precedent en zet de rechtsbescherming van het middenveld onder druk. Is het overigens niet één van de essentiële taken van het middenveld om burgers te beschermen tegen een overheid die regels overtreedt of haar macht misbruikt?In haar rapport 'Ruimte voor mensenrechtenverdedigers in België' (p.59 e.v.) stipt ook het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM) aan dat "het waarborgen van de autonomie van deze organisaties van vitaal belang is voor het doeltreffend bevorderen en beschermen van mensenrechten. Daarom is het noodzakelijk om financiële toekenningen zorgvuldig te beheren om ervoor te zorgen dat de integriteit en vrijheid van mensenrechtenorganisaties behouden blijven, waardoor zij zich kunnen concentreren op hun missie zonder externe invloeden. Het is onacceptabel dat de overheid zich op ongepaste wijze mengt in de activiteiten van mensenrechtenorganisaties door subsidies op een ongeoorloofde manier in te trekken (of er mee dreigen deze in te trekken)."
Rechtsbescherming is geen luxe, maar een fundament van een gezonde democratie. Organisaties moeten hun overheid kunnen aanspreken zonder angst voor financiële repercussies.
Oproep tot herziening
Zowel de SERV als de SARC vragen de Vlaamse Regering om deze bepaling grondig te herzien en te verduidelijken. De Federatie onderschrijft die oproep. Rechtszekerheid, transparantie en vertrouwen zijn basisvoorwaarden voor goed bestuur, ook – of zeker – in tijden van besparing.
Dovemansgesprek in parlement
Mieke Schauvliege (Groen)
Mieke Schauvliege (Groen) stelde op 21 oktober in de Commissie voor Financiën enkele pertinente vragen aan bevoegd minister Ben Weyts (N-VA). Ze wilde weten wat de juridische basis is van deze ‘verstopte’ ingreep en hoe die zich verhoudt tot 2 rechten in de grondwet, namelijk de toegang tot recht en vrijheid van vereniging. En was er overleg gepleegd met het middenveld hierover?
De minister beklemtoonde herhaaldelijk dat dit voor hem past in het terugdraaien van de ‘subsidiecultuur’ die – nog aldus de minister – veel te sterk doorgeslagen is in Vlaanderen. Evenzeer benadrukte hij – na tussenkomst van Vlaams Belang – dat hij daar wat hem betreft graag nog veel verder zou in gaan. Want ‘elke euro telt’. Hij lachte het idee dat dit een ‘buitensporige inmenging’ zou zijn weg, want er zijn nu eenmaal criteria verbonden aan subsidies. Om dit te controleren – ook een vraag van Vlaams Belang – is er niks extra nodig, aldus de minister, want de Inspectie van Financiën kan nu al op eigen initiatief audits uitvoeren in het kader van het VTS (= verstrengd toezicht subsidies). En o ja, dit is allerminst een schending van rechten, vond de minister. “Alle rechten blijven gewaarborgd, maar we gaan ze niet meer subsidiëren. Dat is de logica zelve”. Schauvliege merkte op dat de kerntaak van heel wat middenveldorganisaties – opkomen voor mensen met bv. een beperking – hierdoor wel degelijk stevig gehypothekeerd wordt. Tot slot verweet ze deze Vlaamse regering “slechte wetten te maken en dan de kraan dicht te draaien als organisaties daartegen juridisch willen optreden”.
Lees hier het verslag van dit luik van de Commissie financiën.
