
Gescosubsidies in het gedrang voor 8 organisaties
donderdag 16 april 2020
Maart 2020: acht organisaties kregen de gebruikelijke brief van de administratie over de uitbetaling van hun Gesco-subsidies voor dit jaar. De afsluitende paragraaf zorgde voor een paniekgolf, want die stelde dat minister Jambon aan het parlement de intentie had meegegeven om vanaf volgend jaar deze subsidie niet langer te geven. Subsidies die -in een afbouwscenario- ingeschreven waren in een decreet van maart 2019. Ook parlementairen van oppositie en meerderheid vielen van hun stoel. Intentie? Wie? Wat? Waar?

Even recapituleren
In de vorige legislatuur schafte Vlaanderen de Gesco-statuten af: de middelen schoven naar de diverse beleidsdomeinen, van waaruit verder beleid kon worden gevoerd. Toenmalig cultuurminister Gatz werkte hier grosso modo als volgt mee: organisaties die via een decreet subsidies ontvingen, kregen voor de verdere looptijd van hun beleidsperiode de Gesco-middelen nog, zodat deze bij volgende beoordelingsrondes in de grote verdelingspot terecht kwamen. Voor organisaties die niet onder een decreet vielen, organiseerde hij een afbouwscenario.Netjes decretaal verankeren
Voor een achttal organisaties zijn deze Gescomiddelen een belangrijke levenslijn. Het gaat om organisaties in de sociaal-culturele en artistieke regionen die dus geen andere Vlaamse subsidie krijgen. Bijvoorbeeld: Incar Danspektakel (Lebbeke), Elcker-Ik (Antwerpen), kunstencentrum België (Hasselt), Stroom vzw (Turnhout) de organisatie in beeldende kunst W What (Leuven), het Fakkeltheater (Antwerpen). Met hen sprak minister Gatz - en vervolgens de Vlaamse regering, en vervolgens het Vlaams parlement - het volgende af: zij krijgen tot en met volgend jaar hun middelen en zien ze dan op drie jaar tijd telkens met een derde verminderen. In 2024 zou de afbouw daardoor zijn gerealiseerd. Dit zou aan deze organisaties de tijd en ruimte geven om te heroriënteren. Het was maart 2019, een jaar geleden, dus, toen het parlement deze afspraak bekrachtigde en ook stemde over wat er binnen afzienbare tijd met deze middelen moest gebeuren: zij zouden worden toegevoegd aan het decreet bovenlokale cultuur.
Orry Van de Wauwer (r), CD&V