header handjes

Het gaat slecht met het verenigingsleven? Think again!

De vierde editie van de Participatiesurvey toont enkele hoopgevende tendensen en biedt -ietwat onverwacht- inzicht in cultuurparticipatie van net vóór corona, tijdens de lockdowns en toen het ergste leed geleden was. Opvallend: de algemene participatie aan het verenigingsleven blijft al sinds 2004 stabiel. De regelmatige onheilstijdingen daarover kloppen dus niet. Er zijn wel belangrijke verschuivingen merkbaar.

Wat is de participatiesurvey?

De participatiesurvey is een grootschalig bevolkingsonderzoek naar de deelname aan het sociale, culturele en sportieve leven in Vlaanderen. In de regel gebeurt dit om de 5 jaar. In 2004, 2009, 2014 en 2020. Omwille van corona werd de laatste editie opgedeeld in drie bevragingsmomenten, in 2020, 2021 en 2022. In totaal namen 1706 Vlamingen deel aan deze laatste editie. Op 8 november 2022 stelden het Kenniscentrum Cultuur- en Mediaparticipatie, het Onderzoeksplatform Sport en het Jeugdonderzoeksplatform de resultaten voor. Omdat het onderzoek al sinds 2004 loopt, biedt het onderzoek inzicht in evoluties en trends in participatie.

Verenigingsleven houdt stand, met dank aan hobbyverenigingen en hogere scholingsgraad

De vaak gehoorde stelling dat de deelname aan het verenigingsleven achteruitgaat blijkt niet uit de participatiegraden. Sinds 2004 blijft de algemene participatiegraad aan het verenigingsleven rond de 55%. Opmerkelijk is wel dat de participatie op peil blijft dankzij een stijgende scholarisatiegraad. Het zijn de hoogopgeleiden - die steevast meer participeren - die een dalende tendens in absolute cijfers compenseren. Als we meer inzoomen zien we interessante verschuivingen. Zo zitten hobbyclubs, wijk- of buurtcomités, humanitaire verenigingen en doelgroepverenigingen in de lift. De deelname aan hobbyclubs stijgt met bijna 12%. Ze omvatten activiteiten als schaken, quizzen, koken, motorrijden e.d. Vrouwen- en seniorenverenigingen zitten dan weer in de hoek waar de klappen vallen. In totaliteit blijft deelname aan gemeenschapsvormende verenigingen (met 24,1%) wel stabiel, dus andere verenigingen compenseren die daling. Ook deelname aan sportverenigingen (26.1%) en aan cultuurverenigingen (9,4%) blijft (relatief) stabiel. Deelname aan maatschappelijke bewegingen (11%) stijgt ten opzichte van 10 jaar geleden, maar zit nog onder het peil van 2004. In de survey worden sociaal-culturele verenigingen onderverdeeld in drie ruime categorieën. Er zijn (1) de gemeenschapsvormende verenigingen die zich richten op groepen die gemeenschappelijke kenmerken vertonen, zoals persoonskenmerken (bv. geslacht, leeftijd), culturele of symbolische eigenschappen (bv. levensbeschouwing, culturele achtergrond, ideologie) of goederen (bv. ruimte, middelen). Ook religieuze en levensbeschouwelijke organisaties, vrouwenverenigingen, seniorenverenigingen, doelgroepverenigingen en jeugdorganisaties vallen hieronder. Daarnaast zijn er (2) de maatschappelijke bewegingen. Verenigingen waarin de bewegingsfunctie zeer centraal staat. Zij richten zich op maatschappelijke kwesties zoals mensenrechten, armoede, duurzaamheid, … die voorwerp zijn van het hedendaagse publiek en politiek debat en waarvoor deze organisaties zich duidelijk engageren. Hieronder vallen milieu- en natuurverenigingen, verenigingen die mensen met een handicap, in kansarmoede ... helpen en verenigingen die ijveren voor internationale vrede en ontwikkeling van de Derde Wereldlanden. Tot slot zijn er (3) de cultuurverenigingen. Organisaties die erop gericht zijn cultuur te creëren, te bewaren, te delen en er aan deel te nemen. Hiertoe rekent men de amateurkunstverenigingen, de cultuurfondsen, en de verenigingen voor erfgoed.
Categorieën verenigingen

Laaggeschoolden haken af

Het baart zorgen dat in het sociaal-cultureel verenigingsleven zowel de kloof tussen laag- en middengeschoolden als tussen midden- en hooggeschoolden blijft stijgen. Laaggeschoolden laten het sociaal-culturele verenigingsleven dus steeds vaker links liggen. Maar ook dat is te nuanceren. Opleidingsverschillen zijn vooral merkbaar bij de (nieuwe) maatschappelijke bewegingen en cultuurverenigingen. Bij de gemeenschapsvormende verenigingen speelt dit een pak minder. Zij slagen er dus best in om alle sociale lagen van de bevolking te bereiken. Kijken we naar gender, dan stellen we vast dat vrouwen significant meer deelnemen aan activiteiten van gemeenschapsvormende verenigingen dan mannen. Bij de twee andere types zijn er nauwelijks genderverschillen. In elk sociaal-cultureel verenigingstype zien we hogere participatiegraden bij de oudere leeftijdsgroepen.
Danspunt

Danspunt, foto: Sophie Nuytten

Cultuurparticipatie: we kijken meer; we doen evenveel mee

De "receptieve cultuurparticipatie" - buitenshuis een museum of concert bezoeken bijvoorbeeld - zit in stijgende lijn. Tussen 2004 en 2014 deed zowat 75 procent minstens één keer iets cultureels in het half jaar voor de bevraging. Nadien zat de cultuurdeelname in de lift en steeg ze in 2020 tot 80 procent. Omdat hoogopgeleiden een groter aandeel in onze samenleving vormen en hoogopgeleiden ook meer participeren aan uithuizige cultuur stelt men hogere participatiegraden vast. De actieve deelname aan cultuur, amateurkunstbeoefening dus, blijft in 2020 (vóór corona toesloeg) stabiel. Bijna 30% van de Vlamingen beoefent anno 2020 een creatieve hobby en oefent deze minstens maandelijks uit. Voor muziek is dat 13,1%, voor beeldende kunst (waaronder ook film, video, schilderen, tekenen e.d. valt) is dat 12,4%. Dans en toneel klokt af op 9% en schrijven op 2,8%.
    Goed nieuws is dat zowel de kloof tussen laag-en middenopgeleiden als die tussen midden- en hoogopgeleiden in de amateurkunstensector steeds kleiner wordt.

    Corona: vooral gemeenschapsvorming is de pineut

    In het globale verenigingsleven heeft corona geen impact op de algemene participatiegraad. Als men de sportverenigingen buiten beschouwing laat, is wel een kleine dip te merken bij de sociaal-culturele verenigingen, die zich nog niet volledig herstelt in 2022. Binnen die brede groep zijn het vooral de gemeenschapsvormende organisaties - waar ontmoeting centraal staat - die een sterke daling optekenen in 2021 en 2022. Aanknopen met het pré-coronatijdperk is dus voor velen niet evident. Misschien vind je -als vereniging of als lokaal bestuur- in onze inspiratiekit wel een welkom duwtje in de rug?

    Op deze website kan je zelf snuisteren in de resultaten van de participatiesurvey. Via de webtools kan je zelf tabellen en grafieken construeren.

    Andere cijfers die beleidsmakers en organisatieverantwoordelijken tot diepgaande inzichten kunnen brengen, vind je via de lokale vrijetijdsmonitor. Duik ook even in die dataset.

    Bart Verhaeghe Neem contact op met Bart