Het verenigingsleven is in transitie. Bewust kiezen voor nieuwe strategieën vergt tijd maar loont.
woensdag 1 oktober 2025
Het culturele verenigingsleven bewijst al decennialang lang haar waarde en is meer dan ooit maatschappelijk relevant. Maar het zijn pittige tijden. Het vertrouwde model met overal in Vlaanderen ‘lokale afdelingen’ is niet langer evident. Daarom moeten oude gewoontes op z’n minst in vraag worden gesteld. En dat doet het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Er wordt gezocht én gevonden. We gunnen lokale besturen graag een inkijk in de interne vernieuwing die bezig is.
Vrijwilligers zijn niet meer dezelfde
‘Verenigingen staan onder druk’, horen we vaak. Maar is dat zo? In welke mate? En vooral, wat zijn de alternatieven? 1,3 miljoen Vlamingen zet zich volgens de Koning Boudewijnstichting vrijwillig in voor maatschappelijke kwesties. Sociaal-culturele organisaties kunnen nog steeds rekenen op relatief veel vrijwilligers. Vlaanderen mag bovendien nog altijd trots zijn op grote, sociaal-culturele koepelorganisaties (zoals Internatioaal Comité, Ferm, Gezinsbond, Raak, Vief, …) die makkelijk 300 lokale groepen of meer tellen. Maar toegegeven. Veel verenigingen vinden moeilijker vers bloed dat warmloopt voor diepgaand engagement. Sectorbreed zijn we aan flexibel omdenken toe. De vertrouwde kijk op vrijwillige inzet haakt niet altijd naadloos in op hedendaags engagement. Vergrijzing, minder doorstroom van bv. moeder op dochter, kleinere verenigingen, doorsnee te wit, kortere engagementen, intergenerationele verschillen, met velen in dezelfde vrijwilligerspool vissen,… Het zijn gekende obstakels, waar de sector het hoofd aan tracht te bieden. Niet alleen door de term ‘vrijwilliger’ steeds bewuster los te laten en te kiezen voor een woord dat meer in het verlengde van de eigen organisatie ligt, zoals onderzoek van Socius uitwijst; Maar ook door diep na te denken en te handelen naar de uitdagingen die op hen afkomen (zie verder ‘strategieën).Friskijkers en dwarsdenkers
Volgens onderzoek van KULeuven/HIVA primeert vast vrijwilligerswerk nog altijd. Al neemt momentgebonden vrijwilligerswerk ook voor sociaal-cultureel volwassenwerk toe. Mensen binden zich niet meer levenslang aan een vereniging. Ze zetten zich eerder ‘vanuit overtuiging’ in voor kortere projecten en lossere verbanden. Die verandering daagt onze sector uit. Verenigingskoepels gaan op zoek naar wendbare organisatiestructuren. Daarom houden ze niet langer (alleen) aan het traditionele ‘ledenmodel’ vast. Naast kwantiteit zijn ook kwaliteit en impact hun drijfveer. In het voorjaar van 2025 liep De Federatie, een traject met een 30-tal lidorganisaties waarin vrijuit werd gesproken over de grote werven en uitdagingen van traditionele verenigingen. Een boodschap die ze alvast graag delen is deze:Traditionele verenigingen vinden zichzelf (steeds) opnieuw uit
- Inzetten op kleinere kernen als alternatief voor traditionele besturen. D.w.z. Een stabiele, centrale cel aangevuld met flexibel inzetbare project-, actie-, of taakvrijwilligers.
- Niet elk lokaal initiatief identificeert zich als vereniging, maar ze delen vaak wel dezelfde waarden als een koepel en zoeken daarom aansluiting.
- Daar waar goesting en capaciteit is, meer tijdelijke groepen / open systemen installeren waarbij deelnemers voor onbepaalde duur mede-initiatiefnemers zijn.
- Vaker project- of themaparticipatie met heldere focus (zoals splinterexpertise die inspeelt op actuele zaken) of spin-offs (voor sport, jongeren, …).
- ‘Verstillende groepen’ worden vanuit de koepel soms bewust losgelaten. (Ook al krijgen ze nationaal geen ondersteuning meer, lokaal kunnen ze wel nog waardevol zijn en verder gediend zijn met een kleine, lokale toelage).
- Nieuwe groepen initiëren, op basis van specifieke doelgroepen, lukt dikwijls aardig. Ook ‘de buurt’ is een aantrekking thema om levendige groep rond te vormen. Zeker als de taken aansluiten bij de talenten en ambities van inwoners.
- Loskomen van de ‘klassieke ondersteuning’ (top-down) en vaker outreachend werken (welke noden leven in het veld).
- Fusies van verenigingen hoeven geen taboe te zijn. De tijd dat koepels centen kregen per aangesloten groep is allang voorbij. Een samensmelting is echter maar zinvol als de groep zijn eigen identiteit en doelen (deels) kan bewaren.
- Sommige organisaties kiezen er bewust voor om op bovenlokaal niveau extra hubs te creëren, naast lokale afdelingen.
- Digitale community’s (zoals online platforms of whatsapp groepen) zijn eerder een hulpmiddel, bovenop het fysiek contact. Maar door hun reikwijdte (plaats- en tijdloos) is het een krachtige extra om dingen in beweging te zetten.
- Plekwerk is aan een opmars bezig. In dat geval staat de locatie, en de daaruit voortvloeiende mogelijkheden, centraal in de werking. Denk aan een buurttuin, oude fabriekssite, …
- Bestaande taken worden in kleinere deeltaken opgedeeld. Zo ga je van een groot engagement naar behapbaar vrijwilligerswerk.
Vernieuwing aan de basis betekent ook bestuurlijke systeemverandering
De wereld verandert. Het verenigingsleven evolueert mee. Zijn ook de beleidskaders van lokale besturen voldoende afgestemd op deze nieuwe realiteiten?- Het zit ‘m soms in kleine dingen zoals taal. Vraag niet langer naar vaste bestuursleden, want groepen kunnen zeer volatiel en taakgericht zijn (een contactpersoon volstaat).
- Ontmoedig niet (onbewust) de kracht van samenwerking. Dubbele financiering is niet ok, maar een aanmoedigingspremie voor samenspel geeft vleugels.
- Wees waakzaam voor te hoge eisen (administratie, bewijslast…) in ruil voor beperkte steun (subsidie, logistiek, ...).
- Waardeer volop het kleine ontmoeten. Hoe eenvoudig ook van aard: een t/kaartnamiddag in de strijd tegen eenzaamheid is waardevol! Geloof daarin en vuur ook klein initiatief aan.
- De lokale verankering van thematische, tijdelijke of bovenlokale groepen is niet vanzelfsprekend. Zoek manieren om deze toch te koesteren. Denk aan zichtbaarheid van hun aanbod, promotie, gebruik materiaal en ruimte, lerende netwerken, prikkelende bijeenkomsten, centraal aanspreekpunt, coaching…
- Gemeenten kunnen schitteren door lokale verenigingen te verbinden en/of zich samen achter één doel te scharen. Meer vreugde, meer impact.
- Duw in alle ijver, bestaande vrijwilligersgroepen niet weg, waar ze succesvol in zijn: ouderen een leuke tijd bezorgen, buurtactiviteiten, opruimacties, sociale events, kinderopvang, buddysystemen, cultuurbeleving, … Vertrek vanuit wat de mensen willen doen in hun vrije tijd en versterk dat draagvlak i.p.v. als gemeente alles zelf te willen organiseren.
- Neem de rol van wegwijzer op (bv. voor burgers die een formeel engagement willen opnemen in een vereniging), maar zet ook met je verenigingen (of vrij willig, los initiatie) mee na over doorgroei of verduurzaming.
Niet alle verenigingen werken zo, maar dikwijls ontwaar je nog volgend model:
- Een nationale koepel die visie en het beleid bepalen. Zij coördineren de begeleiding van lokale groepen.
- Regioverantwoordelijken of ‘educatieve medewerkers’ op het terrein (in dienst van de koepel, maar lokaal actief). Zij verbinden, ondersteunen, geven info en vorming, pikken signalen op van onderuit.
- Lokale ‘afdelingen’ of groepen met vrijwilligers die activiteiten organiseren voor hun leden en geïnteresseerd publiek. Zij vormen het kloppend hart van de werking.
In deze vrijwilligersorganisaties beslissen burgers zelf rond welke maatschappelijke uitdagingen ze willen werken en hoe ze zich organiseren. De Vlaamse overheid erkent op dit moment 128 sociaal-culturele organisaties, waarvan een 55-tal op deze manier gestructureerd zijn. De overige werken meer campagnematig, zijn gespecialiseerd in vorming of participatieve trajecten.
Daarnaast telt Vlaanderen tal van lokale burgerinitiatieven. Zij wachten niet op het initiatief van een overheid of koepel, maar gaan zelf aan de slag om -kritische- voorstellen te formuleren of -in partnerschap- dingen te doen.
Interessant om ook even vast te pakken:
Trendrapport voor IGS’en cultuur, OP/TIL, 2025, p. 16
Sociaal-cultureel werk in de bovenlokale speelruimte, De Federatie, 2025. p 13-14.
Waarom deelnemers het sociaal-cultureel werk zo waarderen, De Federatie.
Slim Geregeld – Een kader om te reflecteren hoe je gemeenschapsinitiatieven kan ondersteunen.
