header handjes

Let's Go Urban: over twee maten en twee gewichten

De verwikkelingen rond Let’s Go Urban, de organisatie van Sihame El Kaouakibi, zorgen al enige tijd voor een rollercoaster van (soms boude) uitspraken, artikels en opinies over subsidies, criteria, verantwoording en dergelijke. Als federatie van sociaal-culturele en amateurkunstenorganisaties brengen we aan de hand van een paar uittreksels graag wat perspectief in dit verhaal en zetten we enkele puntjes op de i.

Over vertrouwen en verantwoording

Iedereen die ooit een gesubsidieerde vzw heeft geleid, krabt zich in de haren bij het verhaal over de vzw Let’s Go Urban.
Bieke Purnelle in MO*
De sociaal-culturele en amateurkunstenorganisaties die erkend en gesubsidieerd zijn binnen een Vlaams decreet, moeten hun financiële doen en laten jaarlijks laten controleren. Inhoudelijk is er steevast een minutieus voorbereid en opgebouwd beleidsplan nodig en wat later een voortgangsrapport dat -even minutieus- de stand van zaken weergeeft. Veel papier, maar leest iemand dat? Jazeker. Meerdere mensen zelfs, verdeeld over verschillende commissies die altijd bestaan uit een combinatie van Vlaamse ambtenaren en onafhankelijke experten. Die geven eerst een preadvies, vervolgens een advies waarop de minister beslist op basis van deze adviezen. In onze sectoren is er dus allesbehalve een gebrek aan controle, wel integendeel.
En zo hoort het ook. Toen het samenwerkingsverband van het middenveld in Vlaanderen – de Verenigde Verenigingen – enkele jaren geleden pleitte voor meer ‘vertrouwen boven verantwoording’ in Vlaamse subsidiereglementen, doelde men op het beperken van planlast en kwantitatieve – weinig zeggende – verantwoordingselementen. Om op die manier meer ruimte te maken voor reële verantwoording en vertrouwen in de werking van organisaties. Een pleidooi dus voor vertrouwen én verantwoording in een weloverwogen balans. Niet voor het soort blinde ‘vertrouwen’ dat LGU naar verluidt jarenlang genoot bij menig politicus.

Subsidieslurpers: 2 maten en 2 gewichten?

Het is niet zo dat de vzw’s de grootste subsidieontvangers zijn. De bedrijven staan op nummer één, zeker als je ver­doken subsidies die belasting­aftrekken heten, meerekent.
Guy Tegenbos in De Standaard
Overheden – Europees, federaal, Vlaams, lokaal – investeren belastinggeld in zaken die ze belangrijk vinden. Omdat het economisch belangrijk is en/of maatschappelijk waardevol. Die investeringen worden soms ook subsidies genoemd, blijkbaar afhankelijk van wie dat belastinggeld ontvangt. Zo is “Vlaamse veerkracht” – het naar eigen zeggen omvangrijkste investeringsprogramma in Vlaanderen óóit – in essentie één grote subsidiepot… maar naar concrete elementen waarbij sociaal-culturele en amateurkunstenorganisaties hun voordeel kunnen doen, is het wat zoeken. Terwijl in de ene ‘essentiële sector’ ‘geïnvesteerd’ wordt, krijgt de andere even essentiële sector dus een ‘subsidie’. Stephanie D’Hose (Open Vld) stelt in Knack dat “zo het achterhaalde beeld in stand gehouden wordt, dat wie gesubsidieerd wordt, een luierik aan het staatsinfuus is. Daarbij gaat men volledig voorbij aan de vele hardwerkende organisaties, artiesten, kunstenaars en het middenveld, waar het Vlaanderen van vandaag voor geroemd wordt in het buitenland.”
Momenteel gaat overigens nog niet één (1!) procent van de Vlaamse begroting naar “cultuur”. Onder die noemer vallen alle kunsten-, erfgoed-, circus-, amateurkunsten- en sociaal-culturele organisaties. Dat zijn samen véél organisaties die dus verhoudingsgewijs bijzonder weinig subsidies slurpen. Bovendien is de sociaal-culturele sector – binnen het brede culturele veld –de kampioen in het aantrekken van andere inkomsten, naast hun subsidies. Het gaat dan gemiddeld om een verhouding van 50% subsidies en 50% eigen inkomsten. Dat lijkt ons een faire ‘investering’ gezien het grote maatschappelijke belang van deze sector, die nogmaals tot uiting kwam in coronatijden.
Danser roze

Verdachtmakingen: 2 maten en 2 gewichten?

Het is niet omdat er één stout kindje in de klas zit, dat de hele school gesloten moet worden. Omdat er vermeend misbruik van overheidsgeld zou zijn bij één vzw, wordt iedereen die vandaag met subsidies werkt met een scheef oog bekeken.
Stephanie D'Hose (Open Vld) in Knack
De malversaties bij LGU worden heel breed uitgesmeerd. Niet onlogisch, want het heeft nu eenmaal iets weg van een schelmenroman met bekende, polariserende protagonisten. Maar moet alles wat van dicht of ver op LGU lijkt dan in de klappen delen?
Bieke Purnelle in MO*: Wanneer bedrijven hun winst veilig parkeren in Panama veronderstellen we terecht niet dat elk bedrijf belastingen ontduikt. Wanneer een vzw ter integratie van jongeren, opgericht door een vrouw van kleur, misstappen begaat, dan moet de hele integratiesector, en bij uitbreiding de hele gesubsidieerde sector op de schop, alsof misbruik de norm is in plaats van de uitzondering.” Stephanie D’Hose (Open Vld) verwoordt het als volgt: “Het is niet omdat er één stout kindje in de klas zit, dat de hele school gesloten moet worden. Omdat er vermeend misbruik van overheidsgeld zou zijn bij één vzw, wordt iedereen die vandaag met subsidies werkt met een scheef oog bekeken. Alsof steun ontvangen, per definitie tot misbruik leidt.”

Subsidiebeleid: 2 maten en 2 gewichten?

Let’s Go Urban past in het ideologische plaatje van de huidige centrumrechtse beleidsmakers.
Touria Aziz in De Standaard
Vanuit het opbouwwerk kijkt men al jaren met grote ogen naar het succes van LGU en dan vooral het gemak waarmee LGU subsidies leek aan te trekken. Touria Aziz, ex-medewerker bij jeugdhuis D’Broej dat in Brussel aan emancipatie van -vaak kansarme- jongeren werkt, zegt het zo: “De woede is nu gericht op Sihame El Kaouakibi. Maar we moeten onze pijlen richten op de politici die het kritische middenveld al jaren proberen de mond te snoeren omdat ze de luis in de pels van hun beleid zijn. Een Let’s Go Urban past in het ideologische plaatje van de huidige centrumrechtse beleidsmakers. Zij menen dat je door louter hard te werken en kansen te grijpen kunt ontsnappen aan sociale achterstelling, en miskennen het systematische karakter ­ervan.”
We kunnen er niet omheen dat er bij de subsidiëring van LGU geen objectiveerbare criteria gebruikt werden. Dat is wél het geval bij de 131 decretaal erkende sociaal-culturele organisaties en de 9 landelijke amateurkunstenorganisaties. Het zorgt ervoor dat organisaties met sterk verschillende achtergronden en overtuigingen, die al dan niet aansluiten bij de regerende politieke kleuren, dezelfde kansen krijgen op financiële steun. Een werkbaar, geobjectiveerd en transparant kader is dus belangrijk als je als beleidsmaker – gelijk op welk beleidsniveau – belastinggeld eerlijk wil verdelen. Dergelijke kaders ontbraken in het geval van LGU, wat inderdaad wijst op klassieke ‘vriendjespolitiek’.

Begrotingstekort oplossen = subsidie schrappen?

Denken dat het gat in de Vlaamse begroting kan gedicht worden door cultuursubsidies op de schop te nemen, is dwalen.
Stephanie D'Hose (Open Vld) in Knack
Een gat dichten in de begroting. Het lijkt de natte droom van menig politicus. En ook nu werd al snel gesuggereerd dat het kortwieken van cultuursubsidies het oplopende gat in de Vlaamse begroting zou dichten. Stephanie D’Hose antwoordde in Knack: “Denken dat het gat in de Vlaamse begroting kan gedicht worden door cultuursubsidies op de schop te nemen, is gewoon dwalen. Het aandeel cultuur binnen de Vlaamse begroting bedraagt vandaag amper 1 procent. Investeringen in cultuur zijn bovendien investeringen in mensen. Het kleine budget gaat voornamelijk naar lonen van artiesten, technici en andere medewerkers. De sector draait een omzet van 78,8 miljard euro en heeft een toegevoegde waarde van 12,5 miljard euro. Dit staat tegenover een aandeel van het Vlaamse budget voor cultuur dat in 2019 goed was voor 482 miljoen euro. De overheid is te vet, zeker, maar bij cultuur is het vet allang van de soep.”
Na jaren van besparingen, valt er dus niet veel meer te rapen bij de cultuursector.

Iets fout met sociaal ondernemerschap?

Laat het ons dus vooral hebben over ‘verantwoord’ sociaal ondernemen. Dat betekent: vertrekken vanuit de eigen missie en bestaansreden.
Professor bestuurskunde Bram Verschuere in De Tijd
Sihame El Kaouakibi noemde zichzelf steevast ‘sociaal ondernemer’. Met het LGU-debacle krijgt dit begrip nu ook een knauw. Guy Tegenbos: “Het begrip sociale ondernemers wordt de laatste tijd vaak tussen aanhalingstekens gezet om die wereld in opspraak te brengen. Anderen spreken van subsidieslurpers en culpabiliseren zo al wie subsidies nodig heeft. Dat is echt niet wat onze­ samenleving nodig heeft. Velen onderschatten het ondernemersgehalte, het engagement en de creativiteit die in en achter die talloze vzw’s zitten. Het is fantastisch dat burgers zich vrijwillig en zonder winstoogmerk, inzetten voor goede doelen. Ze tonen dat solidariteit en burgerzin en sociale cohesie en civiel kapitaal nog aanwezig zijn. Het is bewonderenswaardig hoe die vzw’s met de karige subsidies die de meeste krijgen hun verheven doelen proberen te bereiken."
Mensen publiek
Voormalig Vlaams cultuurminister Gatz (Open Vld) hamerde er altijd op dat sociaal-culturele organisaties ‘ondernemender’ moesten worden. Als in “meer middelen uit de markt halen” (en dus minder subsidies nodig hebben). Vele organisaties deden dat ook, niet omdat Gatz dat wilde, maar omdat subsidies daalden en ze hun werking wilden op peil houden of doen groeien. Moeten we in de nasleep van het Let’s Go Urban-schandaal het concept ‘sociaal ondernemerschap’ dan maar volledig afserveren? Zeker niet, stellen onderzoekers Bram Verschuere en Ben Suykens in De Tijd: “Ten eerste valt het zeker in Vlaanderen nogal mee, dat ‘bedrijfsmatig’ werken door sociale middenveldorganisaties. Tot nader order zijn socioculturele organisaties of welzijnsorganisaties nog niet veroordeeld tot commercie: het gros van de inkomsten komt via subsidies. Dat ze die subsidies moeten verantwoorden op basis van prestaties, is evident. Dat prestaties niet altijd meetbaar zijn, is ook evident: hoe meet je bijvoorbeeld de bijdrage van de jeugdbeweging aan het sociaal kapitaal in de gemeente?”
De Federatie spreekt zich niet uit over het concrete dossier van LGU, het is aan de rechtsstaat om zijn werk te doen. Maar we betreuren de teneur van de politieke en maatschappelijke debatten die eruit volgden. We blijven deze debatten van dichtbij opvolgen want begrotingsbeslissingen over de werking van talloze waardevolle sociaal-culturele en amateurkunstenorganisaties zijn te belangrijk om over te laten aan tendentieuze anekdotiek, halve waarheden en hele leugens.
Bart Verhaeghe Neem contact op met Bart