header handjes

Optimalisatie Decreet Bovenlokale cultuurwerking. Angels en aanknopingspunten.

Dossier: Decreet bovenlokale cultuurwerking

Het decreet Bovenlokale cultuurwerking ligt al een tijdje op de werktafel van minister Jambon. Op 26 mei passeerde het voorontwerp een eerste keer op de Vlaamse Regering. Wat staat er in de steigers? Wat zal in 2027 veranderen voor intergemeentelijke samenwerkingsverbanden bovenlokale cultuurwerking, het steunpunt en projectaanvragers? Waar wordt De Federatie gelukkig van en waar gaan wenkbrauwen fronsen. Eerste impressies.

Het Bovenlokaal Cultuurdecreet voelt lijviger dan voorheen. Niet verwonderlijk want Vlaams minister van Cultuur Jambon koos ervoor om vrijetijdsparticipatie binnen te brengen in dit decreet, net als het lokaal cultuurbeleid in Brussel. Hierdoor wordt het decreet niet alleen intenser, maar ook minder coherent en moeilijker leesbaar.
Dorp christian lue

foto: Christian Lue

Projectwerking krijgt welgekomen bijsturing

Een vaste pijler in het Bovenlokale cultuurdecreet was en is de projectregeling. Sinds 2020 kregen meer dan 180 initiatieven financiële steun. Na evaluatie stuurt de overheid bij:
  • De overheid zal voorzien in 2 subsidielijnen voor bovenlokale cultuurprojecten: een laagdrempelige subsidielijn voor kleine, bovenlokale cultuurprojecten enerzijds en een subsidielijn voor grote, transversale bovenlokale cultuurprojecten anderzijds.
  • Projecten van maximum 1 jaar, ingediend door kleinere, vaak niet-professionele spelers, zullen aan minder voorwaarden moeten voldoen. Samenwerking met partners krijgt veel nadruk.
  • Opmerkelijk: aanvragers -voor deze kleine projecten- moeten in een IGS (intergemeentelijk samenwerkingsverband met bovenlokale cultuurwerking) gevestigd zijn. Zo niet, komt je project niet in aanmerking.
  • Voorziene start in 2027. Intussen zal een tijdelijk reglement bovenstaande al introduceren.
  • De Vlaamse overheid blijft grote, transversale cultuurprojecten, zoals we die vandaag min of meer kennen, ondersteunen. Al zullen deze projecten zich niet langer moeten verhouden ten aanzien van ‘beleidsprioriteiten’; accenten die de minister tot op vandaag wel nog inbrengt.
  • Bewijsstukken indienen moet nu uiterlijk 1 maand na afloop. Het bijgestuurd decreet voorziet geeft 3 maanden de tijd.

Wat mening van De Federatie?

  • We zijn verheugd met de laagdrempelige projectlijn die focust op kleine initiatieven. Iets waar De Federatie van meet af aan voor ijverde. Deze bijkomende subsidielijn speelt beter in op de grote diversiteit in het bovenlokale culturele landschap waar ook vrijwilligers en kleine organisaties actief zijn.
  • We roepen op om vernieuwende elementen in zo’n dossier ruim te interpreteren. En we pleiten ervoor om ook feitelijke verenigingen (zo zijn er heel wat in onze sectoren!) aanspraak te laten maken op deze subsidielijn.
  • De vestigingsplaats als voorwaarde formuleren om al dan niet subsidie te kunnen ontvangen, lijkt ons een ondemocratisch principe. Een burger of vereniging heeft namelijk geen vat op het feit dat zijn/haar gemeente al dan niet tot een intergemeentelijk samenwerkingsverband bovenlokale cultuurwerking (IGS) behoort.
  • Ook opmerkelijk. Kleine projecten zullen inhoudelijk door de betrokken IGS beoordeeld worden. De Federatie duimt voor een krachtenbundeling met kenners uit het middenveld. We roepen eveneens op tot maatwerk om potentiële spelers te soigneren van aanvraagmodaliteit tot beoordeling. Prikkel en stimuleer groei of kansen om mogelijkheden te ontdekken. Leg de lat niet te hoog en stimuleer elke mogelijke meerwaarde.
  • Zakelijk wil het Departement Cultuur zich over het grote bovenlokale cultuurproject uitspreken, maar ook over de 'kleine'. Vreemd als je weet dat de IGS'en de inhoud van de kleine projecten beoordelen. Vanwaar die tweedeling? Krijgen we hier een onderschatting van het zakelijke kunnen van een IGS? Zakelijke en inhoudelijke beoordeling staan bovendien niet los van elkaar. Deze werkwijze oogt inefficiënt. Kan de overheid haar tijd niet anders inzetten? Voor supervisie bijvoorbeeld: welke IGS werkt op welke manier en met welke resultaten. Dergelijke analyse geeft stof tot zinvolle reflectie en eventuele bijsturing.
  • Voor ‘grote’ projecten juichen we zeker toe dat de minister niet langer extra beleidsprioriteiten naar voor schuift. Leve de eenvoud. We zien wel verhoogde focus voor het transversale aspect namelijk werken over sectoren heen; terwijl bruggen slaan tussen verschillende gemeenten inzake cultuur an sich al heel waardevol kan zijn…
  • Ook nieuw: IGS’en zullen voortaan als groot, transversaal project kunnen indienen. Voor ons blijft het evenwicht belangrijk tussen structuren financieren en fieldwork financieel steunen. Projecten vanuit de sectoren zelf verdienen blijvende beleidsaandacht.
Stad huizen christian lue

foto: Christian Lue

Intergemeentelijke samenwerkingen ‘Cultuur’ krijgen meer opdrachten

Op dit moment telt Vlaanderen 19 IGS’en cultuur die een stimulerende regierol opnemen in hun werkingsgebied. Ook in de toekomst krijgen intergemeentelijke samenwerkingsverbanden ‘bovenlokale cultuurwerking’ werkingssubsidies voor 6 jaar als ze culturele spelers ondersteunen of doorgroeikansen geven. Dit wijzigt voor hen:
  • Uitgebreider takenpakket, namelijk: kansengroepen toeleiden naar het vrijetijdsaanbod, kleine bovenlokale cultuurprojecten beoordelen en de kans om nu ook zelf bovenlokale projecten in te dienen.
  • Nieuw financieringsmodel. Zo is het nu: maximum 100.000 euro subsidie per werkingsjaar vanuit Vlaanderen. Het IGS legt eenzelfde bedrag in, afkomstig uit de deelnemende gemeenten. Binnenkort schakelt de Vlaamse overheid over naar een vastgestelde bedrag waar bovenop de IGS zelf 75% van het bedrag moet inbrengen.
  • Afbakening werkingsgebied: een IGS moet niet langer uit minstens 4 omliggende gemeenten bestaan, maar zal wel minstens 85.000 inwoners moeten tellen.
  • Duur engagement: de cultuurnota omvat doelstellingen voor 6 jaar. Aangezien dit decreet pas in werking treedt vanaf 2027, worden de werkingssubsidies van de 19 bestaande IGS’en verlengd met een jaar verlengd tot 31 december 2026. De volgende beleidsperiode loopt dan van 2027 tot 2032.
  • Optionele extra: IGS’en kunnen zich opwerpen als bovenlokaal netwerk vrijetijdsparticipatie. Doel? Participatiedrempels voor personen in armoede wegwerken, zowel voor cultuur, jeugdwerk als sport. De aanvrager dient hiervoor een bijkomende afsprakennota in. De Regering voorziet bijkomend budget.

Wat denkt De Federatie hiervan?

  • IGS’en bovenlokale cultuurwerking krijgen ruimte om zich verder te ontwikkelen. Niet alleen als regisseur maar ook als actor via projecten. De Federatie pleit wel voor een gezonde investeringslogica tussen structuren (bv. IGS’en) en streekeigen, bottom up of vrijwillig initiatief.
  • In 2027 (wanneer de nieuwe gemeentebesturen stevig in het zadel zitten en de regiovorming op kruissnelheid komt) gaan nieuwe IGS’en van start. De Federatie moedigt hen aan om hun rol als bruggenbouwer en hefboom voor amateurkunsten en sociaal-cultureel volwassenwerk ten volle op te nemen. Hier zijn al vele mooie voorbeelden van.
  • Het Participatiedecreet werd afgelopen jaren uitgekleed. De netwerken vrijetijdsparticipatie niet loslaten, maar bovenlokaal ondervangen is een nobel streven maar we waarschuwen voor een complexe realiteit. IGS’en kunnen versterken wat lokaal gebeurt, maar niet vervangen… Participatiedrempels wegnemen vraagt om welgemikte ingrepen en veel expertise, maar ook lokale nabijheid en vertrouwen. En middelen, waarover het decreet nog al te vaag blijft.
  • De pure cultuurscope van het decreet verlaten en voor sommige facetten opengooien naar vrije tijd (met oa. sport), werkt verwarrend en zal veel communicatie-inspanningen vragen.

Opdracht steunpunt quasi ongewijzigd

Op vandaag kennen we het Steunpunt OP/TIL dat IGS’en ondersteunt en cultuurprojecten adviseert. Gaandeweg kwamen daar nog opdrachten bij, gelinkt aan regiovorming en lokale cultuurspelers. Wat verandert voor het Steunpunt?
  • De bijgevijlde decreettekst voorziet opnieuw in een steunpunt. Hun opdracht blijft herkenbaar en strookt met het werk dat OP/TIL de voorbije jaren uitvoerde.
  • Wie aanspraak kan maken op werkingssubsidie als steunpunt wordt open getrokken: 'een vzw of combinatie van vzw's'. 'Om te garanderen dat het steunpunt kan voorzien in de nodige expertise voor haar opdrachten', lezen we in de Memorie van Toelichting.
  • Ook nadrukkelijker vermeld: het steunpunt dient z’n terreinkennis en expertise op verzoek ter beschikking te stellen van de administratie.

Brussel erbij

De decreetmaker koos ervoor ook het lokaal cultuurbeleid van Brussel-Hoofdstad te integreren. Naar eigen zeggen zonder fundamentele wijzigingen. De 19 gemeenten in Brussel die over een cultuurbeleidsplan beschikken en een bibliotheekwerking uitbouwen zullen vanaf 2027, telkens voor een periode van zes jaar, werkingssubsidies ontvangen op grondslag van dit decreet. Op die manier wil de Vlaamse overheid het Nederlandstalige culturele weefsel in tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad versterken omdat het ook een 'schakel is' in het (boven)lokale cultuurlandschap.

We zijn er nog niet…

Wat hierboven beschreven staat, zijn de grote lijnen uit het voorontwerp van decreet betreffende de bovenlokale cultuurwerking. De meeste bepalingen gaan pas in vanaf 2027. Al is hier en daar een overgangsperiode voorzien. Bovendien gaat het hier om de versie die pas een eerste keer door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd. Er moeten nog verschillende adviezen worden ingewonnen waarna het voorstel wordt herwerkt. Daarna volgen bespreking en stemming in de Commissie Cultuur en gebeurt hetzelfde in de ‘plenaire vergadering’. Pas na publicatie in het Belgisch Staatsblad is het decreet van tel. Dit neemt nog heel wat tijd in beslag.
skateboarder in Brussel

De Vlaamse regering keurde het Bovenlokaal Cultuurdecreet intussen een tweede keer principieel goed, zonder inhoudelijke wijzigingen, op 7 juli 2023. Wat je moet weten.
De definitieve goedkeuring, na advies van de Raad van State, volgde op 27 oktober 2023.

Elke Verhaeghe Neem contact op met Elke