header handjes

Preadviezen in tijden van Corona

Dossier: Decreet Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk

In volle lockdown-tijd werkten de beoordelingscommissies hun preadviezen voor niet minder dan 139 landelijke sociaal-culturele organisaties af. Een belangrijk moment, want hierin zien onze leden een eerste mening over hoe de externe deskundigen hun volgende beleidsperiode zien: al dan niet subsidies, al dan niet groeien of krimpen. Vreemd om te lezen hoe de beleidsplannen en adviezen zich buiten de huidige realiteit van Covid-19 bevinden. Wordt een missiegedreven sector die deel uitmaakt van het dagelijks leven van miljoenen mensen een speerpunt in de maatschappelijk relance? 

Ze begonnen met 159

Even wat getallen noemen. Ze waren met 159, de organisaties die voor 31 december 2019 hun subsidieaanvragen indienden. 13 onder hen zijn de Vormingplussen: voor hen speelt een andere beoordelingsprocedure, die omwille van Corona abrupt moest worden onderbroken en pas begin volgend jaar verder wordt gezet. 20 indieners moesten nog afwachten of hun dossier wel zou worden behandeld: zij kwamen een jaar geleden met een negatieve beslissing uit de visitaties en belandden in een remediëringsperiode. Net voor de paasvakantie besliste de regering dat zeven onder hen niet verder in aanmerking kwamen binnen het decreet (klik hier voor meer informatie). En tot slot: 39 indieners waren nagelnieuw, een stijging met maar liefst 28 procent. 
20200515Analyse
De preadviezen moesten uiterlijk 15 april bij de organisaties zijn, maar Corona gooide zand in de timing. De eerste kwamen binnen op 22 april, de laatste op 8 mei. Organisaties kregen veertien dagen de tijd om te reageren. Ook voor hen was het in deze afstandstijden niet altijd even eenvoudig om deze timing te halen. Uiteindelijk zal voor 15 juli het definitief advies naar de minister gaan. Ook de organisaties krijgen dit dan. Voor 1 oktober beslist de Vlaamse regering.

Eerste cijfers

Bij de nieuwe organisaties is onze oogst aan preadviezen nog niet helemaal volledig, maar op dit moment merken we alleszins dat een kleine helft van de indieners een positief preadvies in de wacht sleepten. Van de organisaties die al langer erkend zijn, kreeg een dikke 40 procent een positief preadvies zonder meer, terwijl ongeveer een vijfde een reactie moest schrijven op een negatief advies. Nagenoeg een derde ontving een positief advies "met aandachtspunten" (opmerkingen waar zij in de volgende beleidsperiode rekening moeten houden). Deze scores zijn belangrijk, want ze bepalen - samen met de besluiten uit de visitaties - in welke mate een organisatie zijn subsidies kan zien groeien, dalen of stopgezet kan zien. 

Turbulente tijden

Dat het voor de organisaties een turbulente evaluatie- en planperiode was, staat buiten kijf. Duidelijk is ook dat dit zich vertaalde in heel wat inspanningen van commissieleden (en het secretariaat van de administratie).  De ene organisatie is blij met de wijze inzichten van hun commissie, de andere organisatie verguist het knoeiwerk ervan, zo gaat dat bij beoordelingen. We behoeden ons dus voor te snelle uitspraken over de kwaliteit van de preadviezen en de (mogelijke) effecten ervan op de sector. Daar komen we nog wel op terug na een grondige analyse van de adviezen. 

28.931 vrijwillige pennen

U leest het goed: een kleine 30.000 mensen werd effectief en expliciet betrokken bij de totstandkoming van de beleidsplannen. Dat is een typische sterkte van onze sector: plannen, evaluaties, marsrichtingen,...: heel veel mensen schrijven mee aan de evolutie van "hun" organisatie. Het zal dan ook niet verbazen dat een kwart van de organisaties al in 2017 begon aan een traject om dit eind 2019, met veel draagvlak, afgerond te zien. Ruim de helft ging in 2018 van start. Vooral organisaties met een grote achterban en/of veel interne stakeholders namen de tijd om een gezamenlijk traject af te leggen. Deze fijnmazige combinatie van doelgericht en bottom-up zorgt er ontegensprekelijk voor dat al wat in beweging komt onmiddellijk veel grondstroom heeft. 

152 sizes fit for all?

Het decreet maakt geen onderscheid meer tussen diverse types organisaties. Het is aan de commissies om telkens opnieuw, bij elk dossier, de verschillen tussen organisaties te waarderen: hun aanpak, doelpublieken, missiegedreven keuzes, hun sterktes en zwaktes,... maar evengoed hun positie in de samenleving. Kiezen ze voor een inclusieve of categoriale werking, kiezen ze voor een bottom-up-omgang met hun lokale groepen,  voor bredere of smallere kernpublieken,... Het zijn 152 andere verhalen waarmee ze allemaal hun eigen(zinnige) bijdragen optellen aan het grotere geheel: "sociaal-culturele participatie van iedereen".  

Examen in Coronatijden

We spraken bij de totstandkoming van het decreet over enkele weeffouten. Het decreet spreekt over 12 beoordelingselementen die op hun beurt in onderlinge criteria werden opgesplitst, die allemaal een score moesten krijgen. Dit zorgt ervoor dat de preadviezen wel eens lezen als een "examen beleidsplan schrijven" en (vooral voor de nieuwe organisaties) een examen "sociaal-culturele terminologie".  Daardoor raakt de maatschappelijke essentie van de organisaties wel eens ondergesneeuwd in de adviezen. Dat is jammer, wat we dubbel en dik zo aanvoelen in deze ongeziene periode.

20200515 Un Bruin

Meer dan ooit sociaal-cultureel

Wie beweert vandaag nog dat "ontmoeten" een ondergeschikte rol is van sociaal-cultureel werk? Wie durft vandaag de gigantische verbondenheid en solidariteit van sociaal-cultureel werk in twijfel trekken? Wie twijfelt vandaag aan de kracht van veel van onze organisaties om in de dagelijkse praktijk dicht bij kwetsbare en geïsoleerde mensen te staan? Veel van dit soort vragen duikt in alle scherpte op in Coronatijden. Voor, tijdens en des te meer na Covid-19 trekt sociaal-cultureel werk een rode draad van verbondenheid, creativiteit en solidariteit door Vlaanderen. En tegelijk leggen we de vinger op wat voor morgen beter en anders kan. We roepen graag de commissies op om hier straks in de definitieve adviezen offensief mee voor te tekenen.  Voor de maatschappelijke relance waarover minister Jambon spreekt, tekent alleszins een sector met 200.000 vrijwilligers. De regering ook?