header handjes

Rapport Rekenhof: Vlaamse regering buist voor efficiënt personeelsbeleid

Het Rekenhof publiceerde eind januari de resultaten van een onderzoek over de “Personeelsbesparingen bij de diensten van de Vlaamse overheid. Besparingen op personeel en loonkredieten in 2020-2024.” Een lijvig werkstuk waarin de onderbouwing en realisatie van de besparingen en de impact ervan op de Vlaamse overheid als dienstverlener en als werkgever, werden onderzocht. Conclusie? de Vlaamse regering is stevig gebuisd voor efficiënt personeelsbeleid. Of in de terminologie van het decreet sociaal-cultureel werk: een onvoldoende, met véél aandachtspunten.

Bij de start van de regeerperiode 2019-2024 legde de Vlaamse Regering een nieuwe personeels- en budgettaire besparing op aan de diensten van de Vlaamse overheid (DVO): het aantal personeelsleden moest verminderen met 1440 en de jaarlijkse loonkost met 75 miljoen euro. Doel was om de ‘dienstverlening kwantitatief en kwalitatief te verzekeren met duurzame inzet van haar menselijk kapitaal op de meest optimale manier én op de juiste dienstverlening, over de grenzen van entiteiten heen.’ De beoogde besparingen zouden gerealiseerd worden door efficiëntiemaatregelen, zoals fusies en reorganisaties, de digitalisering van processen, de daling van administratieve lasten, de focus op kerntaken en de uitbreiding van de gemeenschappelijke dienstverlening. Een lovenswaardige ambitie maar...

Geen visie, geen plan, geen monitoring, geen transparantie …

Wie in een bedrijf of een vzw op de centen moet passen, maakt een doordacht plan. Wat willen we realiseren en op welke manier is dit haalbaar? Kortom, wat is de meest aangewezen strategie om onze doelstellingen te bereiken en wat is de impact daarvan op personeel, middelen en klanten? Het Rekenhof toont echter aan dat er vooraf geen grondige analyse of plan werd gemaakt. “De Vlaamse Regering veronderstelde dat een aantal efficiëntiemaatregelen, zoals meer digitalisering, de fusie van diensten of het gebruik van gemeenschappelijke dienstverlening, tot minder werk zouden leiden en zo tot een lagere personeelsbehoefte, maar die veronderstelling werd vooraf niet onderzocht. De betrokken entiteiten en het Voorzitterscollege zijn niet vooraf geconsulteerd over de besparingsbeslissingen. De besparingsplannen hielden ook geen rekening met eerdere adviezen en met de topambtenaren werd niet overlegd. Over wat kerntaken zijn ontbreekt elke visie. De impact van de besparingen en reorganisaties van de vorige twee legislaturen werd nog nooit geëvalueerd. Een beleidskader rond personeelsplanning? Een overkoepelende personeels(behoefte)planning als instrument voor een efficiënte en effectieve personeelsinzet in functie van kerntaken en prioriteiten? Nope, is er niet. Ondanks beloftes in regeerakkoord en beleidsnota’s. Uit het onderzoek van het Rekenhof blijkt dat 93% van de beoogde besparingsdoelstelling is gerealiseerd. Er zijn eind 2022 effectief 1339 ambtenaren minder dan in 2019. Als we tenminste niet het totale plaatje bekijken, want enkele diensten werden niet meegenomen in de oefening én er werden ook ruim 600 aanwervingen gedaan buiten de besparingen om. De verwachting om door digitalisering met minder personeel te kunnen werken, werd niet ingelost. En ook de administratieve lastenverlaging had weinig of geen impact op de benodigde personeelscapaciteit . Kortom, de hele besparingsoperatie schiet haar doel voorbij. Bovenal wordt er niemand beter van.
Rekenhof

Meer taken. Minder mensen. Dus …

Alsmaar meer doet de Vlaamse overheid in élke fase van de beleidscyclus beroep op externen. Zowel voor beleidsvoorbereiding, -uitvoering, -opvolging als -evaluatie dus. Om het beleid uit te voeren wordt er het meest uitbesteed. Daarbij gaat het vooral over ondersteunings- en kernprocessen die recurrent zijn. Eenmalige opdrachten komen dan weer meest voor bij beleidsvoorbereidende taken. De redenen voor die extra uitbestedingen liggen voor de hand: personeelsbesparingen, bijkomende opdrachten, complexere materies en geen ruimte voor interne kennisverwerving. Samengevat: de ambtenaar 2.0 is een externe consultant. In het rapport van het Rekenhof wordt ook opgemerkt dat ‘een verregaande uitbesteding een reëel risico inhoudt op een verlies van interne beheerscapaciteit en knowhow van de betrokken processen, waardoor de entiteit afhankelijk dreigt te worden van externe dienstverleners.’ Opvallend daarbij: de keuze om met eigen personeel of via uitbesteding te werken wordt niet onderbouwd. Een leidraad uit 2016 wordt nauwelijks gebruikt en de Vlaamse overheid heeft géén kader en géén (overheidsbrede) strategie over hoe ze wil omgaan met uitbestedingen. Bij amper een vierde van de uitbestede taken bekijkt men de kostenefficiëntie ervan. En als men dat doet, stelt men unaniem vast dat uitbestedingen ‘minder kosteneffectief’ en dus duurder zijn. Een extra, niet ingecalculeerde kost zijn de interne opvolgkosten van uitbestedingen. Om nog maar van de gevolgen voor de werkmotivatie van de eigen ambtenaren te zwijgen. “De werkdruk, werkstress en burn-out zijn in de meeste entiteiten van de besparingsdoelgroep toegenomen. Sinds 2019 zijn zowel het aantal langdurig zieken, het aantal personeelsleden met deeltijdse prestaties om medische redenen en de afwezigheidsduur meer dan verdubbeld.”

Kwaliteit gaat omlaag

De uitbesteding van overheidstaken staat niet garant voor kwaliteit, wel integendeel. Het Rekenhof kan daarover door onvoldoende gegevens geen harde uitspraken doen, maar geeft wel aan dat “de meerderheid van de entiteiten vindt dat de besparingen te weinig rekening houden met de verwachte dienstverlening.” Wat het Rekenhof niet kan hard maken, ondervinden organisaties in het culturele veld wel aan den lijve. Het gaat weliswaar geleidelijk en ondanks de hardwerkende ambtenaren bij het departement Cultuur is de neerwaartse trend onmiskenbaar.

Waarom een stevige administratie belangrijk is

Ook in het departement Cultuur staat de kwaliteit onder druk en blijven toekomstwerven liggen. Al vóór de publicatie van het rapport van het Rekenhof, pleitte De Federatie samen met oKo, cult! en OCE in het kader van ‘Ruimte voor Cultuur’ voor een versterkte administratie. Want zonder een sterke administratie, geen sterk cultuurbeleid. Zoals we het samen met de partners formuleren: “Enkel door een grondige kennis van ontwikkelingen, realisaties en impact van alle cultuurorganisaties - ook lokale spelers - kan de administratie haar beleidsvoorbereidende rol deftig opnemen. Meer sectorkennis zorgt bovendien voor een sneller en beter zicht op eventuele valkuilen voor uitvoering, zoals hoge planlast voor de sector, onnodige rapportages of inefficiënte controlemechanismen. We roepen een volgende Vlaamse regering op om de besparingen op het departement Cultuur te stoppen en het departement te versterken. We vragen een constante en open dialoog met de volledige cultuursector en een democratisch en open kerntakendebat over de rol van het departement. Met de cultuursector én de ambtenaren zelf.“

Ontdek alle aanbevelingen op Ruimtevoorcultuur.be

Bart Verhaeghe Neem contact op met Bart