Verklein de digitale kloof met een (boven)lokale digibank
maandag 13 september 2021
Binnenkort kunnen middenveldorganisaties en andere actoren die werken rond e-inclusie samenwerken in een lokaal verankerde 'Digibank'. Dat besliste de Vlaamse regering in het kader van het relanceplan Vlaamse Veerkracht. Het departement Werk en Sociale Economie lanceert vanaf 4 oktober de eerste projectoproepen.
Digibank?
Het project 'Digibanken' past binnen het speerpunt 'Digitale transformatie en ontwikkeling van digitale talenten' van het relanceplan van de Vlaamse Regering dat in september 2020 gepresenteerd werd.
Daarmee wil men het risico op digitale uitsluiting verkleinen via drie doelstellingen:
- gelijke toegang tot digitale technologie door bv laptops ter beschikking te stellen
- opleiding en kennisdeling om digitale vaardigheden te versterken
- begeleiding via 'fysieke knooppunten', ifv een betere digitale toegang tot essentiële diensten (bv. tax-on-web).
Herbekijk hier een webinar met alle uitleg over digibanken.
Voortraject en implementatietraject
Er komen twee verschillende oproepen. Een eerste ("oproep digibanken-voortraject") biedt kandidaten de kans om in maximaal 4 maanden de nodige lokale partners te zoeken , een samenwerkingsstrategie uit te werken en een samenwerkingsovereenkomst te sluiten. Daar staat maximaal €15.000 tegenover.
De tweede oproep ("digibanken-implementatietraject") ondersteunt de effectieve opstart en uitvoering van lokale digibankprojecten. De looptijd van het project bedraagt minimaal 2 jaar en duurt maximaal tot 31/12/2024. Een goedgekeurd project kan tot maximaal €500.000 ontvangen voor de hele uitvoeringstermijn. De digibankprojecten moeten tegelijk aan de drie doelstellingen werken zoals hierboven beschreven.
Voorwaarden en aandachtspunten
De Vlaamse regering maakt zich sterk dat het opstarten van lokale digibanken complementair is met andere projecten in het relanceplan, zoals 'iedereen digitaal', 'digisprong' en 'edusprong'. Zo kunnen de partners in digibanken ook betrokken zijn in andere projecten en is er afstemming voorzien tussen de stuurgroepen van deze verschillende projecten.
Tegelijk wil de Vlaamse regering met de oproep mogelijke versnippering in het aanbod tegengaan en wil men snel kunnen starten. De trekker en het partnerschap moeten voldoende 'matuur' en kwalitatief zijn om in aanmerking te komen voor ondersteuning. Specifiek wordt gekeken naar de competenties en de expertises binnen het partnerschap, de onderlinge complementariteit tussen de partners en -vooral- de lokale verankering. Aanvragen worden voorts beoordeeld op de kennis van lokale problematiek en doelgroep, de capaciteit om zo'n digibank vorm te geven en de mate waarin het project resulteert in een meer geïntegreerde dienstverlening. Er is expliciet ruimte voor lokale en regionale verschillen, afhankelijk van lokale kenmerken en diversiteit, en partnerschappen kiezen zelf hun werkingsgebied. De oproep benadrukt dat de beoogde doelgroep veelal kwetsbare personen zijn waarbij men adviseert om het voorziene werkingsgebied te koppelen aan de kansarmoede-index. Tot slot is het de bedoeling dat de betoelaagde digibankprojecten duurzaam zijn en dat ze dus ook na het stopzetten van deze specifieke subsidie, hun dienstverlening kunnen verder zetten.
Heel wat sociaal-culturele organisaties zijn rechtstreeks of onrechtstreeks bezig met e-inclusie. Het loont dan ook de moeite om de handleiding van de "oproep-voortraject" en de "oproep-implementatietraject" eens van dichterbij te bekijken. Alle belangrijke info en data zijn ook te vinden op deze pagina van de Vlaamse overheid.