Vlaanderen klopt af op 17 referentieregio's
maandag 15 maart 2021
Dossier: Regionaal - (boven)lokaal
Het heeft wat langer geduurd dan voorzien en het zijn er meer dan oorspronkelijk gesteld, maar ze zijn er: 17 referentieregio's die voortaan bestaande en toekomstige samenwerkingsverbanden tussen gemeenten netjes moeten ordenen. Vlaanderen wil zelf het goede voorbeeld geven en al tegen 2025 de bestaande samenwerkingsverbanden afstemmen op de referentieregio’s.
Een zieke minister Crevits en tijdsgebrek door corona-overleg golden officieel als antwoord op de vertraging in het dossier regiovorming. Eind februari was vooropgesteld als momentum om regio’s te bepalen waarbinnen lokale besturen, Vlaanderen en de federale overheid hun samenwerkingsverbanden voortaan op moeten (of mogen?) afstellen. Dan zou ook het groeipad ernaartoe verder vorm krijgen. De beslissing viel uiteindelijk op 12 maart 2021. De regering klopt af op 17 regio's, 4 meer dan in het eerste ontwerp. West-Vlaanderen wordt namelijk onderverdeeld in 5 regio's - in plaats van 3 - en Limburg in 3 regio's, in plaats van 1. Voor deze laatste is het nog onder voorbehoud want daar is het nog wachten tot Pasen op een definitieve beslissing.
Wat betekent dit concreet?
- Gemeenten krijgen 10 jaar de tijd om bestaande samenwerkingsverbanden af te stemmen op de nieuwe realiteit.
- Nieuwe samenwerkingsverbanden worden meteen ingepast in de referentieregio’s.
- Vlaanderen toont zich ambitieus en wil al tegen 1 januari 2025 bestaande samenwerkingsverbanden in overeenstemming brengen met de referentieregio’s.
- Tijdelijk uitstel of een definitieve afwijking voor heel specifieke samenwerkingsverbanden is niet uitgesloten. D.w.z. 'geen strikte muren tussen regio's'. Als er goede redenen zijn, kan een gemeente samenwerken met een andere regio.
- De Vlaamse overheid start zo snel mogelijk de dialoog met de federale overheid op.
Welke discussies gingen eraan vooraf?
“We moeten angsten overwinnen” en “Het komt niet op 1 of 2 weken aan in deze belangrijke oefening,” hoorden we commissieleden Binnenlands Bestuur eerder die week (9/03) zeggen. Jeremie Vaneeckhout, An Moerenhout, Staf Pelckmans, Imade Annouri en Johan Danen (Groen) dienden een voorstel van resolutie in. Zo probeerden zij vanuit hun eigen visie, schot in de zaak te krijgen. Deze partij vroeg de Vlaamse Regering 11 concrete zaken. Onder meer volle inbreng van expertise van bijvoorbeeld gemeente- en provincieraden, een apart traject voor gemeenten die grenzen aan twee regio’s en – de meest opvallende - afschaffing van de provincies tegen 2030.
Wat volgde was een gedweeë gedachtewisseling, weinig nieuwe uitleg maar wel wat nuance vanuit de minister. Meerdere parlementsleden gaven aan dat de resolutie op vele punten goed in de oren klinkt, maar ze willen zich er niet volmondig toe engageren omdat de Vlaamse Regering momenteel in de eindfase zit met haar beslissing en omdat ze geloven in een goed voorstel terzake. Somers gaf trouwens mee dat het ontmantelen van de provincies deze legislatuur niet op de politieke agenda staat. Na de bespreking volgde een stemming. De resolutie werd verworpen, de tekst gaat dus niet verder naar de plenaire vergadering.
Enkele dagen later nam de Vlaamse Regering finaal de beslissing waar vele ogen op gericht waren. Ook cultuurbeleid zou tegen 2025 vorm moeten krijgen binnen deze nieuwe contouren.