Waarin ligt de waarde van sociaal-cultureel volwassenwerk? Een onderzoek
maandag 4 september 2023
Wat is de waarde en betekenis van sociaal-culturele volwassenenorganisaties en burgerinitiatieven voor onze samenleving? Stemt het beeld dat deze organisaties van zichzelf hebben overeen met dat van de buitenwereld? Socius vroeg het aan 5 wetenschappers die hun oor te luister legden bij het brede middenveld, overheid en bedrijven.
Zachte waarden
Sociaal-cultureel volwassenenwerk heeft niet één betekenis. Er zijn er vele. De sector associeert zichzelf het meest met waarden als: samen, leefbare toekomst, inspirerend en solidariteit. En dat komt in grote mate overeen met hoe andere middenveldspelers, overheden of marktspelers naar hen kijken. Doorgaans hebben externen een positief beeld van één of meerdere bepaalde sociaal-culturele organisaties. Dat is bemoedigend. Maar die sterke waardering vervalt als men denkt aan het geheel van de sector. Dan komen clichés bovendrijven zoals bijvoorbeeld "niet productief". Sociaal-cultureel werk is nog te vaak onbekend en onbemind. Onduidelijkheid over wat wel of niet tot sociaal-cultureel volwassenwerk behoort, een weinig thematische samenhang tussen de organisaties en het feit dat deze sector niet altijd luid van zich laat horen, dragen hiertoe bij.Graag geziene partners
Toch werken overheden, en ook bedrijven, graag samen met het sociaal-cultureel volwassenwerk.
- Omdat deze organisaties heel dicht bij de bevolking staan en daar draagvlak creëren. Ook bij kansengroepen!
- Of omdat ze via één organisatie meteen toegang krijgen tot een breed netwerk binnen die sector.
- Omdat ze de kennis en expertise van organisaties sterk waarderen.
- Omwille van de laborol (‘avant garde’) die ze heel vaak op zich nemen.
- Soms speelt ook legitimering mee. Zo wil men in de commerciële wereld wel eens een deel van hun winst inzetten voor een organisatie met een meerwaarde voor de samenleving.
Een greep uit de aanbevelingen
Vanuit een aantal vaststellingen geeft het rapport ook regelmatig aanbevelingen. Die richten zich zowel tot sociaal-culturele organisaties (individueel of collectief) als tot overheden, bedrijven of ondersteunende instanties. We sommen er hier een paar op.- Het is aan te bevelen dat het werkveld verder werkt aan haar eigen externe beeldvorming. Zo een sectorbeeld krijgt best ook een ‘positieve’ invulling, een invulling die verwijst naar wat het werkveld als geheel bindt en betekent. Daarbij kan verwezen worden naar het civiele regime - met civiele waarden die zowel voor het werkveld zelf als voor buitenstaanders als erg natuurlijk aanvoelen - waarin het werkveld is ingebed, maar die verwijzing volstaat op zich duidelijk niet. Gezien het sociaal-cultureel veld zelf ook (graag) met de ‘wereld van de inspiratie’ wordt geassocieerd, zou die associatie een interessant aanknopingspunt voor verdere profilering kunnen bieden. Het zou alvast eer doen aan de term ‘cultuur’ die de sectornaam in zich draagt. Een belangrijke functie van cultuur is immers zin- of betekenisgeving. Het sociaal-culturele werkveld zou zich dan ook, nog meer dan vandaag het geval is, als een centrale ‘betekenaar’ kunnen presenteren, niet alleen voor zichzelf maar voor het gehele civiele domein. Niet cultuur in de betekenis van kunst is daarbij het uitgangspunt, maar wel het maken van nieuwe cultuur in de betekenis van het uitdenken van nieuwe experimenten die als doel hebben de samenleving en onderlinge relaties in die samenleving te verbeteren.
- Samen met de gehele civiele ruimte vormt het sociaal-cultureel veld een voedingsbodem voor markt en overheid, voor het bedrijfsleven en de politiek. Het lijkt ons dan ook zinvol om dat imago van ‘vruchtbare grond’ van waaruit onophoudelijk nieuw initiatief groeit meer performant neer te zetten. Niet alleen om daarmee van de ietwat troebele beeldvorming af te geraken, maar evengoed om een soms halsstarrige negatieve kijk op het werkveld tegen te gaan. Zeker negatieve cliché’s die we ook gehoord hebben in de loop van dit onderzoek zouden ermee kunnen worden gecounterd. Het sociaal-cultureel veld is immers samen met de civiele ruimte de humus van de samenleving.
- De perceptie van vervangbaarheid is iets waar organisaties mee aan de slag moeten. Goed (leren) onderhandelen kan daartoe bijdragen, maar ook het zich zo “institutionaliseren” in een samenwerking dat ze als partners niet aan de kant kunnen worden geschoven.
Hier blader je door het volledige rapport. Vanaf pagina 86 vind je de voornaamste conclusies en aanbevelingen.