header handjes

De vrijetijdsmonitor rolt over de tongen in het Vlaams Parlement

De eerste bijstellingen aan de Vrijetijdsmonitor zijn een feit. Als reactie op een artikel in de vorige editie van deze nieuwsbrief besliste minister Gatz en het departement om de aangekaarte fouten recht te zetten. De vrijetijdsmonitor rolde ook over de tongen van de commissie Cultuur.  Parlementsleden Katia Segers, Marius Meremans en Bart Caron ondervroegen de minister over het instrument en de ambities voor de toekomst.    

Een reactie vanuit het departement

Het team van de vrijetijdsmonitor heeft ondertussen de cijfers rond amateurkunsten en sociaal-cultureel werk op de homepage van de site aangepast ze geven aan ook de metadatafiches meer op punt te zullen stellen. Dat deed het in een reactie op ons artikel 'Kanttekekingen bij de Vijetijdsmonitor'. Verder willen ze op termijn de gebruiksvriendelijkheid van de tool verhogen door een optimalisatie van de software en een betere verduidelijking van de interfaces. Dit alles willen ze zoveel als kan verwezenlijken in rechtstreeks contact met alle betrokkenen en alle belangenbehartigers om tot een performante monitoring te komen. In de toekomst zullen ze ook meer inzetten op duiding van de cijfers. Gezien de prioriteit om de data voor lokale besturen beschikbaar te maken, geven ze aan vooralsnog geen beschikbare ruimte gevonden te hebben om hier reeds  op in te zetten. Het departement hoopt  ook dat anderen, bijvoorbeeld bovenbouworganisaties en lokale actoren,  het beschikbare cijfermateriaal verrijken met kwalitatieve elementen. 

De discussie in het parlement

Ook de parlementsleden van de commissie cultuur hadden aandacht voor ons artikel over de vrijetijdsmonitor. Zowel Katia Segers (sp.a) als Marius Meremans (N-VA) vroegen minister Gatz vragen om verduidelijking. Ook Bart Caron (Groen) toonde zich betrokken in de discussie.  Katia Segers: "Minister, bent u zich bewust van de onvolledigheid en mogelijkheid tot foute interpretatie van de cijfers? Ziet u dit als een probleem? Op welke manier kan er meer duiding worden gegeven bij de cijfers? Is het QlikViewsysteem volgens u momenteel gebruiksvriendelijk genoeg? Vanuit de sector komen er geluiden dat dat niet zo zou zijn. Op welke manier kan dat systeem worden verbeterd?" Marius Meremans trad collega Segers bij en vroeg de minister of de nulmeting (die de eerste editie van de vrijetijdsmonitor zou moeten zijn) wel voldoende basis is voor toekomstige vergelijkingen en analyses.    In zijn antwoord gaf minister Gatz aan dat er zeker gewerkt wordt aan toekomstige verbeteringen van de vrijetijdsmonitor, en ook nu al werk te maken van de eerste bijstellingen: "De cijfers moeten, doordat de sector in beweging is, regelmatig worden gereviseerd. Onzuiverheden die worden opgemerkt, worden op de website aangepast en worden ook steeds nauwkeurig omschreven. De door de heer Meremans aangehaalde voorbeelden, in navolging van deze die door De Federatie werden aangehaald, illustreren inderdaad dat een duidelijkere omschrijving van de oorsprong van het bronmateriaal noodzakelijk is." De parlementsleden toonden zich tevreden met de eerste aanpassingen maar gaven ook uiting aan bezorgdheden over de gebruiksvriendelijkheid van het Qlickviewsysteem. Katia Segers:  "Wat het QlikViewsysteem betreft, zegt u dat verschillende Vlaamse administraties het gebruiken, maar echt gebruiksvriendelijk vind ik dat niet. Die keuze is echter gemaakt, dus het heeft weinig zin om die nu terug te draaien." Bart Caron ging daar dieper op in: "Als we het willen gebruiken als beleidsinstrument, dan is dat een vereiste en moet daar prioritair op worden ingezet. Ik heb daar ook op gezocht en ben daarmee bezig geweest maar ik vind het eerlijk gezegd nog zeer gebrekkig. Ik durf daar geen conclusies op te baseren, en dat is eigenlijk het pijnpunt van het verhaal. We moeten er echt op inzetten opdat het goed zou worden, net om alle mensen die vandaag zoveel moeite doen om eraan mee te werken, niet te ontmoedigen. Het moet dus echt een prioriteit zijn voor alle betrokkenen."

Te snel van start gegaan of net "veel en veel" te traag? 

Marius Meremans: "Zoals collega Segers zegt, is men snel willen gaan, wat ik ook begrijp, maar misschien is men te snel willen gaan, heeft men te weinig afgewacht en heeft men te weinig controlemechanismen voorzien – als ik het zo mag zeggen." 
Minister Gatz verzekerde dat dit niet het geval was:  "Ik ben het zeker niet eens met wie in deze commissie zegt dat snelheid primeert op kwaliteit. In feit gaat het veel, veel en veel te traag. U zou me terecht verweten hebben indien we vandaag nog niet de discussie konden hebben dat het traag gaat. Ik zal dat ‘te traag’ duiden. Op het moment van de princiepsbeslissing, bij het driejarenakkoord van vijf jaar geleden, zijn we als beperkt tegengewicht met deze monitoring in gang geschoten. We zijn daar drie à vier jaar geleden echt mee aan de slag kunnen gaan. En dan is het voor mij net als voor u frustrerend om te zien dat we er drie jaar over hebben gedaan om hier nu te geraken."

Een belangrijk instrument

Ook voor De Federatie is de vrijtijdsmonitor een belangrijk instrument waarvan we hopen dat het op termijn zal tonen hoe cultuur binnen de lokale context evolueert. We zijn erg tevreden over de eerste, snelle aanpassingen aan de vrijetijdsmonitor en hopen dat er nog vele verbeteringen zullen volgen, zeker wat betreft gebruiksvriendelijkheid, duiding, maar ook de financiële monitoring van gemeenten.We treden Marius Meremans bij in zijn vraag tot betrokkenheid van sectoren: "Ook is het belangrijk om te vergelijken met de bovenbouw, mensen in de sector die toch wel wat kennis ter zake hebben, zodat er uitwisseling en controle zijn." Reacties die De Federatie de afgelopen weken mocht ontvangen tonen aan dat zowel lokale spelers als actoren uit het sociaal-cultureel werk en de amateurkunsten verwachtingsvol uitkijken naar een kwalitatieve monitoring van  het lokaal cultuurbeleid. 
"De vrijetijdsmonitor is een heel belangrijk instrument. Ik denk dat het het enige instrument zal zijn dat ons het komende decennium zal tonen hoe alles ter plekke evolueert, zonder dat we daar extra onderzoeken met andere methodologieën voor moeten bestellen."
Bart Caron