
Ondanks schitterend ondernemerschap verarmt de sociaal-culturele sector
woensdag 31 oktober 2018
Wat is de financiële stand van zaken van het sociaal-cultureel werk? Drie jaar geleden maakten wij het bilan op van onze sector in (de laatste) Boekstaven 2015. Tijd voor een zicht op de huidige stand van zaken. De Federatie analyseerde de jaarrekeningen 2017 van alle sociaal-culturele organisaties. We maakten de vergelijking met de cijfers uit 2014. Onze conclusie: ondanks enorme inspanningen die organisaties leveren om kosten te besparen (-7%) en inkomsten te genereren uit de markt (ongeveer de helft van de totale inkomsten) verarmt de sociaal-culturele sector.
IN
De sociaal-culturele sector moest het in 2017 in totaal met 8% (€ 15,5 miljoen) minder inkomsten doen dan in 2014. Het gedeelte financiering dat de sector uit de markt (eigen inkomsten) haalt is goed voor 47% of 82 miljoen euro. De cijfers verschillen uiteraard tussen werksoorten en organisaties, afhankelijk van de werking, de activiteiten, de relatie met hun achterban of deelnemers, de thema’s waar ze mee werken, enz. Maar het is en blijft een indrukwekkend cijfer. Qua subsidie-inkomsten (subsidies allerhande) ging de sector erop achteruit, nl. -11% (- € 7,7 miljoen). De subsidies gelinkt aan het decreet op het sociaal-cultureel volwassenenwerk maken in 2017 74% uit van alle subsidie-inkomsten (tegenover 68% in 2014), oftewel 26% van de totale inkomsten. De decreet-subsidie kende voor de hele sector echter een daling van 4% (ongeveer € 2 miljoen). Of om het wat duidelijker te stellen: van elke €4 euro die de sector ontvangt is er €1 afkomstig van de decreet-subsidie en komt er €2 uit de markt. Het is duidelijk: investeren in sociaal-cultureel werk loont. De achteruitgang in subsidie-inkomsten is dan ook sterk te betreuren.