De feiten en cijfers op een rij
donderdag 23 november 2017
Honderdduizenden keren verankerd
We tellen ruim 14.000 lokale ankerpunten in alle buurten en wijken, over heel Vlaanderen en Brussel. Sociaal-cultureel werk is lokaal ingebed, maar richt de blik naar de wereld: 73% van de organisaties is actief over de landsgrenzen heen. Meer dan 200.000 vrijwilligers zetten zich met veel passie en gedrevenheid in voor de samenleving. Een dikke twee miljoen mensen schraagt de sector als lid en de 300.000 activiteiten tellen jaarlijks ongeveer 10.000.000 deelnemers. Je leest het, heel Vlaanderen IS sociaal-cultureel. Samen met de Denen en de Britten zijn onze inwoners het meest actief in de “civil society”. Best iets om fier op te zijn. Een diverse sector kent een divers publiek: een kleine 40% van de sociaal-culturele organisaties richt zich expliciet en structureel op kansengroepen.
Geliefd bij donateurs Wist je dat 32% van de schenkers aan het brede cultuurveld hun middelen naar ons sociaal-cultureel werk laat vloeien? En dat 85% van alle Vlaamse KMO’s zegt een steunende partner te zijn van het lokaal sociaal-cultureel leven? Een magistraal partnerschap in reële sociale cohesie, niet?
Een vrouwelijke sector Zowat 2.000 beroepskrachten zetten hun schouders mee onder de activiteiten. Een op en top vrouwelijke sector (70%) bovendien, waarin alle kleuren, maten, achtergronden en leeftijden actief zijn. Onze organisaties rekenen daarenboven nog op de deskundige inzet van zo’n 5.400 freelancers, waarvan het leeuwendeel vooral inhoudelijk meewerkt, bijvoorbeeld als lesgever.
Twee derde van een pint Kortom, we staan voor een sector die voor de helft met private en voor de helft met publieke middelen werkt en investeert in 44,3 miljoen uren burgerschap, solidariteit en verbinding per jaar. Kostprijs voor de Vlaamse overheid: €1,4 per uur. Twee derde van een pint. Meer dan behoorlijk, niet?
Privaat-publieke samenwerking De Vlaamse overheid investeert in een 130-tal sociaal-culturele organisaties die bijna allemaal over heel Vlaanderen en Brussel werken. Om dit te regelen, is er een decreet voor onze sector. Op basis daarvan kunnen de organisaties op ongeveer 52 miljoen euro rekenen. Veel geld? Het “rendement” liegt er niet om: elk uur inzet in het sociaal-cultureel werk kost de Vlaamse overheid slechts €1,40, zélfs niet genoeg voor een koffie. Bovendien leggen de organisaties er zelf nog eens ongeveer 150 miljoen euro bij: deels via andere overheidsmiddelen, maar voor ruim de helft ook via eigen inkomsten, zoals lidgelden, inkomsten uit activiteiten en giften allerhande.