header handjes

Analyse: Een goed begin is het halve werk

De voorbije beleidsperiode maakte de amateurkunstensector grote veranderingen door: de ‘geoormerkte’ cultuursubsidies werden losgelaten, de provincies afgeslankt, een nieuw Decreet Bovenlokaal Cultuurwerk geschreven en een bijhorend gloednieuw steunpunt opgericht. Vinden we deze verschuivingen terug in de regeernota? En wordt er nagedacht over prioritaire noden van de sector na deze wervelwind aan veranderingen?

Eerst de wierook

Wanneer het in de bijna 300-bladzijden dikke nota over amateurkunsten gaat, wordt het rijke landschap aan verenigingen erkend, net zoals de grote meerwaarde en de verrijking ervan voor de vele beoefenaars. Amateurkunsten worden meteen gekoppeld aan het verbindende karakter van cultuur in het algemeen: ‘Cultuur zorgt voor samenhorigheid en gemeenschapsvorming en is in grote mate gebouwd op vrijwilligers’. Verder in de paragraaf komt ook de zorg voor artistiek en cultureel erfgoed aan bod. Nog explicieter worden de linken met aanverwante domeinen wanneer amateurkunsten in één adem worden genoemd met de professionele kunsten en het deeltijdskunstonderwijs.

Eén-tweetje met de professionele kunsten

Laat ons beginnen bij de amateurkunsten en professionele kunsten. Het is een goed idee om beide werelden nauwer bij elkaar te laten aansluiten. Daar waar mogelijk mag er nog een versnelling hoger worden geschakeld. Denk bvb. aan coaching, promotie, aangepaste infrastructuur, financiële steun, wegwijs in het cultuurlandschap en juridisch-zakelijke aspecten. Want de opstap naar het Vlaamse Kunstendecreet ligt voor sommigen effectief binnen handbereik en vooral, we kunnen maar van elkaar leren. Net dat hebben de amateurkunstenorganisaties al langer begrepen. Niet zelden schakelen ze ‘professionals’ in om te jureren, of samen out of the box te denken, of gewoon zonder onderscheid in achtergrond in te stappen in eenzelfde event (Dag van de Dans, BK Poetry Slam, B-Jazz, …). Intense samenwerking met het professionele veld kan de doorstroming van nieuw talent bevorderen. En het klopt, het amateurkunstenveld, als brede kweekvijver, biedt interessant potentieel aan professionele kunsten. Maar toch enkele kanttekeningen. Niet iedereen heeft de ambitie om door te groeien. Voor velen staat het spelplezier centraal. De eigenheid en uniciteit van kunst in de vrije tijd mag niet ‘de obligataire wachtkamer’ lijken van een hoger verlangen dat iedereen moet koesteren. Bovendien bevinden amateurkunstenaars zich ergens op een continuüm van ‘amateur’ tot professioneel - naargelang hun talent, hun motivatie en de kwaliteit die ze nastreven. Het is goed dat samenwerking verder gestimuleerd wordt, maar over de subtiliteiten van het continuüm wordt niet gerept.

Liefde is een werkwoord

De gemeenschappelijke finaliteit (passie, kunst is overal, …) is een prima drijfveer voor meer vervlechting tussen het deeltijds onderwijs (DKO) en cultuur. De voorbije jaren zette de amateurkunstensector extra in op meer dialoog en complementariteit. Mét resultaat, want het vernieuwde decreet DKO uit 2018 maakt nu (eindelijk) expliciet melding van amateurkunsten. De alternatieve leercontext, die scholieren de kans biedt om ook in het verenigingsleven de stiel te leren, is zo'n tastbaar resultaat. Er is veel energie gestoken in het zoeken en vinden van een werkbare manier om droom en daad op elkaar af te stemmen. Hetzelfde kan gezegd worden van het nieuwe vak dj’en. De onderwijslogica versus verwachtingen van dj’s noopten soms tot creatieve oplossingen. Dat amateurkunstenorganisaties met hun ondersteuning en praktijken maar al te graag inpikken op de leefwereld van academies, getuigen bv. de Drawing Days waar individuele tekenaars evenveel engagement toonden als betrokken tekenacademies of de dirigentenopleiding instrumentale of vocale muziek. De lijst good practices is lang, maar nog lang niet volledig in kaart gebracht. De inspirerende website rond voordelen en, laat ons eerlijk zijn, soms drempels voor intensere samenwerking tussen beide sectoren stemt tot nadenken en verdere actie. We inspireren onderwijsminister Ben Weyts graag met ideeën om op hetzelfde élan verder te gaan. Zoals impulstoelagen voor gezamenlijk experiment of toonmomenten, methodologische proefprojecten, onderzoek naar het snijvlak DKO/AK en het etaleren van goede voorbeelden die in heel Vlaanderen navolging verdienen. Het Regeerakkoord wil samenwerking stimuleren. De academies en amateurkunstenorganisaties hebben zich de afgelopen periode bijzonder constructief opgesteld. Ze hebben zélf de handen uit de mouwen gestoken om tastbare vooruitgang te boeken. We zouden het heel fijn vinden om met de ruggensteun van beide kabinetten verder te gaan. Daarmee bedoelen we niet enkel mental support maar ook samen concrete plannen uitrollen.
Labo

Missing links: talentontwikkeling en cultuureducatie

Na het schrappen van cultuur als bevoegdheid van de provincies, nam Vlaanderen in 2017 het provinciale beleid voor talentontwikkeling en kwaliteitsbevordering bij lokale groepen en amateurkunstenaars over. De overheid maakte samen met de negen landelijke amateurkunstenorganisaties werk van een vernieuwend Actieplan Talentontwikkeling. De doorstroom van talent, het geven van kansen en het betrekken van publiek geeft immers zuurstof aan de sector. Enkel door te werken aan doorgedreven talentontwikkeling kan de sector blijven inspireren en vernieuwen. Daarnaast kijken we ook uit naar de visie van de nieuwe regering op kunst- en cultuureducatie. De samenwerking met het deeltijds kunstonderwijs moet alle kansen krijgen, maar daarnaast is het belangrijk dat ook cultuureducatie in het algemeen gestimuleerd wordt, naast de veel besproken STEM-opleidingen, in het jeugdwerk, sociaal-cultureel volwassenewerk, enz. Kunstbeoefening en cultuur zijn de sleutel tot creativiteit, innovatie, en spelen op maatschappelijke uitdagingen. De negen landelijke amateurkunstenorganisaties organiseren vormingstrajecten, workshops, coaching,... voor zowel jongeren- als volwassenen. Cultuureducatie en levenslang leren zitten in het hart van de amateurkunsten.

De olifant in de kamer: het Decreet Bovenlokaal Cultuurwerk

Een half jaar na de interne staathervorming die de bevoegdheid cultuur van de provincies overhevelde naar het Vlaamse niveau, werd het nieuwe Decreet Bovenlokaal Cultuurwerk gelanceerd. Een deel van de taken van het Forum voor Amateurkunsten ging naar het nieuwe Steunpunt voor Bovenlokale Cultuur. Intussen hebben de negen landelijke amateurkunstenorganisaties een plek gevonden bij sectororganisatie De Federatie; zij aan zij met het sociaal-cultureel volwassenenwerk voelt dit alvast vertrouwd. De Federatie en het nieuwe steunpunt stemmen hun opdrachten op elkaar af, met bijzondere aandacht voor de expliciete plaats die de amateurkunsten daarbij verdienen. De (boven)lokale werking biedt zeker kansen om de amateurkunsten zichtbaarder op de agenda te zetten, het amateurkunstenbeleid beter af te stemmen tussen de gemeenten en ook bruggen te slaan naar cultuurcentra en het deeltijds kunstonderwijs. In artikel 14 in het regeerakkoord wordt er gefocust op de samenwerking tussen organisaties en lokale besturen en/of intergemeentelijke samenwerkingen, maar het is belangrijk dat ook de amateurkunsten hierin formeel als speler worden erkend. Het regeerakkoord schept ruimte voor evaluatie en bijsturing: “We monitoren en evalueren de eerste uitrol van dit decreet op het terrein en passen desgevallend aan”. De Federatie kijkt ernaar uit om de belangen van de amateurkunsten mee naar voren te schuiven en de nodige kansen te grijpen die het decreet aanreikt.

Geloof in een sterke start

Dat de amateurkunsten in het regeerakkoord een grote meerwaarde toegekend krijgen binnen het culturele veld en als een verrijking gezien worden voor heel veel Vlamingen, waarderen we erg. We kunnen het er alleen maar mee eens zijn dat de verdere samenwerkingen op het terrein extra stimuli verdienen. We gaan er dan ook van uit dat de eerder geschetste kanttekeningen meegenomen worden bij de strategiebepaling en dat er rekening wordt gehouden met de behoeften en noden van de amateurkunstensector, zoals de verdere ondersteuning van talentontwikkeling en de aandacht voor de plaats van de amateurkunsten binnen het Decreet Bovenlokaal Cultuurwerk. De Federatie gelooft in de kansen die er nog liggen voor een bovenlokaal, transversaal amateurkunstenbeleid en is alvast vragende partij om mee aan tafel te schuiven bij de evaluatie van en aanpassingen die van dicht of van ver betrekking hebben op het mooie veld van de amateurkunsten.
Amateurkunsten

Meer weten?

Barbara volgt met passie én argusogen de beleidsontwikkelingen voor de amateurkunstenorganisaties op. Neem gerust met haar contact op.

Barbara Delft