header handjes

Bezorgdheid in Commissie Cultuur over afschaffing KVR

Dossier: Van KVR naar amateurkunstenvergoeding

Vanaf 1 januari 2024 wordt de kleine vergoedingsregeling voor kunstenaars (KVR) definitief vervangen door de nieuwe amateurkunstenvergoeding (AKV). Een maatregel genomen door de Federale Regering, op initiatief van minister van Sociale Zaken Vandenbroucke. In de Commissie Cultuur van donderdag 6 juli vroeg Vlaams parlementslid Meyrem Almaci (Groen) aan Vlaams minister van Cultuur Jambon hoe hij de impact inschat van deze hervorming. Is de sector voldoende voorbereid, en welke acties plant de minister nog om de overgang vlot te laten verlopen?

Wijdverspreid gebruik van de KVR

De hervorming van de KVR is een onderdeel van de hervorming van het 'Kunstenaarsstatuut' (het geheel aan sociale zekerheidsregels voor kunstwerkers). Die hervorming moet de precaire positie van kunstenaars ombuigen. Meyrem Almaci (Groen) licht toe dat de KVR – een belastingvrije vergoeding voor kleinschalige en occasionele artistieke prestaties – niet bijdraagt aan ‘fair pay and fair practice’ voor kunstenaars. Met deze vergoeding die ook in het professionele circuit zeer courant wordt gebruikt, bouwt een kunstenaar immers geen sociale rechten op. Meyrem Almaci uit echter haar bezorgdheid over de afschaffing van deze KVR, net omdat de vergoedingsregel zo een wijdverspreid gebruik kent, bij zowel professionele kunstwerkers als amateurkunstenaars. Daarom vraagt ze minister Jambon naar de impact van deze maatregel en zijn plannen om de sector voor te bereiden op de hervorming.
Meyrem almaci 1483067

Meyrem Almaci (Groen), voorzitter Commissie Cultuur in het Vlaams Parlement

Impact van de verlaging van de vergoeding

Minister Jambon benadrukt dat het om een maatregel gaat van de Federale Regering, en dat de verantwoordelijkheid voor de implementatie dan ook op dat niveau ligt. Wel geeft hij aan dat het Vlaamse steunpunt Cultuurloket communiceert over deze hervorming. De minister vreest dat de persoonlijke impact voor amateurkunstenaars groot zal zijn, aangezien de maximale vergoeding meer dan gehalveerd wordt. Vandaag kan er € 147,67 per dag toegekend worden via KVR; bij de AKV wordt dat maximaal € 70 per opdracht per dag (+ € 20 aan verplaatsingsonkosten). Vooral uit de muzieksector ontvangt minister Jambon bezorgde signalen. Tot slot geeft de minister aan dat hij zelf suggereerde aan zijn federale collega’s om de solidariteitsbijdrage (voor opdrachtgevers die per jaar meer dan € 500 aan AKV-vergoedingen betalen) te laten terugvloeien naar de sector.
Marius Meremans

Marius Meremans (N-VA), lid van Commissie Cultuur in het Vlaams Parlement

Ook Vlaams parlementslid Marius Meremans (N-VA) neemt deel aan de discussie en deelt de bezorgdheden. Hij benadrukt dat de verlaging van het bedrag een grote impact zal hebben op het amateurkunstencircuit. Er komt zo ook druk te liggen op amateurkunstengroepen om zich in een vzw te verenigen, wat voor extra administratie en kosten zorgt. Hij vreest dat die extra kosten doorgefactureerd zullen worden aan de organisatoren van podiumkansen. Volgens Marius Meremans kan er op Vlaams niveau weinig actie ondernomen worden. Bovendien vraagt hij zich af wat de reactie van De Federatie is.

De kleine vergoedingsregeling back to the roots

Meyrem Almaci staat tot slot nog stil bij de filosofie van de hervorming. De KVR wordt terug naar de oorspronkelijke bedoeling gebracht, namelijk een vergoedingsmethode voor kleinschalige artistieke prestaties van beginnende kunstenaars. De verlaging van de vergoeding past binnen die filosofie. Een ander uitgangspunt van de hervorming is om een gedeelde verantwoordelijkheid te creëren tussen kunstenaar en opdrachtgever. Daarom wordt de kunstenaarskaart (die toegang geeft tot de KVR) afgeschaft en vervangen door een online registratiesysteem waarop beide partijen zich moeten registreren. Bovendien besluit ze dat dit nieuwe systeem ook naar de 'less usual suspects' moet gecommuniceerd worden, en dat er daar wel degelijk een rol kan liggen voor Vlaanderen.

Info over de voorwaarden van de AKV?

Ook Cultuurloket verzamelde alle nodige informatie over de AKV in dit artikel. Op 20/02/24 kon je deelnemen aan een online webinar over de nieuwe vergoedingsregeling.

Sociare maakte een handig overzicht van de verschillende tewerkstellingsmogelijkheden in de socio-culturele sector. Download de vergelijkende tabel.

De Federatie achter en voor de schermen


In 2021 besliste minister van Sociale Zaken Vandenbroucke om het ‘Kunstenaarsstatuut’ en ook de Kleine vergoedingsregeling voor kunstenaars (KVR) te hervormen. De Federatie heeft sinds het voorjaar van 2021 het belang van de KVR voor de amateurkunstensector verdedigd bij het kabinet Vandenbroucke en de technische werkgroep ‘Working in the Arts’ die hervormingsvoorstellen formuleerde. Mee onder impuls van De Federatie verdwijnt de KVR niet helemaal, maar wordt die vervangen door de nieuwe amateurkunstenvergoeding (AKV), die meer op maat van de amateurkunstensector moet zijn.


Met de afschaffing van de KVR wil de Federale Regering de professionele kunstenaar versterken om een faire verloning te vragen voor zijn/haar werk. Tegelijk wil ze met de nieuwe AKV nog steeds een belastingvrije vergoeding voor kleinschalige en occasionele artistieke prestaties in opdracht bieden voor amateurkunstenaars. Het uitgangspunt is dat de lagere vergoeding professionelen moet ontmoedigen om via de AKV te werken. In de discussie over de tarieven, moeten we er bovendien rekening mee houden dat de hervorming ook onzichtbaar (voorbereidend) werk vergoed wil zien. Dat betekent dat uitvoerders zowel voor de prestatie (bijvoorbeeld een optreden) als voor de voorbereiding (bijvoorbeeld een repetitie) via AKV betaald kunnen worden. Het nieuwe online registratiesysteem dat de huidige kunstenaarskaart vervangt, moet dan weer voor meer transparantie zorgen en voortaan de (administratieve en juridische) verantwoordelijkheid verdelen tussen kunstenaar en opdrachtgever.


Minister van Cultuur Jambon is in de Commissie Cultuur van 6 juli kritisch voor zijn federale collega’s, en raakt aan de achillespees van de nieuwe AKV: “Ondanks wat de naam doet vermoeden, is het niet zozeer de doelgroep van de vergoeding die wijzigt, maar wel de modaliteit voor deze vergoeding.”


Met ons eerste basisadvies - dat we samen met de landelijke amateurkunstenorganisaties en onze partners Sociare, CESSoC en Incidence opstelden – wilden we vermijden dat de AKV beschouwd zou worden als een gemakkelijk en goedkoop verloningssysteem voor de professionele kunsten. Daarom stelden wij een duidelijke begrenzing voor bij zowel de opdrachtgevers als de uitvoerders die van deze vergoeding gebruik kunnen maken. Op die manier wilden we bewaken dat de nieuwe AKV effectief een vergoeding bleef voor de amateurkunstensector en beginnende kunstenaars.


Minister Vandenbroucke koos er echter voor dit advies niet te volgen en de AKV open te stellen voor zowel de amateurkunsten- als de professionele kunstensector. De AKV kan door iedereen gebruikt worden, zowel in het amateurkunsten- als in het professionele circuit, zowel door een individu, een feitelijke vereniging, een vzw of een vennootschap.


De regelgeving werd bewust eenvoudig gehouden, zonder begrenzing van wie de AKV kan gebruiken. Maar om - in de eerste plaats - professionele organisatoren te sensibiliseren, slopen er een aantal extra voorwaarden in voor grootgebruikers van de AKV. Denk bijvoorbeeld aan de solidariteitsbijdrage van 5% voor opdrachtgevers die meer dan € 500 per jaar aan amateurkunstenvergoedingen betalen. We suggereerden overigens die bijdrages te laten terugvloeien naar de kunstenaars zelf. Er is ook de verplichte rapportage voor wie meer dan 100 AKV-prestaties per jaar betaalt. Een drempel die op onze vraag werd verhoogd van 50 naar 100 prestaties per jaar. Maar ook de verlaging van de maximale vergoeding kadert in deze filosofie. Over deze en andere bezorgdheden gingen we verschillende keren in gesprek met het kabinet Vandenbroucke. We deelden onze bezorgdheden en oplossingen ook in formele adviezen, samen met onze partners Sociare, CESSoC en Incidence. Bovendien kaartten we onze bezorgdheden aan bij de leden van de commissie Sociale Zaken van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. Dat zorgde onder andere voor interpellaties in de vergadering van 24 oktober 2022.


Ook over de grootste bezorgdheid van de commissieleden Cultuur van het Vlaams Parlement – de verlaging van de maximale vergoeding – blijven we in gesprek met het kabinet. We delen de bezorgdheid dat we de impact van deze maatregel goed moeten monitoren, want deze verlaagde vergoeding zal voor bepaalde artiesten en groepen in het amateurkunstencircuit op korte termijn een grote aanpassing zijn. Maar we nemen ook in rekening dat ook onzichtbaar (voorbereidend) werk vergoed kan worden via de AKV.


We zijn in samenspraak met de landelijke AK-organisaties ‘en cours de route’ al tot een aantal oplossingen gekomen en blijven we ijveren om de regelgeving en implementatie van de amateurkunstenvergoeding zo laagdrempelig mogelijk te houden. En vooral: op maat van de amateurkunstensector.

In het dossier 'Van KVR naar amateurkunstenvergoeding' vind je de verschillende formele adviezen, standpunten en interpellaties van De Federatie sinds 2021.