De dag dat een tweet decreet werd
donderdag 1 december 2022
Dossier: Decreet Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk
Op de ministerraad van 25 november keurde de Vlaamse Regering het ontwerpdecreet sociaal-cultureel volwassenenwerk goed, na het advies van de Raad van State. De tekst vindt nu zijn weg naar het parlement. Op enkele technische aanpassingen na, bleef het decreet ongewijzigd. De Federatie blijft zich verzetten tegen een aantal perverse ingrepen.
Procedures verfijnd
Laten we beginnen met een positieve noot: het nieuwe ontwerpdecreet voert enkele verbeteringen door ten opzichte van het huidige. Na de eerste toepassing van het decreet van 2017 was het nodig om de procedure hier en daar te verfijnen en de beoordelingselementen coherenter op elkaar te laten aansluiten. Dit bleek ook uit de evaluatie die De Federatie, samen met de sector, maakte. Kabinet, administratie, Socius en De Federatie vonden elkaar in deze aanpassingen. Degelijk beleidswerk, dus.
Een loze tweet
Maar het decreet draagt ook de effecten van een regeerakkoord dat in 2019 een aantal boude en ongefundeerde uitspraken deed over de sector. Voortaan zouden organisaties die segregatie bevorderen door zich terug te plooien op etnisch-culturele afkomst niet meer worden gesubsidieerd, zo klonk het. Sinds dat regeerakkoord kreeg minister Jambon hierover herhaaldelijk vragen. Zijn er dan gesubsidieerde organisaties die hierop moeten worden teruggefloten? Geenszins, antwoordde de minister. Moet het huidige decreet worden aangepast om te voorkomen dat er organisaties zouden worden erkend die zich bewust zouden opsluiten in een eigen cocon? Op zich niet, antwoordde de minister, want er zitten al ankerpunten in het huidige decreet. En zo wordt de zin in het regeerakkoord eigenlijk herleid tot iets wat op een loze en negatieve tweet lijkt. We zijn sterk ontgoocheld over dit soort symboolpolitiek en over het feit dat men zich daar tegen beter weten in krampachtig aan vastklampt. Allesbehalve degelijk beleidswerk, dus.
Vragen blijven hangen
Waarom wordt de ganse sector dan geschoffeerd door dit in een decreettekst te zetten? En waarom wordt etnisch-culturele afkomst specifiek geviseerd? Hier hangt een odeur van discriminatie, zo meende ook de officiële adviesraad voor cultuur, de SARC, in zijn advies. Jammer dat de Raad van State hier geen enkele uitspraak over doet, noch in de ene noch in de andere richting. De juridische vraag blijft dus in de lucht hangen. Het politieke misbruik van de volledige sector komt des te harder aan. Een sector die zich dag in dag uit keihard inzet om zoveel mogelijk mensen te betrekken, hen weerbaar te maken en hen te engageren voor tal van belangrijke maatschappelijke uitdagingen. Een sector die een kei is in het leggen van bruggen tussen mensen en gemeenschappen die anders vreemden blijven voor elkaar. Dat is zéér wrang.
Ruimte voor miljoenen burgers
Expertencommissies (zowel externe experten als medewerkers van de administratie) evalueren de reële werking van organisaties en beoordelen hun toekomstplannen. Dit is een intensieve beoordelingscyclus, zowel voor organisaties als experten. Die experten mengen zich niet in de missie en de inhoudelijke keuzes van de organisaties, maar gaan na of de organisatie voldoende “sociaal-cultureel is” en kwalitatief werkt. En dat is goed: wie onvoldoende beantwoordt aan het decreet, zal eruit verdwijnen. Wie voldoet aan de “standaarden” van het decreet, krijgt kansen om samen met vele burgers en vrijwilligers de samenleving sterker en beter te maken. Dit vraagt wat zelfdiscipline van de politiek verantwoordelijken die het finale oordeel moeten vellen. Zij moeten niet in de plaats willen treden van die miljoenen betrokkenen bij het sociaal-cultureel leven in Vlaanderen en Brussel. Want dat kunnen ze niet. Zij hebben de mooie taak om ruimte te geven aan burgers die samen aan de samenleving willen timmeren.
Het politiek primaat
En toch… toch is er steeds meer de neiging bij steeds meer bewindvoerders om een stevigere vinger in de pap te steken. Zo geeft dit decreet ruimte aan de regering om in zijn beslissingen ruimer te gaan dan het kader dat de beoordelingscommissies krijgen. Bij de eerste goedkeuring werd gesteld dat zogenaamd 'excellerende organisaties' niet meer dan 25% van hun subsidies kunnen verliezen. 'Excellerende organisaties' zijn - nog volgens de Memorie van Toelichting - organisaties die zowel bij de visitatie als bij de beoordeling positief scoren, zonder aanbevelingen/aandachtspunten. Dat is een goede evolutie, zo schreven we in september, maar ook organisaties die positief scoren mét enkele aanbevelingen/aandachtspunten verdienen die financiële zekerheid. Want een organisatie die - ondanks een positieve score - in één klap meer dan één vierde van hun subsidies kwijtraakt, knijp je feitelijk dood. Het blijft gissen naar een inhoudelijke motivering van dit soort bepaling.
We blijven rekenen op de wijsheid van het parlement en de regering om van de verdere besluitvorming gebruik te maken om aan deze belangrijke punten te remediëren.
Apache schreef er dit artikel over, met tal van reacties vanuit de sector. Stijn Oosterlynck schreef op 14 december een opiniestuk in De Standaard. Je vindt de tekst ervan integraal hieronder.
Een opmerkelijke coalitie voor meer overheid (opinie in DS - 14 december 2022)
Stijn Oosterlynck - Hoogleraar stadssociologie (UAntwerpen), lid van het Centre for Research on Environmental and Social Change (CRESC).Vreemd dat net conservatieven en liberalen overheidsinmenging bepleiten in de integratiesector, vindt Stijn Oosterlynck.
Of het nu gaat om voetbalrelletjes na een overwinning van het Marokkaanse elftal, het dragen van religieuze tekens op school of de taalkennis van nieuwkomers, samenleven in diversiteit is altijd goed voor een verhit publiek debat. Na decennia van polarisatie is dat debat zo explosief geworden dat de overheid het thema steeds meer uit handen van het middenveld neemt en naar zich toe trekt. Die toenemende overheidsgreep op samenleven in diversiteit ontstaat in een opmerkelijk samenspel tussen conservatieve nationalisten, liberalen en extreemrechts.
De Vlaamse ministerraad keurde eind vorige maand haast ongemerkt een nieuw ontwerpdecreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk goed. Dat decreet regelt het kader voor subsidies aan sociaal-culturele verenigingen. Het ontwerp bevat een door de sector sterk gecontesteerde regel die organisaties van etnisch-culturele minderheden viseert. De nieuwe regel stelt dat initiatieven die ‘segregerend werken door zich louter terug te plooien op etnisch-culturele afkomst’ geen subsidies meer krijgen van de Vlaamse overheid.
Vertrekken vanuit de eigen identiteit hoeft helemaal niet tot segregatie te leiden, maar die vaststelling spoort niet met de ideologie van de huidige beleidsmakers. Nochtans geeft de bevoegde minister Jan Jambon (N-VA) desgevraagd aan dat er op dit moment geen gesubsidieerde organisaties zijn die de nieuwe regel overtreden. Meer nog: het behoort tot de kerntaken van sociaal-cultureel werk om (groepen) mensen met elkaar in contact te brengen. Daar hoeft geen decreet voor te worden aangepast.
Assimilatie
Dat wantrouwen tegenover sociale organisaties die werken rond integratie en samenleven in diversiteit neemt al enige tijd toe. Politici beschouwen die thema’s als politiek zo gevoelig dat ze – tegen alle tendensen van liberalisering in – via de overheid almaar dieper ingrijpen in de burgersamenleving. In 2013 werd de hele integratiesector – tot dan toe een middenveldsector – door toenmalig bevoegd minister Geert Bourgeois (N-VA) ‘verstaatst’. De huidige minister van Binnenlands Bestuur, Bart Somers (Open VLD), zegde het Minderhedenforum de wacht aan. Wilde het zijn subsidies niet verliezen, dan mocht het niet langer functioneren als koepel van etnisch-culturele zelforganisaties. Het mocht niet langer inzetten op belangenverdediging, maar wel op samenleven in diversiteit. Somers greep in op de samenstelling van de bestuursorganen.
Vandaag probeert de overheid haar greep verder te versterken door het recht op verenigen vanuit een specifieke visie op samenleven in diversiteit enger te omkaderen. Die poging om de greep op het middenveld te versterken ontstaat vanuit een opmerkelijk samenspel tussen liberale en conservatieve nationalistische politici, die op andere terreinen meestal geen voorstander zijn van meer overheidsingrijpen. Ze worden daarbij aangevuurd door het extreemrechtse Vlaams Belang, dat in de vorige regeerperiode regelmatig in gelijkaardige bewoordingen de subsidies voor etnisch-culturele organisaties onder vuur nam.
Uiteraard zitten er verschillende ideologieën achter die opvallende eensgezindheid. Waar conservatieve nationalisten naar assimilatie neigen en organisaties van etnisch-culturele minderheden vaak zien als een afwijzing van het bestaande Vlaamse verenigingsleven, zien liberalen emancipatie als een individueel proces waarbij nieuwkomers zich losmaken van hun etnisch-culturele groep en eigen keuzes maken. Het effect is hetzelfde: de mogelijkheid tot groepsemancipatie van etnisch-culturele minderheden wordt afgewezen.
Wantrouwen
De liberale ideologie heeft geen oog voor de machtsongelijkheid in de samenleving, waarbij etnisch-culturele minderheden onder meer inzake arbeid, huisvesting en onderwijs een ondergeschikte positie innemen. De nood die daaruit ontstaat om zich als groep te organiseren, is de blinde vlek van de liberale ideologie. Het wantrouwen tegenover etnisch-culturele zelforganisaties weerspiegelt de historische amnesie van de Vlaamse conservatieve nationalisten, die zelf het product zijn van zulke organisaties. Verenigingen oprichten om een plaats te hebben waar je je thuisvoelt en je belangen verdedigd weet, is bovendien een oer-Vlaamse traditie.
De manier waarop burgers met een migratieachtergrond zich organiseren is volop in beweging. Hun toenemende aandeel in de middenklasse vertaalt zich in meer sociaal ondernemerschap en in eigen middenveldinitiatieven die minder lijken op de klassieke etnisch-culturele zelforganisaties. Dat is positief, maar zeker voor nieuwkomers blijft de etnisch-culturele zelforganisatie een onontbeerlijk instrument voor integratie in de nieuwe samenleving.
Aansturing vanuit de overheid blijkt dus niet nodig te zijn. Eerdere pogingen om politiek te interveniëren liepen bovendien fout af. Denk maar aan het debacle met Sihame El Kaouakibi, die het model van sociaal ondernemerschap en individuele mobiliteit belichaamde dat veel politici verkiezen en die ze daarom overstelpten met subsidies en aandacht. Laat de overheid zich maar bescheiden opstellen en de burgers en hun organisaties ondersteunen zodat die zelf vorm kunnen geven aan het organisatieweefsel en bruggen kunnen slaan naar anderen. Het is aan het parlement om dat ontwerpdecreet bij te sturen.