Doet Vlaamse regering iets aan koopkrachtverlies door inflatie?
maandag 14 februari 2022
Dossier: Zakelijk en financieel
Dat de subsidies de tred van de inflatie onvolledig volgen, is een oud zeer. Dat de extreme situatie van vier indexeringen op amper een jaar tijd deze “gap” zeer snel verhoogt, baart ook Orry Van de Wauwer (CD&V) zorgen. Hij kaartte dit vorige week aan in de Commissie Cultuur van het Vlaams parlement.
Aanleiding was het persbericht
van de werkgeverskoepels van de social-profitsectoren -waaronder Sociare- dat benadrukte dat sociale ondernemingen onder druk staan door de sterk gestegen energieprijzen en de stijgende inflatie. De koepels vragen om ook de werkingsmiddelen van de organisaties te indexeren, zeker omdat de SERV berekende dat de inflatie een positieve meevaller is voor de Vlaamse begroting. Orry Van de Wauwer vroeg aan minister Jambon of hij bereid was om op deze vraag in te gaan bij de begrotingsaanpassing 2022.
Waarover gaat het?
Even technisch: achter elke subsidie huist een afspraak binnen de Vlaamse regering over de mate waarin deze de index mee volgt. Zo bevatten de structurele subsidies voor onze sectoren een “loonaandeel” en een “werkingsaandeel”. Normaal gezien zouden de subsidies telkens mee geïndexeerd moeten worden, maar bij het regeerakkoord spraken de partijen af om enkel het loonaandeel mee te indexeren (net zoals tijdens de vorige regering, overigens). Telkens de spilindex overschreden wordt, wordt het werkingsaandeel in de subsidies dus niet mee geïndexeerd.
Forse galop in daling koopkracht
Gevolg: een geleidelijke daling van de koopkracht. Althans in “normale” tijden, want van een geleidelijke
daling kan je vandaag niet spreken: vier indexaanpassingen en het effect van de stijgende energieprijzen zorgen voor een forse galop in de daling van de koopkracht. Ook De Federatie dringt er sterk aan om in deze abnormale periode de subsidies naadloos te laten aansluiten bij de indexeringen.
Gezocht: beleidsruimte om "gap" te verkleinen
Jambon erkent de problematiek, maar vraagt toch ook aandacht voor het grotere plaatje: enerzijds het belang om de Vlaamse begroting “structureel goed op orde” te houden en anderzijds de recente inspanningen van de regering, bijvoorbeeld in het kader van VIA 6 en de steunmaatregelen tijdens de pandemie.
Klopt, zegt Van de Wauwer, maar “we moeten niet twee discussies vermengen”. “We zitten nu wel in een heel extreme situatie: vier indexeringen op een jaar, met een zo groot mogelijk koopkrachtverlies. Vandaar mijn vraag om, mocht er beleidsruimte zijn, daar toch aan tegemoet te komen. De “gap” wordt steeds groter”.
Minister-president pleit voor voorzichtigheid
De cultuurminister begrijpt dat er behoeften zijn, maar vindt het niet wenselijk om terug te komen op de afspraak om het werkingsaandeel in de subsidies niet te indexeren. “Ik begrijp de gretigheid wanneer de dingen onvoorzien zijn om een deel van de winstkoek af te romen en te gebruiken voor – voor alle duidelijkheid – terechte vragen, maar als minister-president moet ik toch enige voorzichtigheid aan de dag leggen”.
Orry Van de Wauwer toont wel begrip voor het begrotingskader, maar blijft toch aandringen op actie: “Rentmeesterschap zit in mijn DNA. Ik wil geen schulden overlaten aan de toekomst. Maar ik vind het ook belangrijk dat ons sociaal-culturele middenveld en de non-profitsector levensvatbaar kunnen zijn.”
Afspraak in het voorjaar bij de begrotingscontrole.