Giften met belastingvoordeel: FOD Financiën lijdt aan cultuurblindheid
maandag 7 juni 2021
Dossier: Zakelijk en financieel
Tenzij je kleurenblind bent, ziet een kleur er zowel in Vlaanderen als in België hetzelfde uit. Dat geldt blijkbaar niet voor cultuur. De FOD Financiën vindt Vlaams erkende sociaal-culturele organisaties vaak geen 'cultuur'. Waardoor ze geen recht hebben op giften met belastingvoordeel. Pakt minister Van Peteghem (CD&V) eindelijk deze 'cultuurblindheid' aan?
Deze thematiek werd op 10 juni beschreven in De Standaard.
Heel wat sociaal-culturele organisaties verwerven een deel van hun inkomsten via giften van donateurs en sympathisanten. Het zijn vaak mensen die een deel van hun maatschappelijk engagement omzetten in vrijgevigheid. Als de begunstigde organisatie een erkenning kreeg van de minister van Financiën om giften met belastingvoordeel te ontvangen, krijgt de donateur een fiscaal attest waardoor de gift (van min €40) in aanmerking komt voor belastingvermindering. Een welgekomen duwtje in de rug dus.
Om een dergelijke erkenning te krijgen, moet de organisatie een aanvraagdossier indienen bij de FOD Financiën. Na grondig onderzoek volgt dan een positieve of negatieve beslissing.
Algemene erkenningsvoorwaarden
Om in aanmerking te komen voor een erkenning moet de organisatie aan heel wat voorwaarden voldoen. Het Wetboek Inkomsten Belasting (WIB) en het bijbehorende Koninklijk Besluit lijsten deze voorwaarden netjes op. Zo moet de organisatie een landelijke werking hebben, een subsidie van een deelgemeenschap hebben, niet meer dan 20% beheerskosten hebben, enz. Het is niet meer dan logisch dat er voorwaarden gesteld worden, want het gaat tenslotte om belastinggeld.
Voorwaarden voor ‘culturele instellingen’
Naast de algemene voorwaarden zijn er specifieke voorwaarden, gelinkt aan het domein waarbinnen je een aanvraag doet (ontwikkelingssamenwerking, welzijn, dierenwelzijn, cultuur, enz...).
Sociaal-culturele organisaties die een erkenningsaanvraag indienen binnen het domein Cultuur komen wel vaker voor een verrassing te staan. Zelfs als ze voldoen aan alle algemene voorwaarden krijgen ze vaak toch een negatieve beslissing. De reden is dat de FOD Financiën oordeelt dat ze niet voldoen aan de voorwaarde van ‘culturele instelling’. Bizar toch!
Sociaal-culturele organisaties die een erkenningsaanvraag indienen binnen het domein Cultuur komen wel vaker voor een verrassing te staan. Zelfs als ze voldoen aan alle algemene voorwaarden krijgen ze vaak toch een negatieve beslissing. De reden is dat de FOD Financiën oordeelt dat ze niet voldoen aan de voorwaarde van ‘culturele instelling’. Bizar toch!
Cultuur in Vlaanderen ≠ Cultuur in België
Terwijl de Vlaamse minister van Cultuur na een grondige screening organisaties erkent als culturele organisatie en hen een subsidie toekent, beslist de federale minister van Financiën dat het niet om Cultuur gaat. Dit terwijl cultuur een gemeenschapsmaterie is. Een federale overheidsdienst heeft dus niet de bevoegdheid om te bepalen wat al dan niet cultuur is. Vlaanderen heeft duidelijk bepaald wat onder 'cultuur' valt en sociaal-cultureel werk is daar een onmiskenbaar onderdeel van.
In de motivering van de beslissing van Financiën lezen we wel vaker zeer bizarre conclusies. Zo lezen we bijvoorbeeld:
"Sociaal-culturele instellingen vallen in sommige gevallen onder de culturele en soms onder de sociale doelgroep" en "Waar de Vlaamse Gemeenschap een erkenning toekent aan de betrokken instellingen op basis van hun maatschappelijke activeringsfunctie, stelt de dient Giften, met alle respect voor de betrokken instelling, dat de door de vzw georganiseerde activiteiten niet vallen onder de culturele functie".
Verwarring troef dus.
Verwarring troef dus.
Ook in de Kamer stelt men zich vragen
In de Commissie Financiën en Begroting van 1 juni 2021 stelde Steven Matheï (CD&V) hierover een vraag aan minister van financiën Van Peteghem (CD&V). Hij vroeg de minister of hij kan verklaren waarom sociaal-culturele instellingen niet worden erkend als instellingen die belastingvrije giften kunnen ontvangen, ook al voldoen zij aan de deelstatelijke erkenning? En hoe hij denkt daarmee om te gaan?
Minister Van Peteghem: “... Ik ben mij ten zeerste bewust van de problematiek omtrent de erkenning van culturele instellingen in het kader van de belastingvermindering voor giften. U kunt in mij dan ook zeker een bondgenoot vinden om die problematiek aan te pakken en om een structurele oplossing te vinden weliswaar nog steeds conform de ratio legis van het koninklijk besluit van 3 augustus 1983. Indertijd werd de erkenningstoets door de Gemeenschappen immers naar Financiën overgeheveld en werden er strikte erkenningsvoorwaarden opgenomen.”
Minister Van Peteghem: “... Ik ben mij ten zeerste bewust van de problematiek omtrent de erkenning van culturele instellingen in het kader van de belastingvermindering voor giften. U kunt in mij dan ook zeker een bondgenoot vinden om die problematiek aan te pakken en om een structurele oplossing te vinden weliswaar nog steeds conform de ratio legis van het koninklijk besluit van 3 augustus 1983. Indertijd werd de erkenningstoets door de Gemeenschappen immers naar Financiën overgeheveld en werden er strikte erkenningsvoorwaarden opgenomen.”
Erkenningstoets overgeheveld naar Financiën?
Het kabinet Financiën verduidelijkt: “Met de ratio legis van het KB van 3 augustus 1983 wordt verwezen naar de situatie die er toen bestond bij de erkende instellingen inzake de giften. Na onderzoek was toen gebleken dat er veel instellingen erkend waren om giften te ontvangen, voornamelijk lokale instellingen.”
Om te vermijden dat er in de toekomst nog lokale instellingen erkend konden worden, heeft men in 1983 de erkenningstoets overgedragen naar Financiën en koppelde men hier strikte erkenningsvoorwaarden aan. Eén van die erkenningsvoorwaarden heeft betrekking op het “invloedsgebied”. Dat moet 'nationaal' zijn. Lees: dat moet het grondgebied van de betrokken Gemeenschap bestrijken. Nu is het hebben van een 'landelijke werking' één van de erkenningscriteria in het decreet op het Sociaal-Cultureel Volwassenwerk. Elke erkende sociaal-culturele organisatie heeft dus per definitie een landelijke werking.
Om te vermijden dat er in de toekomst nog lokale instellingen erkend konden worden, heeft men in 1983 de erkenningstoets overgedragen naar Financiën en koppelde men hier strikte erkenningsvoorwaarden aan. Eén van die erkenningsvoorwaarden heeft betrekking op het “invloedsgebied”. Dat moet 'nationaal' zijn. Lees: dat moet het grondgebied van de betrokken Gemeenschap bestrijken. Nu is het hebben van een 'landelijke werking' één van de erkenningscriteria in het decreet op het Sociaal-Cultureel Volwassenwerk. Elke erkende sociaal-culturele organisatie heeft dus per definitie een landelijke werking.
Is er hoop?
Het antwoord van de minister suggereert dat hij deze problematiek structureel wil aanpakken maar er tegelijk wil voor zorgen dat de oplossing binnen de ratio legis blijft van het KB van 3 augustus 1983. Het kabinet Financiën vroeg alvast de nodige informatie op bij de cultuurministers van de Gemeenschappen. Op basis hiervan zullen ze bekijken of een structurele oplossing zijn doel niet voorbij schiet.
Naar verluidt werken ze aan dergelijke structurele oplossing, maar hoe die er concreet zal uitzien, is koffiedik kijken. We hopen alleszins dat we vooraf inzage en inspraak krijgen in de plannen want het is dringend tijd dat deze cultuurblindheid bij de FOD Financiën ophoudt.