header handjes

Patrimoniumtaks hervormd

Dossier: Zakelijk en financieel

In volle eindejaarsperiode keurde de Kamer, op 28 december 2023, op de valreep de hervorming van de patrimoniumtaks voor vzw’s goed. Hoewel de berekening van deze taks voortaan iets complexer is, zullen de meeste organisaties wat minder betalen.

Patrimoniumtaks
De uiteindelijke hervorming van de patrimoniumtaks voor vzw’s kwam er na een hobbelig parcours. In de commissie Financiën en Begroting werden door diverse commissieleden amendementen ingediend en werd er stevig gediscussieerd. De Kamerleden moesten op 28 december terug naar Brussel om in een uitgestelde zitting de ‘Wet houdende diverse fiscale bepalingen’ alsnog goed te keuren. Wij volgden deze discussies op de voet. Op onze recente Regulitis-site, die De Federatie samen met de Vlaamse Jeugdraad en de Vlaamse Sportfederatie ontwikkelde vind je trouwens een overzicht van een hele rits regels die de sectoren kopzorgen bezorgt. Eentje daarvan is - jawel - de jaarlijkse patrimoniumtaks.

Patrimoniumtaks?

De “taks tot vergoeding der successierechten” of “patrimoniumtaks” is een jaarlijkse taks, specifiek voor vzw's en (private) stichtingen. De taks kan je beschouwen als een vermogensbelasting voor vzw's en stichtingen. Het gaat - in de nieuwe regeling - om een taks op het vermogen zodra dat meer dan €50.000 bedraagt (in de oude regeling was dat €25.000, nvdr). De aangifte moet uiterlijk eind maart binnen zijn en kan voortaan elektronisch gebeuren.

Vermogen?

Onder het ‘vermogen‘ dat moet aangegeven worden, verstaat men de werkelijke waarde van alle bezittingen (niet de boekwaarde). Het gaat om de waarde van gebouwen, meubilair en installaties, beleggingen, spaargelden, enz...

Wat verandert er?

In de oude regeling was elke vzw verplicht om jaarlijks hun patrimonium (vermogen) aan te geven. Het tarief bedroeg 0,17% op een vermogen hoger dan €25.000. Vzw’s die geen patrimoniumtaks hoefden te betalen moesten toch een nihilaangifte doen, op papier. De nieuwe tarieven zijn progressief en er kwam uiteindelijk een gedeeltelijke vrijstelling voor de sport, cultuur en jeugdsector.
Nieuwe regeling patrimoniumtaks
Voor organisaties in de cultuur-, jeugd- en sportsector zal slechts 37,7% van hun patrimonium (vermogen) in rekening worden genomen. In praktijk betekent dit dat je organisatie is vrijgesteld tot een bedrag van €132.626. Om te bepalen welke organisaties voor deze gedeeltelijke vrijstelling in aanmerking komen baseert men zich op de btw-wetgeving, nl. artikel 44, §2, 9° van het BTW-wetboek.​ Organisaties die in aanmerking komen voor de btw-vrijstelling
  • Organisaties die voor meer dan 50% van hun omzet handelingen verrichten die van de btw zijn vrijgesteld op basis van dat artikel
  • Als minstens 75% van het vermogen wordt aangewend door een instelling die in aanmerking komt voor de btw-vrijstelling (artikel 44, §2, 9° van het BTW-wetboek)​
  • Organisaties met een jaaromzet kleiner dan €25.000​
  • Sociaal-cultureel vormingswerk (Circulaire FOD Financiën: Beslissing nr. E.T. 81094 dd.29.08.1994)​
​Wie in de BTW-regeling een vrijstelling geniet zal dus minder patrimoniumtaks moeten betalen. ​ ​De aangifte van de patrimoniumtaks zal in de toekomst niet meer op papier maar wel digitaal gebeuren. ​​Wie vrijgesteld is van de patrimoniumtaks zal ook geen nihilaangifte meer moeten doen.​ ! Het nieuwe tarief voor de berekening van de patrimoniumtaks is al van toepassing voor de aangifte van 2024. Dus voor de waarde van de bezittingen op 31/12/2023.
Concreet: Wat betekent de nieuwe berekening van de patrimoniumtaks (met gedeeltelijke vrijstelling)?
Nieuwe bereking patrimoniumtaks

Wij wilden liever iets meer, ’t is te zeggen minder…

De Federatie, de Vlaamse Jeugdraad en de Vlaamse Sportfederatie blijven echter pleiten voor een volledige afschaffing van de patrimoniumtaks. Een taks op vermogen is zeker gerechtvaardigd indien dit vermogen een rechtstreekse verrijking van eigenaars of aandeelhouders, tot doel heeft. Maar jeugdorganisaties, sociaal-culturele, amateurkunsten-, sportorganisaties, hebben geen persoonlijke verrijking tot doel. Het is – integendeel – een investering in de gemeenschap. Bezittingen worden benut ten voordele van deelnemers, amateurkunstenaars, publieke sporters en jongeren. Hen daarop extra belasten, lijkt op een bestraffing van hun werking. Zolang men de patrimoniumtaks niet afschaft, vragen we om minstens de neerlegging van de jaarrekening te koppelen aan zowel de aangifte van de rechtspersonenbelasting als aan de aangifte van de patrimoniumtaks.

Ons volledig standpunt over de patrimoniumtaks (en over nog zoveel meer) kan je lezen op www.regulitis.be.

Kristien Vermeersch Neem contact op met Kristien