Welke ambities leven er voor het Jaar van de Amateurkunsten?
vrijdag 17 oktober 2025
Dossier: Decreet Amateurkunsten
In haar beleidsnota Cultuur roept minister Gennez 2028 uit tot Jaar van de Amateurkunsten. Ze gaf eerder aan dit initiatief te willen vormgeven samen met de amateurkunstensector. In de Commissie Cultuur van 9 oktober 2025 peilde Manu Diericx (N-VA) naar de initiatieven die op stapel staan.
Naar een breed en gedragen verhaal
Minister Gennez licht toe dat er dit voorjaar verkennende gesprekken plaatsvonden tussen haar kabinet, het Departement Cultuur, Jeugd en Media (DCJM) en de negen amateurkunstenkoepels. Daaruit bleek dat een eenmalig internationaal festival te beperkt zou zijn om de hele sector te representeren en duurzame impact te hebben. Focussen op één discipline zou geen recht doen aan de rijkdom van het brede en diverse amateurkunstenveld.
De minister wil het Jaar van de Amateurkunsten vormgeven als een breed gedragen traject met de sector zelf. Ze nodigt daarbij de amateurkunstenkoepels uit om een gemeenschappelijk projectvoorstel uit te werken. Ze verwijst daarbij ook naar de nieuwe beleidsplannen van de amateurkunstenkoepels, die op 1 december 2025 worden ingediend voor de periode 2027-2031.
Voorstellen in ontwikkeling
De amateurkunstenkoepels schuiven zelf een aantal pistes naar voren, die nog verder worden onderzocht, aldus minister Gennez: “Zoals een nieuw bevolkingsonderzoek, impactvolle samenwerkingen tussen de koepels in het kader van hun publieksevenementen, uitwisseling met buitenlandse amateurkunstengroepen en de ontwikkeling van een communicatielabel en een mediacampagne met VRT.”
Daarop oppert Frederik Sioen, parlementslid voor Vooruit, dat het Jaar van de Amateurkunsten ook een kans biedt om de brug te leggen tussen amateurkunsten, deeltijds kunstonderwijs en de professionele kunsten. Zelf denkt hij daarbij aan gezamenlijke toonmomenten, zoals een ‘graduation festival’, waarbij de kunsthuizen hun podia openzetten voor amateurkunstenaars en het deeltijds kunstonderwijs.
Frederik Sioen, Vlaams Parlementslid voor Vooruit (c) Sophie Nuyten
Budgettaire drempels en zorgen
Manu Diericx (N-VA) vraagt de minister ook naar de financiering van het initiatief. Volgens hem moet de Vlaamse Regering “zich tonen als betrouwbare partner”. Als de overheid een opdracht geeft, moeten er ook middelen tegenover staan.
Manu Diericx (parlementslid voor N-VA) (c) Emy Elleboog
Minister Gennez verduidelijkt dat er geen middelen voorzien zijn binnen de cultuurbegroting. Ze onderzoekt welke rol EventFlanders kan spelen. Daarbij wijst de minister op de krappe budgettaire context. Ook de amateurkunstenkoepels leveren 3% van hun werkingsmiddelen in.
Manu Diericx uit zijn bezorgdheid over de logica van die besparingsoefening, aangezien de minister eerder aankondigde “organisaties die basiswerk verrichten” niet te impacteren. De amateurkunstenkoepels leveren net heel wat basiswerking op het terrein. Hij vreest bovendien dat een Jaar van de Amateurkunsten zonder financiering weinig slagkracht zal hebben.
Tot slot roept hij de minister op om toch een extra incentive te geven aan het Jaar van de Amateurkunsten en om vanuit de Vlaamse Overheid hierin een rol in op te nemen.
Toekomstperspectief?
Minister Gennez bevestigt dat ze, ondanks de beperkte middelen, in overleg blijft met de sector om van 2028 een betekenisvol jaar te maken. “De amateurkunstenkoepels zijn eerder vragende partij voor een diversiteit aan events in het Jaar van de Amateurkunsten. We zijn in gesprek, en we gaan dat ook met zorgzaamheid en met het oog op dat draagvlak voldoen.”
De Federatie gaat samen met de 9 amateurkunstenkoepels, het Departement CJM en EventFlanders verder in overleg over mogelijke invullingen voor het Jaar van de Amateurkunsten, binnen de beperkte budgettaire context die er is. Hoofddoel daarbij is visibiliteit geven aan de breedheid en relevantie van het diverse amateurkunstenveld in Vlaanderen.
