header handjes

Collega in de coulissen: Elke Verhaeghe over het bovenlokale

Dossier: Decreet bovenlokale cultuurwerking
Dossier: Collega in de coulissen

Beleidswerk gebeurt op verschillende manieren. Af en toe eens heel zichtbaar maar veel vaker achter de schermen. In dit dossier geven we aan de hand van concrete beleidsthema's een inkijk in wat er reilt en zeilt in de coulissen van het beleidswerk van De Federatie.

Vandaag gaan we in gesprek met Elke Verhaeghe over het 'bovenlokale'.

Dag Elke, in Vlaanderen kennen we al het Europese, federale, Vlaamse, provinciale en lokale beleidsniveau. Wat moeten we ons dan voorstellen bij het ‘bovenlokale’?


Het bovenlokale is een soort tussenniveau, tussen het lokale en Vlaamse in. De term is ongeveer 4 jaar geleden ontstaan, kort nadat de provincies hun culturele bevoegdheden zijn verloren. Toen kwam er een tijdelijk transitiereglement waarin onder andere amateurkunstengroepen of sociaal-culturele initiatieven gesubsidieerd werden, die voordien geregeld projectmiddelen of een vaste toelage kregen van de provinciale overheid. Dit was een overgangsmaatregel in afwachting van het decreet op bovenlokale cultuurwerking dat in 2018 boven de doopvont werd gehouden.

Kunnen we dan zeggen dat het bovenlokale het provinciale niveau vervangt?
Nee. ‘Bovenlokaal’ betekent eigenlijk gewoon 'samenwerken over grenzen van steden of gemeenten heen'. Dat hoeven daarom geen buurgemeenten te zijn. Ook vier steden verspreid over meerdere provincies kunnen bovenlokaal samenwerken. Het bovenlokale stelt geen bepaalde grootte of bereik voorop maar is een werking tussen het lokale en Vlaamse in. Bovenlokaal is ook geen synoniem van ‘regionaal’, want dan behoor je geografisch wel tot eenzelfde streek, wat bij ‘bovenlokaal’ werken geen vereiste is. Het is wel zo dat het bovenlokale een gat probeert te vullen tussen het lokale en Vlaamse in, waar de provincies voor cultuur vroeger die rol vervulden.
In welke mate is dat bovenlokale niveau ook relevant voor onze sectoren?

De term is nog niet overal even sterk ingeburgerd in onze sectoren. Maar bovenlokale projectwerking kan interessant en relevant zijn voor wie projecten of initiatieven op een grotere schaal wil aanpakken of uitrollen. Rond polarisatie, bijvoorbeeld, zouden verschillende organisaties, binnen en buiten het sociaal-cultureel werk, de handen in elkaar kunnen slaan om dingen in beweging te zetten, zaken aan te kaarten en te veranderen. Of, je zou over een bepaald thema, via gesprekscirkels met vrijwilligers op verschillende plekken in Vlaanderen, tot rode draden kunnen komen die je verwerkt in een publicatie, een voorstelling of ander eindproduct. Naast bovenlokale uitstraling moeten bovenlokale projecten ook aspecten van leren, innovatie, creatie en spreiding omvatten. Uiteraard buiten de structurele werking om.

Hoelang volgt De Federatie dit alles al?
We houden dit al in de gaten sinds de provincies hun culturele bevoegdheden verloren. Er was dus eerst het transitiereglement en daarna het nieuwe decreet. Eind 2020 schreven we al een evaluatienota met oog op de ‘optimalisatie’ van het huidige decreet. De bijsturing was oorspronkelijk voorzien in 2021. Maar door corona en de afstemming tussen decreten intussen meermaals uitgesteld. Nu mikt de overheid op eind 2022. Begin 2020 werden de eerste projecten binnen dit decreet gesubsidieerd. Wij hielden na elke indienronde in de gaten welke organisatietypes projecten indienden en tot welke sectoren ze behoorden. In het begin zagen we dat er bitter weinig organisaties uit onze sectoren indienden of goedkeuring kregen wat we meteen signaleerden aan het beleid. Er is beterschap, maar er blijft bijsturing nodig. Nu de optimalisatie van het decreet eindelijk op de planning staat, hopen we dat er wat meer beweegruimte komt voor kleinere initiatieven die bijvoorbeeld met vrijwilligers het bovenlokale een eigen invulling willen geven.
Dat heuse decreet ‘bovenlokale cultuurwerking’ was dus eigenlijk slechts een projectsubsidiereglement?


Nee. Het decreet bovenlokale cultuurwerking heeft drie pijlers. Er is dus de subsidielijn, maar er is ook ondersteuning voor IGS’en cultuur, waarvan er momenteel 19 zijn in Vlaanderen. Deze intergemeentelijke samenwerkingsverbanden cultuur hebben een regisseursrol. Zij kijken wat er zoal beweegt in hun werkgebied op vlak van cultuur, in de brede zin van het woord. Die cultuurparticipatie vuren ze dan verder aan. Een derde pijler zijn middelen voor het steunpunt OP/TIL die zowel bovenlokale projecten versterken als IGS'en ondersteunen.

Euh… IGS’en? En slechts 19 in heel Vlaanderen?
IGS’en cultuur zijn Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die een gecoördineerd cultuurbeleid uitwerken. 19 lijkt inderdaad weinig, maar dat betekent concreet dat nu ongeveer de helft van de gemeenten vervat zit in zo’n IGS cultuur. Het is de droom van Vlaanderen dat alle gemeenten ooit in een IGS cultuur zitten, maar dat is een groeiproces. De Vlaamse overheid wil deze structuren niet van bovenaf opleggen. Dus we zijn benieuwd waar nieuwe IGS'en zullen ontpoppen en hoe snel bestaande het cultuurlandschap in beweging kunnen brengen.
Waarom? Wat is het belang van zo’n IGS cultuur voor onze sectoren?
Denk bijvoorbeeld aan infrastructuur, één van de grootste noden van onze sectoren op gemeentelijk niveau. Die IGS’en cultuur hebben binnen het decreet bovenlokale cultuurwerking de opdracht om cultuur – in al zijn breedte – te bekijken en een brede visie te ontwikkelen. Waar men bovenlokaal over infrastructuur denkt, zijn meer mogelijkheden naar spreiding, specialisatie, beheersbaarheid. Maatwerk wordt mogelijk en (boven)lokale behoeften krijgen een antwoord. IGS'en kunnen verdere een verbindende rol hebben tussen organisaties en gemeenten die werk willen maken van een bepaald thema of prioriteit.
Intussen wil minister Somers Vlaanderen indelen in ‘referentieregio’s’. Hebben die IGS’en cultuur daar iets mee te maken?
Minister Somers lanceerde deze legislatuur inderdaad de regiovorming. In samenspraak met burgemeesteroverleggen, stelde hij 15 referentieregio’s voor om de veelheid aan intergemeentelijke samenwerkingen enigszins te ordenen en op elkaar te laten aansluiten. Want naast de IGS’en cultuur bestaan er intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor vanalles en nog wat. Door die beter op elkaar af te stemmen, zouden burgers beter moeten weten bij wie ze waarvoor moeten aankloppen. Met betrekking tot de 13 Avansa's die nu heel Vlaanderen afdekken, stelt zich wel een probleem. De 13 regionale Avansa's werden ooit ingedeeld op basis van de arrondissementen maar worden nu gevraagd om zich op die referentieregio’s te aligneren. Zij zijn bereid zich in die logica in te schakelen in het belang van de burger en omwille van de transparantie. 1 Avansa omvat dan 1 of meerdere referentieregio's. Nu vallen een aantal gemeenten net buiten de aangeduide lijntjes. Er is hier en daar bijsturing nodig. Vooral de Denderregio baart zorgen aangezien 2 Avansa's dit gebied nu 'bedienen'. De zoektocht naar oplossingen is begonnen. En zal nog wel een tijdje duren, lijkt me.
In een ideale wereld valt de IGS cultuur dus samen met de referentieregio?
Ja. Het is de bedoeling dat de contouren van een IGS cultuur netjes binnen de grenzen van één referentieregio vallen. Een IGS Cultuur kan met andere woorden geen gemeenten bevatten die in een andere referentieregio liggen. Maar één referentieregio kan natuurlijk wel meerdere IGS'en op haar grondgebied tellen.
Het lijkt me logisch dat IGS’en Cultuur en Avansa elkaar vinden?
Ze zoeken en vinden elkaar. De mate waarin dit gebeurt, heeft soms met voorgeschiedenis te maken. Zo bundelde een aantal gemeenten al voor 2018 de krachten op vlak van cultuurprogrammatie en communicatie; in hun ruimere opdracht was de band met Avansa natuurlijk snel gelegd. Gemeenschappelijke doelstellingen of ambities leveren ook samenwerking tussen IGS'en en Avansa's op. De eerste jaren vertaalde zich dat in aftastende verkenningsgesprekken. Door onze regionale ronde (zie hieronder), zagen we hier en daar afstemming in een stroomversnelling geraken. Idealiter vormen beide een mooie tandem. De Federatie belicht in haar nieuwsbrief bovenlokaal geregeld een samenwerking tussen een IGS cultuur en een Avansa. Er gebeuren al concrete dingen, maar het potentieel is enorm. Tegelijk mogen we niet vergeten dat Avansa altijd vanuit haar eigen waarden en normen zal ageren. Met en voor burgers. Gericht op participatie en een ideale maatschappij. En dat wringt al eens met de bestuurlijke logica. Maar eens het over concrete samenwerkingsprojecten gaat, kan er veel en vloeit er heel wat moois uit voort.
Werken op een meer regionaal en ‘bovenlokaal’ niveau is allicht geen evidentie voor een organisatie als De Federatie die zich normaal toch hoofdzakelijk tot het Vlaamse niveau richt?
De Federatie richt zich traditioneel tot het Vlaamse niveau omdat de omkaderende decreten voor onze sectoren nu eenmaal Vlaams zijn. Maar we zijn ervan overtuigd dat we ook alert moeten blijven voor wat er op andere niveaus gebeurt, van Europa tot lokaal. Als er zich dus bovenlokaal een kader vormt waarop onze organisaties kunnen inspelen, dan gaan we daarmee aan de slag.
Hoe heeft De Federatie dit aangepakt?
Lokale en bovenlokale besognes kom je niet te weten vanop je bureau in Brussel. Daarom zijn we op 7 plaatsen in Vlaanderen neergestreken met een State of the Region. Om bovenlokale inspiratie op te snuiven én na te gaan in welke mate het bovenlokale decreet bekend is, welke ideeën errond leven in onze sectoren en welke verbeteringen sociaal cultureel werkers en vrijwilligers zelf naar voor schuiven.
Regionaal mensen samenbrengen is voor een organisatie in Brussel niet makkelijk?
Inderdaad. Daarom kozen we ervoor om dit niet alleen te doen, maar een partnerschap aan te gaan met de Avansa's in de betreffende regio. Zij hebben de nodige connecties in de streek en weten welke organisaties er op welke manier actief zijn. Ook OP/TIL is mee de boer op gegaan want zij hebben de opdracht om sectoren te informeren over het decreet bovenlokale cultuurwerking en hen te ondersteunen bij het indienen van projectdossiers. Voorts werkten we ook telkens samen met Kwadraet en De Wakkere Burger. En ja, als er één of meerdere IGS’en cultuur actief waren in de regio, sloten die meestal ook aan. Zij kunnen namelijk een belangrijke rol spelen in het doorverwijzen van organisaties naar de mogelijkheden van het decreet, helpen zoeken naar partners of hen in contact brengen met OP/TIL.
En nu stopt de State of the Region. Waarom?
Vooral omdat het doel ervan bereikt is, namelijk (oa) input verzamelen in functie van een optimalisatie van het decreet bovenlokale cultuurwerking, die dus nu gestart is. Door het samenwerken met Avansa is er wel enige continuïteit. In West-Vlaanderen bijvoorbeeld slaan drie Avansa’s de handen in elkaar om jaarlijks een ‘State of the Region’ te organiseren. In andere regio's leeft de State verder in netwerkdagen, thematische gesprekstafels of doe-tanks. Maar ook De Federatie bekijkt momenteel hoe ze het bovenlokale veld verder blijft opvolgen. Want daar blijft absoluut potentieel liggen voor onze sectoren. We houden sowieso nauwlettend in het oog hoe die regiovorming zich voltrekt, wat de verhouding zal zijn met Avansa e.d. zodat onze lidorganisaties hun plek vinden weten te vinden in dit veranderende veld. We willen die nieuwe kaders optimaal inzetten voor de verdere ontplooiing van onze organisaties. De manier waarop is een gezamenlijke zoektocht komende jaren.

Hoe verhouden Kunstwerkt en Avansa Mid- en Zuidwest zich tegenover deze nieuwe beleidsniveaus? En wat mogen we nog verwachten van de IGS’en cultuur? Els Buffel, Nathalie Van Leuven en parlementslid Marius Meremans laten in ons volgend Wascabi-magazine hun licht schijnen op de zaak.

In januari 2023 een exemplaar van Wascabi-magazine ontvangen in je brievenbus? Geef ons een seintje!

Bart Verhaeghe Neem contact op met Bart