header handjes

Wat kunnen lokale besturen en bovenlokale partners betekenen voor amateurkunsten?

Dossier: Regionaal - (boven)lokaal

Meer dan 2 miljoen Vlamingen doen vandaag aan amateurkunsten – of 44% van alle inwoners in Vlaanderen ouder dan 14 jaar. Het aantal beoefenaars steeg op zo’n tien jaar tijd met maar liefst 7 procent. In oktober publiceerden OP/TIL, De Federatie en de 9 landelijke amateurkunstenorganisaties de resultaten van een grootschalig onderzoek op amateurkunsten.be. In de publicatie ‘DIT DOET ME WAT – Amateurkunsten in Vlaanderen’ worden deze cijfers aangevuld met verhalen en getuigenissen uit de praktijk. Geven deze nieuwe feiten, steden en gemeenten goesting om verder in kunstbeoefening te investeren?! Wij reiken alvast enkele handvaten aan.

Banner Dit Doet Me Wat

Download de volledige publicatie en onderzoeksrapporten op amateurkunsten.be

UGent voerde in 2019 een vervolgonderzoek uit op ‘Amateurkunsten in beeld gebracht’ dat in 2008 de sector op de kaart zette. Het resultaat is een grootschalige bevolkingsbevraging én een ledenonderzoek bij de achterban van de 9 landelijke organisaties. We vatten de belangrijkste conclusies samen. Wat kun je als lokaal bestuur of bovenlokale partner betekenen voor de amateurkunstenaars in jouw gemeente, stad of regio?  

Wie beoefent amateurkunsten?

Amateurkunstenaars beginnen steeds vroeger (tussen 6 en 18 jaar) en pikken hun hobby na het pensioen (opnieuw) op. Bovendien zijn het vooral de jongere én de oudste leeftijdsgroepen die groeien: het aantal beoefenaars tussen 18 en 34 jaar is met 11% gestegen en het aantal 65-plussers met 13%. De populairste disciplines blijken beeldende kunst (voornamelijk tekenen), beeldexpressie (fotografie, film en multimedia) en schrijven.
Wat opvalt, is dat de occasionele beoefening sterk in de lift zit (+10%)Amateurkunstenaars combineren verschillende disciplines en engagementen, wat past binnen een postmoderne levensstijl waarbij cultuurparticipanten selecteren uit een breed en divers aanbod. Tegelijk zit ook de beoefening in organisatieverband in de liftOngeveer een derde van de amateurkunstenbeoefenaars heeft ooit les gevolgd in het deeltijds kunstonderwijs (+6%), en ook de beoefening in verenigingen of het volgen van workshops en lessen buiten het DKO is gestegen.
Tot slot zet de stijging zich het sterkst door in landelijke gemeenten en centrumsteden. In 2008 woonde 33% van de beoefenaars in centrumsteden, vandaag is dit 48%. De kloof met grootstedelijke omgevingen – waar nog steeds het meeste beoefenaars wonen – wordt zo een pak kleiner. Bij de opdeling naar provincies valt op dat de beoefening gelijk blijft in Vlaams-Brabant, terwijl ze in de andere provincies stijgt.
Infografiek 1 Evoluties Amateurkunsten

Deze infografiek brengt de belangrijkste evoluties in beeld.

Welke ambities heeft de amateurkunstenaar?

Waarom doen amateurkunstenaars wat ze doen? Ontspanning blijkt het belangrijkste motief om aan amateurkunsten te doen, gevolgd door persoonlijke ontwikkeling en het sociale aspect. 30% van de amateurkunstenaars heeft de ambitie om de creaties te tonen aan een breed publiek; 28% wil enkel tonen aan de eigen sociale cirkel. 
Hoe schat de beoefenaar het eigen niveau in? De Vlaamse amateurkunstenaar wil de eigen talenten ontwikkelen, maar stelt dit niet per se gelijk aan professionalisering. 40% van de beoefenaars geeft aan zichzelf te beschouwen als (eerder) beginner; maar 35% beschouwt zich als (eerder) gevorderd. Als we vragen hoe professioneel ze zichzelf vinden, dan zegt 61% (eerder) amateur te zijn; 14% geeft aan (eerder) professioneel bezig te zijn met amateurkunsten.
Uit het ledenonderzoek blijkt dat wie betrokken is bij een landelijke amateurkunstenorganisatie zichzelf professioneler en meer gevorderd inschat. Bovendien hebben ze vaker professionele ambities en is de persoonlijke ontwikkeling het voornaamste motief om aan amateurkunsten te doen.
Grafiek Niveau En Professionaliteit

Deze figuur toont de eigen perceptie van 'niveau' en 'professionaliteit'.

Grafiek Ambities

Deze figuur toont de ambities van de amateurkunstenaar.

Ondersteuning voor amateurkunstenbeoefenaars

Hoe tevreden zijn amateurkunstenaars over de omkadering in Vlaanderen? Die tevredenheid is best groot, maar toch blijven er enkele noden bestaan. Terwijl cursussen en vormingen aan populariteit winnen, blijft 1 op 5 beoefenaars vragen om een uitbreiding van het aanbod. 15% heeft nood aan meer contact met andere beoefenaars en verwacht meer ondersteuning van eigen stad of gemeente. De noden zijn over het algemeen iets hoger in de grootsteden en centrumsteden dan in minder verstedelijkt gebied. Vooral in de grootsteden is er ook hoge nood aan meer en betere toegang tot infrastructuur zoals repetitieruimtes en ateliers. Voor de podiumkunsten – theater, zang, muziek, zijn de noden het hoogst. 
Nemen we het ledenonderzoek erbij, dan zien we dat ongeveer 50% van wie betrokken is bij een landelijke amateurkunstenorganisatie de ondersteuning van stad of gemeente onvoldoende vindt. 
Ak Infografiek03

Deze infografiek toont de voornaamste noden en verwachtingen.

Katalysator voor cultuurparticipatie

Tot slot werd ook de link tussen amateurkunsten en passieve cultuurparticipatie onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat wie zelf een kunstdiscipline beoefent 11% vaker deelneemt aan culturele activiteiten. Amateurkunstenaars gaan zelfs dubbel zo vaak naar musea en bibliotheken. Bovendien staan ze positiever tegenover kunst- en cultuurbeleid in het algemeen.
Hoewel het aantal beoefenaars die moeilijk rondkomen met het inkomen niet gestegen is, blijkt dat sociaal-economische factoren - zoals inkomen, opleiding en gezinssituatie – algemeen minder invloed hebben op het zelf beoefenen van amateurkunsten dan op passieve cultuurparticipatie, zoals een museum bezoeken of naar voorstellingen gaan. Amateurkunsten kunnen dus een opstap bieden naar meer en bredere cultuurparticipatie. Niettemin moet de sociaal-economische kloof tussen amateurkunstenaars en niet-amateurkunstenaars de komende jaren zeker in de gaten gehouden worden.
Infografiek 4 Culturele Activiteiten

Deze infografiek toont de link tussen amateurkunstenaars, passieve cultuurparticipatie en culturele waardering.

Wat kun je als (boven)lokaal bestuur betekenen?

Hoe kun je als lokaal bestuur of bovenlokale partner tegemoet komen aan bovenstaande noden en verwachtingen? Breng eerst en vooral in kaart wat er al is. Hoe staat het met het amateurkunstenbeleid in jouw gemeente, stad of regio? Je kunt de Kunstzinnige Vingerafdruk gebruiken als inspiratiegids. Wil je nagaan hoe goed je scoort en werk je graag aan een aantal concrete verbeteracties? Gebruik dan de toolkit ‘Panache’ om te detecteren wat er is en wat je wil bereiken. Na de oefening heb je een plan van aanpak om amateurkunsten lokaal en bovenlokaal te ondersteunen. Download hier de toolkit Panache.
Ook in de publicatie 'DIT DOET ME WAT' vind je tal van voorbeelden van hoe (boven)lokale projecten met amateurkunstenaars en -verenigingen de verbinding in jouw buurt kunnen versterken. Blader naar pagina 68 en ontdek de suggesties van OP/TIL om bovenlokaal samen te werken aan een duurzaam amateurkunstenbeleid.
Het profiel van de amateurkunstenaar is divers, zowel in ambities, noden en motieven. Dat maakt dat er geen pasklare formule bestaat om een sterk lokaal of bovenlokaal amateurkunstenbeleid te voeren. Breng de lokale situatie in kaart, houd rekening met de bestaande noden en verwachtingen en zorg dat partners over sectoren en grenzen heen elkaar kunnen vinden en versterken.
Publicatie Amateurkunsten 5

Illustraties: Elise Vandeplancke

Aarzel daarbij niet om contact op te nemen met de landelijke amateurkunstenorganisaties om goede praktijken en inspiratie uit te wisselen: VLAMO voor instrumentale muziek, KUNSTWERKT voor beeldende kunst, Creatief Schrijven, VI.BE voor niet-klassieke muziek, BREEDBEELD voor foto, film en multimedia, Muziekmozaïek voor folk en jazz, Koor&Stem voor koren en vocale muziek, OPENDOEK voor theater en tot slot Danspunt.

De publicatie 'DIT DOET ME WAT' is integraal te downloaden op amateurkunsten.be. Wie zich wil ingraven in het cijfermateriaal kan er ook de rapporten van het bevolkings- en ledenonderzoek terugvinden. Zin in nóg meer? Bekijk online ook de vele filmpjes met praktijkvoorbeelden en verhalen.

Ontvang je de publicatie 'DIT DOET ME WAT' graag kosteloos op papier? Schrijf je dan in via dit formulier.