header handjes

Collega in de coulissen: Kristien Vermeersch over Europa en regulitis

Dossier: Collega in de coulissen

Beleidswerk gebeurt op verschillende manieren. Af en toe eens heel zichtbaar maar veel vaker achter de schermen. In dit dossier geven we aan de hand van concrete beleidsthema's een inkijk in wat er reilt en zeilt in de coulissen van het beleidswerk van De Federatie.

Vandaag hebben we het met Kristien Vermeersch over de vele regeltjes waaraan verenigingen moeten voldoen en waar bestuursvrijwilligers aan ten onder gaan. Wat zijn de wortels van die 'regulitis', hoe is het zover kunnen komen, waarom is de regulitis-kwaal zo hardnekkig en wat zijn de gevolgen?

Waar ben jij het afgelopen jaar bij De Federatie zoal mee bezig geweest? Met vanalles en nog wat 😉 Het voorbije jaar stak ik vrij veel tijd in bijvoorbeeld de proefvisitaties, specifiek dan mbt het zakelijke en financiële luik. Daarnaast komen er heel wat vragen van organisaties en vrijwilligers. Veelal over allerlei grote en kleine juridische en fiscale zaken, die niet meteen een link hebben met een specifiek decreet. Ik stond ook mee aan de wieg van de regulitis-site, de weg ernaartoe en de bijhorende campagne richting beleidsmedewerkers en politici.
Hoe komt het eigenlijk dat sociaal-culturele en amateurkunstenorganisaties geconfronteerd worden met zoveel juridische, financiële en administratieve kwesties? Ja, ze krijgen heel wat op hun bord en dat is zeker gestegen de laatste jaren. Vooreerst zijn het vzw’s en dan moet je je dus aan een aantal spelregels houden, dat is niet nieuw. Maar in 2018 kwam er een wijziging in het economisch recht waardoor een vzw ook gedefinieerd werd als ‘onderneming’. Zo moesten vzw’s aan heel wat regels voldoen die voor ondernemingen gelden. Even daarna kwam er dan de nieuwe wet op vennootschappen en verenigingen waarin men die gelijkschakeling ook verder nastreeft. Dit alles was en is geïnspireerd door een Europees beleid dat een vereenvoudiging van de vele aparte systemen in Europa oplegde. Tevens is het zo dat Europese regelgeving in eerste instantie ontwikkeld wordt met de bril van bedrijven, maar deze dus ook straalt dus ook af op vzw’s. Denk aan GDPR-wetgeving rond gegevensbescherming, UBO-regels om witwassen van geld tegen te gaan, regels rond staatssteun om na te gaan of subsidies wel rechtmatig zijn toegekend. En onder impuls van Europa komen er steeds nieuwe regels bij. Goedbedoeld en vaak nodig, maar níet voor alle vzw’s.
Hoe komt het dat Europa alles zo wil stroomlijnen en niet om kan met die diversiteit? Dat heeft alles te maken met de geschiedenis van Europa die in eerste instantie een economische samenwerking tot doel had. Die ééngemaakte Europese markt is nog altijd de bril waardoor men alles bekijkt. Ook al houdt de EU zich ook met vele andere kwesties bezig. Europese verordeningen zijn per definitie niet op maat van verenigingen. Feit is ook dat verenigingen zoals wij die in Vlaanderen kennen, in andere lidstaten niet in die mate of vorm aanwezig zijn. Vergeet niet dat een vzw een Belgische uitvinding is.
    Europees beleid moet toch vaak omgezet worden in Belgische en/of Vlaamse regels? Ja, maar in die vertaalslag komt de Belgische of Vlaamse context maar matig aan bod. Ook hier wordt in eerste instantie een bedrijfsbril opgezet, maar een soort ‘verenigingstoets’ gebeurt niet. Het is zeker geen prioriteit van onze beleidsmakers die overigens veelal schermen met ‘de verantwoordelijkheid van Europa’. Die verantwoordelijkheid doorschuiven is deels terecht, maar men vergeet toch al te vaak dat wij één van de 27 lidstaten van dat ‘Europa’ zijn. België zit op alle fronten vervat in het Europese besluitvormingsproces. Maar de zorg om tijdig ook aan verenigingen te denken, is quasi afwezig. België weegt daarover veel te weinig op de Europese besluitvorming.
      En dan krijg je dus als vrijwilliger van alles op je bord, wat nefast is voor je engagement.


      Wat zie jij daar als oplossing? In eerste instantie moeten onze politici ook de bril opzetten van het verenigingsleven, gezien die toets niet gebeurt in ‘Europa’ zelf (zie hierboven). Daarnaast moeten Belgische en Vlaamse politici bij de omzetting van Europese regels de speelruimte benutten om zich de vraag te stellen of die regels wel zinvol en haalbaar zijn voor vzw’s. Dat zou al een heel grote stap voorwaarts zijn.

      Hoe poogt De Federatie hierop te wegen? We hebben natuurlijk niet hetzelfde gewicht als andere spelers, maar we hebben wel een heel veld achter ons. Omdat 2024 een verkiezingsjaar is, beslisten we om samen met de sport- en jeugdsector - waarin ook veel vzw’s en vrijwilligers actief zijn - de ‘regulitis’-problematieken samen aan de kaak te stellen. We bundelden die op www.regulitis.be. Met oplossingen als gesneden brood voor beleidsmakers. Die brachten we al op de hoogte, maar dat is nog maar het begin. We willen dit nu echt doorduwen richting oplossing. Daarom was er ook in onze verkiezingsaanbevelingen veel aandacht voor en was er op ons Wascabi-event zowel een gesprekstafel over Europa als over regulitis.
      Waarom blijven veel kwesties zo lang onopgelost terwijl er oplossingen voorhanden zijn? Opvallend is dat politici de problemen erkennen. Bedrijven klagen trouwens over gelijkaardige problemen. Als je oplossingen voorstelt, is er veel goeie wil. Maar… het komt er niet van. Het is geen prioriteit, of er is een gebrek aan middelen en tja, de wereld staat er niet door in brand hé.
        En toch. Bedrijven hebben meestal personeel en middelen om regelgeving op te volgen en toe te passen. Maar van vrijwilligers die zich inzetten voor een betere samenleving kan je toch niet verwachten dat ze allemaal juridisch onderlegd zijn. Als overheden die zaken oplossen, stoppen wij ook met zagen, dus dat is voor iedereen beter 😉. Maar vooral voor die duizenden verenigingen en vrijwilligers. Zij verdienen echt beter.
        Het zijn vooral federale kwesties. Werkt De Federatie dan samen met Franstalige organisaties? Ja, want daar leven dezelfde problemen. Zo zijn we lid van de ImpactCoalitie. Ook rond de amateurkunstenvergoeding is er nauw samengewerkt met Franstaligen. Rond de nieuwe vzw-wetgeving is dat volop gebeurd, maar het lukt niet altijd in dezelfde mate. Ik vind zelf dat we daar nog wat verder kunnen in gaan en dat nog meer gemeenschappelijk moeten doen. Tegelijk groeien de verschillende contexten en decreten traag maar zeker uit elkaar, wat het er niet makkelijker op maakt.

        Wat is eigenlijk de impact van al die regulitis voor verenigingen en vrijwilligers? Die is nauwelijks te onderschatten. Je investeert als vrijwilliger veel tijd en engagement omdat je geboeid en gedreven bent door iets. Maar als die tijd wordt ingepalmd door allerlei paperassen, dan valt die drive weg. En we merken ook dat bestuursvrijwilligers er de brui aan geven. Het is te complex en kost te veel tijd. En het is ook niet zonder verantwoordelijkheid hé. Ik weet niet of men het voldoende beseft, maar zo’n levendig en breed verenigingsleven is een rijkdom, die men best niet kapot maakt.
          Ook voor organisaties in onze sectoren, die werknemers in dienst hebben, is de administratieve overlast een aanslag op hun middelen en enthousiasme. Ofwel moeten ze iemand extra aanwerven of het Bestuur moet deze regulitislast op zich nemen, maar bestuurders zijn zelf ook vrijwilligers… Het is erg om zien hoeveel werk er in organisaties naar verantwoording, paperassen, registreren…gaat en dus niet kan besteed worden aan het werk dat ze moeten en willen doen.

          Binnenkort zwaai je af bij De Federatie. Wat wil je wensen/meegeven aan SCW en AK-organisaties? Mocht ik het beleidsmatig voor het zeggen hebben, dan zou ik zorgen dat er meer positieve appreciatie komt voor het werk dat SCW en AK-organisaties doen en voor de meerwaarde van dat werk voor een hele samenleving. Niet vertaald in dividenden, maar in maatschappelijke meerwaarde. Het tegengestelde dus van toenemende controle en wantrouwen vanuit het huidig beleid. Essentieel is ook het behoud van het civiel perspectief. Organisaties kunnen toch niet afgestraft worden als ze zich inzetten voor een andere, betere, samenleving?!
          Voor organisaties zelf is het belangrijk om krachten te bundelen. Zowel binnen de eigen sectoren als daarbuiten. Laat je stem horen en trek grenzen. Sta niet toe dat je werk in een negatief daglicht gesteld wordt en laat je niet de mond snoeren. Laat je niet uit elkaar spelen. De solidariteit tussen de vele organisaties zal essentieel zijn. Tot slot vind ik de opkomst van commerciële partners die van de ‘onwetendheid van organisaties’ een businessmodel maken, een kwalijke kwestie. Dat moet en kan zoveel mogelijk in de sector(en) zelf gehouden worden, waarin belangenbehartigers en steunpunten hun taak hebben. Die kunnen maatwerk bieden én kennen vaak de organisatie die hen vragen stelt, waardoor zij bijvoorbeeld geen halve dag ‘consult’ nodig hebben. Daarnaast is er ook Cultuurloket en andere kanalen waar je ook zonder dikke factuur raad kan krijgen. Het is wel opletten dat bijvoorbeeld Cultuurloket niet enkel de klemtoon legt op het ‘cultureel ondernemen’ en de ‘creatieve industrieën’ (Europese termen overigens, nvdr). Want dan vallen de feitelijke vereniging, de vrijwilliger en alle initiatief dat leeft in buurten en gemeenschappen, maatschappelijk engagement en sociale actie van onderuit, weer uit de boot.

          Bart Verhaeghe Neem contact op met Bart