header handjes

Lokale verkiezingen - wat Vlaanderen voor lokale besturen kan betekenen

Dossier: Oriëntatiekader lokale verkiezingen 2024

Rond 2016 zette Vlaanderen een stap terug. In haar relatie met lokale besturen evolueerde ze van subsidieverstrekker en controle-orgaan (ten tijde van het lokaal cultuurbeleid) naar teugelvierend en meer aan de zijlijn. Maar volgens ons ontslaat dat de Vlaamse Regering niet van alle verantwoordelijkheid. Welke hefbomen heeft de Vlaamse overheid nog in handen voor een straf cultuurbeleid in alle hoeken van het land?

Wat was

Meer autonomie en bewegingsvrijheid voor steden en gemeenten op vlak van cultuur (en breder) vormt intussen bijna 7 jaar het mantra van de Vlaamse overheid. In 2016 verdwenen een reeks sectorale subsidies. Ze werden ingekanteld in het Gemeentefonds. Bijgevolg verdwenen ook de mogelijkheden voor Vlaanderen om het lokale cultuurbeleid te sturen of impulsen te geven.

Wat is

De relatie tussen de Vlaamse overheid en lokale besturen is dus sterk veranderd. Lokale besturen zijn onafhankelijker en meer op zichzelf aangewezen. Betekent dit dat we niets meer kunnen of mogen verwachten van Vlaanderen ten aanzien van gemeentebesturen? Toch wel.
  • Hier en daar zijn er nog projectoproepen (hoewel, niet of nauwelijks voor cultuur).
  • Het decreet bovenlokale cultuurwerking installeerde zich in de 'tussenruimte’, tussen het Vlaamse en lokale in…
  • De vrijetijdsmonitor die aandacht heeft voor de reikwijdte van sociaal-cultureel volwassenwerk en amateurkunsten, blijft een belangrijk instrument om het lokaal cultuurbeleid te monitoren.
  • Een aantal overlegplatformen – waar ook sociaal-culturele spelers bij betrokken zijn – tackelen dringende maatschappelijke uitdagingen. Denk aan Fietsberaad en Klimaatnetwerk.
  • Zaken als een kerkenbeleidsplan (= vanaf 2025 verplicht voor elk lokaal bestuur door deze Vlaamse visienota), stimuleren lokale besturen om na te denken over toegankelijke en betaalbare infrastructuur.
  • Plannen van de Vlaamse overheid, zoals ‘Zorgzame buurten’, ‘Plan Samenleven’ en het ‘Vlaams eenzaamheidsplan’, zetten lokaal veel denkers en doeners in beweging, zeker als ook sociaal-culturele spelers of amateurkunsten hierin betrokken en erkend worden.
De dialoog tussen bestuursniveaus blijft nodig voor wederzijds begrip en vertrouwen. Anders wordt cultuur de dupe en zullen de effecten over heel de maatschappij voelbaar zijn.
-

Wat komt

Wat verwacht De Federatie in de nabije toekomst vanuit de Vlaamse overheid? Verdere ondersteuning en stimulansen voor het (boven)lokaal cultuurbeleid.
  • Een kritische zelfreflex. Waak over de (financiële) haalbaarheid van nieuwe regelgeving. Extra kosten mogen niet doorgerekend worden aan de lokale eindgebruiker. Verval niet in overregulering, hoe nobel de bedoelingen ook zijn. Planlast is te mijden.
  • Er is een digitaal verenigingsloket op komst dat de beslommeringen rond organiseren moet minimaliseren. In het ideale scenario zijn lokale besturen volop geconnecteerd met het V-loket en zijn lokale (subsidie)procedures nog eens doorgelicht op hun eenvoud.
  • Verdere digitalisering is nodig en ok. Maar waken beide beleidsniveaus erover dat de slinger niet doorslaat? Persoonlijke service en begeleiding doen wonderen in het vrijetijdsgegeven.
  • Er is absoluut vraag naar een uniforme toepassing van de UiTPAS over heel Vlaanderen. En dat een bovenlokale UiTPAS-organisator (zoals SCW-koepels) standaard meer kosten dragen dan een lokale organisator werpt vragen op. Ga voor een eenvoudige administratieve ingreep om het euvel te voorkomen.
  • Er is intussen een beleidsinstrument ​ dat vrijetijdsbeleid​ en bestuurlijke beslissingen over vrije tijd in beeld brengt. Daarin hopen we op grote financiële transparantie. Het is zeer belangrijk te weten of en hoeveel middelen gemeenten in het cultuurbeleid investeren. De huidige registratie laat te veel ruimte voor creativiteit en interpretatie waardoor het totaalbeeld moeilijk te vatten is.
  • Veel tijd en energie zal gaan naar het zich inpassen in de afgebakende referentieregio’s. Dit mag de inhoudelijke werking niet in de weg staan.
  • Regio’s waar (nog) geen samenwerkingsverband cultuur actief is, mogen niet stiefmoederlijk behandeld worden. Daar verdienen cultuurspelers evenveel aandacht en ondersteuning.
  • Vlaamse middelen zijn vaak een hefboom. Een vorm van erkenning ook van wat zich (boven)lokaal speelt. En een stimulans om ook lokaal hierop te investeren. Samen werken en ondersteunen geeft het beste resultaat.
  • ...

Heb je zelf nog ideeën over de rol van Vlaanderen ten aanzien van het lokaal cultuurbeleid? Laat het ons weten. We denken graag met je mee.

Elke Verhaeghe Neem contact op met Elke